Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Onvergetelijk: wandelen en fietsen in Marokko!

IJskoude nachten, knalblauwe luchten en roze bergtoppen: Esther beleefde Marokko met man en puber, wandelend, hikend en fietsend.

Panoramic view of Marrakesh and old medina, Morocco

Een mooi reisverhaal voor als je het land 'far from the madding crowd' wilt ervaren.

IJskoude nachten, knalblauwe luchten en roze bergtoppen. Kronkelende steegjes, verhalenvertellers, trommelaars en de bedwelmende geur van kruiden, amber en leer. Esther Goedegebuure maakte met haar gezin een tocht door het rauwe en authentieke Marokko.

.

Dat je Instagram niet al te veel moet geloven en dat het soms ook het tegenovergestelde kan zijn van een inspiratiebron, bedacht ik maar weer eens toen ik eerder dit jaar een week in Marrakesh was.

De afgelopen jaren had ik veelvuldig foto’s gezien van perfect gestylede tentenkampen in de woestijn, waar de vrouwen die ik volg bij ondergaande zon hun glazen champagne hieven.

.

’s Middags hadden deze vrouwen geposeerd in de oase van kleuren en cactussen die Jardin Majorelle heet, de tuin bij het museum Yves Saint Laurent. Ze verbleven allemaal in riads (traditionele stadwoningen rondom een binnenplaats of tuin) die met uitgebreide repor­tages in Vogue Living of The World of Interiors hadden gestaan.

.

Het was allemaal niet waar ik naar op zoek was. Sterker, ik vond het een beetje spijtig dat het rauwe en authentieke Marokko, dat ik in 1993 tijdens een vierweeks backpackavontuur had leren kennen, blijkbaar opgefluft was door horecaondernemers die allemaal dezelfde soort interieurarchitect in dienst hadden genomen. Marrakesh was het Ibiza van Noord-Afrika geworden, dacht ik snobistisch als ik dergelijke insta-posts met tegenzin een hartje gaf.

Betoverende grand bazaar

Getty Images

Ik bleek het hartstikke mis te hebben. Ja, Marrakesh was niet meer die stad waar je bijna werd overreden door ezelkarren. Het waren nu scooters waar je in de smalle straatjes van de medina voor opzij moest springen.

.

Maar de souks vormden nog steeds die betoverende grand bazaar, waar je (onder die laag van uitlaatgassen van die scooters dus) de verruk­kelijke geur van kruiden, amber, leer en geroos­terd lamsvlees opsnoof. Waar je verleid werd door prachtig aardewerk en fantastische sandaaltjes kon kopen. Maar waar ook de locals hun dagelijkse boodschappen deden.

.

En het Djama El Fna-plein bleek na zonsondergang nog steeds die gonzende ontmoetingsplek waar jong en oud samendromden. Waar de stedelingen gebiologeerd luisterden naar verhalenvertellers, trommelaars en fluitblazers. Daar zat niets gefor­ceerds toeristisch bij.

Ja, de stad had overduidelijk een economische opleving gekend door de ondernemers van buitenaf. We sliepen nu in hotels waar ik gewoon op de wc-bril durfde te gaan zitten en zeker wist dat de lakens schoon waren. Dat was toch echt een verbetering.

Musée de la Palmeraie

De overheid had meegedaan met deze renaissance van de stad en alle paleizen en historisch belangrijke moskeeën laten restaureren. In Jardin Majorelle was het schuifelen in een lange rij van selfies makende toeristen, en ja, dat was irritant. Maar er bleek ook een prachtige tuin iets verder buiten de stad, waar niemand anders was, behalve dan een basisschoolklas die tekenles kreeg tussen de immense cactussen.

Esther Goedegebuure

Ik bedoel maar, je hoeft niet dat kapot gedeelde rijtje ‘must-do’s’ af te vinken. Mijn persoonlijke, op één na favoriete must-do, was een fietstocht met Pikala tours, dat is opgezet door een Nederlandse vrouw en gesubsidieerd door de Europese Unie met de bedoeling duurzaamheid in deze vervuilde stad te stimuleren en werkgelegen­heid te creëren voor jongeren die de ambitie hebben vreemde talen te leren.

Onder leiding van een sympathieke student fiets je door de stad en kom je op plekken die je niet kunt vinden op die lijstjes van de reisblogs. Wij kwamen langs een bakkerij bijvoorbeeld, waar alle vrouwen uit de wijk hun eigen deeg naartoe brengen dat dan door de bakker speciaal in een houtoven afgebakken wordt.

En op de verscholen binnenplaats van een moskee, waar al sinds de zestiende eeuw gehandi­capte mannen naartoe kunnen voor een maaltijd en gezelschap. Fietsen door de smalle kronkelige straatjes was een belevenis. En na afloop van de tour nam de gids ons mee naar een tentje waar we getrakteerd werden op de lekkerste citroenlimonade en zandkoekjes.

Slapen met een muts op

Mijn allerbeste ervaring tijdens deze week in Marrakesh lag iets buiten de stad. Samen met een gids maakten mijn man, zestienjarige dochter en ik een hike door het Atlasgebergte.

Esther Goedegebuure

Mijn echtgenoot is nogal een fanatiekeling, voor wie geen fysieke uitda­ging te veel is. Mijn dochter is een meisje als zovelen van haar leeftijd; ze kan tegen wat inspanning, maar het moet wel gezellig blijven. Ik ben dol op wandelen door de bergen en ga al jaren zonder morren mee op meerdaagse huttentochten door de Alpen of Dolomieten, maar als het op afzien aankomt, dan neig ik iets meer naar mijn dochter dan naar mijn man.

We kozen daarom voor een tweedaagse tocht met slechts één overnachting. Tijdens de wandeling kwamen we een man tegen die een hele week door de bergen liep en een stel dat twee overnachtingen had geboekt. Er is dus van alles mogelijk als ons programma je te licht lijkt. Die ene nacht bleek voor ons trouwens voldoende. Op 2300 meter is het in januari na zonsondergang steenkoud.

.

We sliepen in wat je in Frankrijk een gîte zou noemen. In de Atlas noemen ze het ook zo. Aangezien Marokko een voormalige Franse kolonie is, is de taal nog steeds doorspekt met Franse woorden. Een pension zou je dit uiterst sober onder­komen met moeite ook kunnen noemen. Vies was het zeker niet, maar de wilde frisheid van limoenen was toch ver te zoeken.

We sliepen er in bedden met hobbelige matrassen, dicht tegen elkaar aangekropen, onder een dikke stapel dekens. Onze kleren hielden we aan. Ik had zelfs mijn muts op. Comfortabel is anders, maar na een dag lopen sliepen we best behoorlijk. Douchen deden we niet, want er waren geen handdoeken en we hadden ze ook niet meegenomen in onze kleine rugzakjes.

.

De tocht zelf bleek alles wat we ervan gehoopt hadden. Iets onder de boomgrens gestart, wandelden we langs beekjes en bijna verlaten Berber-dorpen. Hoger gekomen kleurden de kale bergen met het verstrijken van de uren van terratinten naar oudroze.

De lucht was aldoor knalblauw en in de verte lonkten de sneeuwtoppen van de Toubkal, de een na hoogste berg van Afrika. Boven ons hoofd vlogen roofvogels, soms graasden wat geitjes aan de schaarse plukjes groen terwijl ze moeiteloos hun evenwicht bewaar­den op de steile hellingen.

Al die tijd werden we begeleid door een gids, die ons een en ander vertelde over de Berber-cultuur waar hij zelf deel van uitmaakte. Voor zover ik er iets van verstond tenminste, want hij lispelde nogal. Gelukkig was hij vaker stil dan dat hij murmelde en bestond zijn begeleiding er vooral uit dat hij af en toe een hand uitstak als we over losse stenen moesten afdalen of juist over schuivende keien omhoogklommen.

Zijn goeie bedoelingen verhin­derden niet dat ik alsnog een uitglijer van jewelste maakte, waarbij ik mijn jeans en knie openscheurde en hem een hoogst bezwaard gevoel bezorgde.

Meewandelende kok

Ester Goedegebuure

Behalve de gids liep er ook een kok mee, of eigenlijk voor ons uit, met een ezeltje dat bepakt was met eten en drinken voor twee dagen plus alles wat er nodig was om de maaltijden mee te bereiden en op te eten.

In een verlaten schaapskooi zat hij die eerste middag achter een gasstelletje op ons te wachten. Daarop kookte hij tajine en pasta, terwijl wij op kussens, die ook door het ezeltje gedragen waren, van het uitzicht genoten.

’s Avonds in de gîte bereidde hij weer een verrukkelijke tajine en een salade met munt en koriander. Ook het ontbijt toverde hij uit de zadel­tassen van het lastdier. En bij iedere pauze kwamen vruchten en allerlei mierzoete drankjes tevoorschijn.

De gîte deelden we met een stel uit Londen, dat een soortgelijke route liep. En zoals dat dan gaat als je op reis bent, hadden we een bijzondere avond met ver­rassend persoonlijk gesprekken, terwijl we op houten bankjes en onder onze dekens muntthee dronken.

Esther Goedegebuure

De laatste dag eindigden we na een uur of vijf lopen bij een restaurant, waar we op het dakterras een fantastische lunch geserveerd kregen, voor we met een busje weer naar de stad gebracht werden. Daar doken we de hamam van ons hotel in en scrolden we tevreden door onze foto’s.

De leukste daarvan postte ik op Instagram. Geen haar beter dan de influencers waar ik zo’n mening over had, ook al maakte ik mezelf wijs dat ik een off-the-bea­ten-track-tip had gegeven, die niets te maken had met ‘het Ibiza van Noord-Afrika”. Op Ibiza kun je trouwens ook schitterende wandelingen maken, zag ik laatst…

Wil je ook hiken door de Atlas?

.

Met een beetje googlen vind je allerlei touroperators die meerdaagse tochten aanbieden. Je kunt ook een dagtocht boeken, maar geloof me, dan komt er van lopen weinig en word je vooral langs arganolie-verkooppunten geleid en rondgereden in een busje. Ik boekte onze tocht via Viator. De hele ervaring, inclusief overnachting, vervoer, eten en drinken, kostte ons drietjes slechts 180 euro. Omdat we ons konden voorstellen dat er van dit bescheiden bedrag maar een mager loontje beschikbaar werd gesteld voor de kok en de gids, kwam daar vanzelfsprekend nog een aardige fooi voor hen bij.

De beste tijd van het jaar voor een wandeling door de Atlas is het voorjaar of de herfst. Wij waren er in januari en hadden geluk. Al was het ’s nachts koud, overdag was het vrij aangenaam. In de zomer kan het overdag bloedheet worden en dan is het minder prettig om met je rugzakje, waarin je je toiletartikelen, water en wat extra kleding vervoert, te moeten lopen.

Moet je topfit zijn? Nee hoor. Wij liepen zo’n 5 uur per dag maar in een zelf bepaald tempo. Er is genoeg tijd voor rust. Je stijgt en daalt afwisselend en bent aan het einde van de dag moe, maar niet uitgewrongen, ook als je niet de conditie van een atleet hebt. Bergschoenen zijn wel een dikke pre.

Wat doe je verder in Marrakesh?

.

● De fietstour van pikalabikes.com dus.

● Buiten de stad ligt Musée de la palmeraie waar immense cactussen staan en het veel rustiger is dan in het weliswaar mooie, maar gehypete Jardin Majorelle.

● Alle paleizen en historisch belangrijke moskeeën zijn de moeite waard. Ook de moeite waard is het Maison de la Photographie , waar je de prachtige collectie foto’s laat zien hoe weinig de stad de afgelopen honderd jaar is veranderd.

Slapen en eten

● Via alle bekende boekingssites zijn er massa’s leuke hotels te vinden. Wij sliepen twee nachten in hartje medina en twee nachten in de kashba, nog steeds de oude stad, maar iets daarbuiten. Die afwisseling is aan te raden. Boek liever geen hotel in het nieuwe deel van de stad. Daar staan de poepchique en onbetaalbare hotels en vind je de Louis Vuitton- en Prada-winkels. Verder is er weinig te beleven en het mist de oriëntalistische sfeer.

● Naast de nacht in de bergen sliepen we ook nog twee nachten zo’n 40 kilometer buiten de stad in het ontzettende leuke hotel Tiguemine Sarah. Het heeft een ongedwongen familiesfeer en wordt geleid door een Marokkaans echtpaar dat jaren in Zwitserland woonde. De vrouw des huizes en haar zus koken verrukkelijk en schenken daarbij ook een lekker glas wijn. De combinatie van wijn en locals zie je niet vaak. In Marrakesh kun je in sommige restaurants alcohol krijgen, maar bedenk dat je dan meestal op fancy plekken zult zitten waar je vooral een van de vele toeristen bent.

Nog even dit

In september is er een zware aardbeving geweest in het zuidelijke deel van het Atlasgebergte. Imlil, Asni en Taroudant kun je om die reden beter mijden. In de rest van de regio is het toerisme weer aardig opgekrabbeld en kunnen de bewoners de inkomsten van het toerisme goed gebruiken.

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in