Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Aaltje van Zweden: 'Ik heb geleerd dat echte vrijheid in je hoofd zit'

Vrouw van dirigent Jaap van Zweden, moeder van een meervoudig gehandicapte zoon, dochter van een gewelddadige vader. Aaltje van Zweden: 'Ik heb geleerd dat echte vrijheid in je hoofd zit.'

Aaltje van Zweden 2023 Nouveau exc

Vrouw van de wereldberoemde dirigent Jaap van Zweden, moeder van een meervoudig gehandicapte zoon, dochter van een gewelddadige vader. Het leven van Aaltje van Zweden (60) staat in het teken van anderen. ‘Ik weet hoe het voelt als niemand op cruciale momenten opkomt voor jouw belang.’

Een fragment uit Aaltje van Zwedens eerste boek, Om wie je bent, dat inmiddels aan de zevende druk toe is: Er is vuurwerk, oudejaarsnacht 1971, ik ben acht jaar. In de slaapkamer van mijn ouders is het ook donker, mijn moeder ligt op de oudroze chenillesprei met franjes. Tegen haar hoofd rust de loop van een geweer, vastgehouden door mijn vader. ‘Zal ik schieten?’ vraagt hij aan mij. ‘Ja of nee?’ Ik sta als bevroren, want ik weet het juiste antwoord niet. Nee, denk ik. Natuurlijk niet. Maar dat kan zomaar het verkeerde antwoord zijn. Hij is dronken, zie ik.

Jij hebt weleens gezegd dat er vroeger nooit een moment is geweest waarop je niet bang was.

‘Misschien was het eerder: altijd alert zijn. Ik ben nooit echt ontspannen geweest. Mijn vader werkte in het buitenland, dus gelukkig waren er wel periodes dat ik op adem kon komen. Maar zodra hij terugkwam, werd het weer verschrikkelijk.’

Roger Neve voor Nouveau

Met kerst komt er een nieuw vriendinnetje spelen. Je vader is een haas aan het bereiden, snijdt het tongetje van het beest af, bevestigt er een haakje aan en hangt het in de kerstboom. Daar moest het blijven hangen totdat de boom werd afgetuigd.

‘Zo was hij. Dat vriendinnetje heb ik daarna nooit meer gezien.’

Hij laat je ook een keer balkenbrij eten: in bloed gekookt slachtafval van varkenskoppen. Je moet kok­halzen, maar hij drukt de brij ver­volgens dieper je keel in.

‘Sadistisch, dat was het. Zodra hij gedronken had, kreeg hij een sardonische blik. Dan wist ik al dat hij op iets uit was. Ik denk dat hij het niet eens altijd slecht bedoelde, maar het liep wel altijd rottig af. Het was onvermogen dat zich vertaalde in iets heel lelijks. Het gekke is dat je eraan gewend raakt. Ik dacht ook dat alle vaders zo waren. Toen ik bij een vriendinnetje speelde en haar vader thuiskwam, sloot ik me in het toilet op. Ik was altijd op mijn hoede.’

Wat doet dat met een kind?

‘Ik ben niet misbruikt, maar ik hoor mensen die dat hebben meegemaakt vaak zeggen dat ze zichzelf op die momenten uit­schakelden. Dat ze als het ware ‘ver­dwenen’. Dat is een gevoel dat ik erg herken. Het is misschien verwant aan doodsangst. Hoe dan ook: je komt nooit helemaal van zo’n jeugd af, denk ik. Maar het is wel iets dat ik gelukkig een plek heb kunnen geven.'

Roger Neve voor Nouveau

De ouders van Aaltje leren elkaar kennen op Haïti. Hij is zijn streng gereformeerde ouderlijk huis ontvlucht, zij wil wereldreizigster worden. In 1963 wordt Aaltje geboren, in Port-au-Prince. Zes weken later treft haar vader het huis leeg aan: zijn vrouw is met hun dochter naar haar ouders in Nederland gevlucht. Na drie jaar staat hij daar voor de deur en trouwen ze opnieuw, ondanks de waarschuwingen van Aaltjes grootouders. Aaltje is twaalf als haar ouders weer scheiden, achttien als haar vader – een voormalig zwemkampioen – dood in de Amstel wordt gevonden. Of het een ongeluk is of zelfmoord, zal niemand ooit achterhalen.

Als er thuis ruzie was, werd jij altijd ingeschakeld. Je moest hulp halen bij de bovenburen, of je moeder kwam bij jou in bed schuilen. Maar soms rende ze het huis uit en liet ze jou achter. Ben je boos op haar geweest?

‘Heel boos. En ik heb ook wel gevraagd waarom ze niet is weggegaan. Ik probeer het te zien in de tijd van toen, waarin vrouwen veel minder rechten hadden dan nu. En zij flikte het wel om in zware omstandigheden haar baan te behouden, een eigen huis te kopen, mijn zusje en mij alleen op te voeden. Dus daar heb ik respect voor. Maar natuurlijk zijn er confrontaties tussen ons geweest. Dat was ook nodig, omdat ik vastzat in een soort bevroren boosheid. Dat uitte zich passief-agressief: niet aardig zijn, je afsluiten. Het zat me in de weg. Sinds ik het heb uitgesproken, en zij echt luisterde, ben ik het kwijt.’

Je moeder kwam soms met messteken bij haar ouders binnen, maar niemand greep in. Ook op school en in de buurt wisten ze hoe het er bij jullie thuis aan toeging. Jullie waren in gevaar, maar iedereen keek de andere kant op.

‘Als kind weet je niet beter dan dat je er altijd alleen voor staat, maar die vraag heeft me later nog erg beziggehouden: waarom deed niemand iets? Bij mijn opa en oma was het altijd veilig en fijn, als ik er binnenkwam, zei mijn opa: ‘Kom maar lekker in de bomvrije schuilkelder.’ Maar verder werd er nooit over gesproken.’

Roger Neve voor Nouveau

Uiteindelijk krijg je zelf een kind dat meervoudig gehandicapt is. De artsen adviseren om hem in een instelling te plaatsen.

‘Ze schetsten ons een doemscenario: Benjamin is autistisch en verstandelijk beperkt, er is geen hoop op genezing en hij zal niet in staat zijn relaties met mensen aan te gaan. Dat is een boodschap waar je je gedeprimeerd bij kunt neerleggen, maar in mij wakkerde het vechtlust aan. Ik wilde opkomen voor dat kwetsbare kind – zo’n kind als ik ooit zelf was geweest.’

Heb je het verdriet dat je zelf vroeger hebt ervaren, het niet gezien worden, deels geprojecteerd op je zoon?

‘Daar heb ik natuurlijk vaak over nagedacht. En het zal ongetwijfeld waar zijn. Ik weet hoe het voelt als niemand op cruciale momenten opkomt voor jouw belang. Dus ben ik voor hem gaan vechten, maar daarmee indirect ook voor mezelf.’

Je ging ook in therapie.

‘Omdat ik door Benjamins komst geconfronteerd werd met mijn jeugd. Het voelde alsof ik met mijn rug tegen de muur stond. Ik was jong getrouwd en we hadden al twee kinderen: dat redde ik allemaal nog net. Maar toen deze baby kwam, wist ik het niet meer. In respons op mijn jeugd had ik geleerd om mezelf niet uit te spreken, om geen echte emoties te voelen en die zeker niet te tonen. Maar door de komst van Benjamin móést ik wel.’

Roger Neve voor Nouveau

Uiteindelijk is het jouw levenswerk geworden om je in te zetten voor veel meer kwetsbare kinderen. Samen met Jaap richtte je de Stichting Papageno op, die gezinnen met een autistisch kind helpt. Er zijn al twee Papageno-huizen, waar dergelijke jongeren wonen en er tegelijkertijd door middel van culturele evenementen en horeca interactie is met mensen zonder beperking.

‘Ik las het boek Het onverwoestbare kind van Lillian B. Rubin. Zij sprak met mensen die na een traumatische jeugd zijn uitgegroeid tot positief ingestelde volwassenen. Ze schrijft dat veel van die mensen voelen dat ze een opdracht hebben, iets dat uitstijgt boven alleen het eigenbelang. Omdat je daarmee zin geeft aan je traumatische ervaringen en tegelijkertijd werkt aan het eigen herstel. Daar herken ik me wel in. Voor mijn tweede boek Waar ben je thuis? heb ik onderzoek gedaan naar de positie van kwetsbare kinderen tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar ook naar de huidige situatie. In onze samenleving is weinig plaats voor kwetsbaarheid. Alles moet maar mooi, leuk en Instagramwaardig zijn. Het is inmiddels bijna dertig jaar geleden dat wij Benjamins diagnose kregen, maar in de zorg is intussen weinig ten goede veranderd.’

Powervrouwen
  • Roger Neve voor Nouveau