Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Angie: 'Hier in de woestijn heerst nog altijd en rust en vrede'

Angie liet alles achter om zich te vestigen in Egypte: 'Er zijn dagen dat ik niemand spreek. Hier in de woestijn heerst nog altijd en rust en vrede.'

woestijn sinai boom

Angie verruilde haar bestaan als kunstrestaurateur voor een leven in de woestijn, tussen de bedoeïenen. “Ik werd bedwelmd door de ruimte, de schoonheid en de fantastische natuur.”

Angie (42): “Mijn eerste vakantie naar een woestijn, in Jordanië, boekte ik in een opwelling. Ik was nog nooit buiten Europa geweest, wist amper waar Jordanië lág. Een vriendin had mij op deze wandelreis gewezen en ik werd direct betoverd door de  schitterende foto’s op internet.

Thuiskomen in de woestijn

Ik zou kort daarna al vertrekken en moest overhaast nog van alles regelen, zoals een nieuw paspoort. Dat was in 2005. In de woestijn was het alsof ik thuiskwam. Ik voelde me weer kind. Uitgelaten, onbevangen. Ik had zin om te rennen en te spelen.

Omdat mijn tentgenoot snurkte, zocht ik de tweede nacht al een plekje buiten. Daar lag ik, onder een overdonderde hoeveelheid sterren. Sindsdien heb ik in de woestijn nooit meer in een tent geslapen!

Bedoeïenen

Omdat de rest van de groep veelal  stelletjes of vriendinnen waren, zat ik vaak bij de mensen die ons begeleidden, bedoeïenen met hun prachtige, lange jurken. Ook bij hen voelde ik me op mijn plek. Ondanks de taalbarrière hadden we het grootste plezier.

Toen ik na acht dagen naar huis moest, heb ik gehuild en gehuild, zó erg vond ik het. Dat was niets voor mij: ik ben geen emotioneel type en sta doorgaans stevig met mijn voeten op de grond. Maar het gemis groeide uit tot een depressie die  drie maanden aanhield.

Heimwee naar de woestijn

Terwijl ik toch een heel fijn leven had in Nederland. Ik werkte als zelfstandig kunstrestaurateur op hoog niveau, had een vriend en een uitgebreid sociaal netwerk. Maar de heimwee bleef, onderhuids. Keer op keer bekeek ik met weemoed mijn vakantiefoto’s en luisterde ik naar bedoeïenenmuziek.

Dicht bij de natuur

Ik ben opgegroeid in Zuid-Frankrijk. Mijn ouders trokken daarheen toen ik zes was, om er een camping in de bergen te beginnen. Ik heb er een zalige jeugd gehad. Zodra ik uit school kwam, gooide ik mijn boeken in een hoek om in bomen te gaan klimmen. Ik heb altijd dicht bij de natuur gestaan.

Van Parijs...

Op mijn 27ste ben ik naar Parijs verhuisd. Ik studeerde aan het Institut National du Patrimoine,  een toonaangevende opleiding voor restauratoren en conservatoren van het cultureel erfgoed. Maar ik kon niet aarden in Parijs. Ik vond de bewoners gehaast en onaardig.

...naar Amsterdam

Toen ik stage liep in Amsterdam, werd ik getroffen door de vriendelijkheid van de  mensen daar. Ze waren open minded, altijd in voor een praatje. Nadat ik cum laude afstudeerde, besloot ik naar Nederland te gaan. Ik woonde in tijdelijke onderkomens, vaak antikraak, terwijl ik door mijn goede opleiding bijzonder werk kon doen, bijvoorbeeld voor het Scheepvaartmuseum, het Amsterdams Historisch Museum en het Rijksmuseum.

Kunstschatten

Ik heb gewerkt aan vele kostbare schatten uit de Nederlandse geschiedenis. Het is mijn passie en ik was ervan overtuigd dat ik dat altijd zou blijven doen. Ook na die eerste woestijnreis. Hoeveel moeite ik ook had om weer te aarden in Nederland, ik pikte mijn normale leven weer op.

De schoonheid van de Sinaï

Pas een jaar later ging ik terug naar de woestijn: ditmaal naar de Sinaï in Egypte. Opnieuw werd ik bedwelmd door de rust en ruimte, de schoonheid, de fantastische natuur, maar ook het gevoel dat dit de plek was waar ik hoorde.  En opnieuw kwamen de tranen bij vertrek.

Toen ik thuiskwam, kreeg ik na twee dagen een uniek cadeau: de organisatie met wie ik was gegaan, belde me op, om te vragen of ik voortaan tweemaal per jaar deze woestijnreis wilde begeleiden. Het was voor hen overduidelijk dat ik mij er helemaal in mijn element had gevoeld.

Hoewel ze alleen de vliegreis en het verblijf zouden vergoeden, nam ik het aanbod aan. Voortaan wist ik bij ieder vertrek dat ik zou terugkomen. Ondanks dat bleven de tranen telkens branden.

Kantelpunt

En toen werd mijn vader ziek, begin 2010. Ik heb met hem altijd een speciale band gehad en stond hem intensief bij tijdens zijn korte ziekteproces. Na zijn dood was ik zo van slag dat ik twee maanden vrij heb genomen en naar Egypte ben gereisd.

Ik had toen ook net mijn relatie verbroken. Ik vertrok alleen met een  rugzak, zonder enig plan. Vanaf het vliegveld stapte ik op een bus en belandde ik uiteindelijk in Nuweiba, een piepklein badplaatsje  aan de Rode Zee, waar ik nooit eerder was geweest en waar het toerisme nog amper ontwikkeld is.

Hart verloren aan de woestijn

Er is een grote bedoeïenengemeenschap en pal achter Nuweiba begint de woestijn. Hier huurde ik een hutje en zat ik urenlang voor me uit te staren. Ik dacht aan mijn vader, die zo graag een keer met mij naar de woestijn had gewild, omdat hij wist dat ik er mijn hart aan had verloren. 

Het was er niet van gekomen. Ik realiseerde me dat je dingen die  je graag wilt, niet moet uitstellen. Als je de energie en gezondheid hebt om je dromen waar te maken, dan moet je het doen.

Emigreren

Ik besloot definitief te emigreren. Hoe ik het zou gaan aanpakken, wat ik zou gaan doen, ik had nog geen idee. Maar ik dacht: ik heb twee handen, ik heb een hoofd, ik ben niet lui, ik ga me hoe dan ook redden.

In drie maanden tijd heb ik in Nederland mijn verleden afgerond en mijn toekomst opgebouwd. Al mijn spullen heb ik weggegeven: aan vriendinnen, aan de kringloopwinkel.

Nee, in mijn omgeving was niemand verbaasd over mijn beslissing. Ze hadden het eigenlijk allemaal zien aankomen. Ik rondde mijn laatste opdrachten af en werkte ondertussen ’s nachts aan mijn website.

Afscheid van Nederland

Die drie maanden waren heel bijzonder. Hoe hectisch ook, ik leefde opeens al zó in het hier en nu. Als ik langs de Amsterdamse grachten fietste, zag ik meer dan ooit hoe mooi ze waren. Ik ontmoette in deze tijd ook de meest inspirerende mensen. Toch vond ik het niet moeilijk om de stad waar ik tien jaar met liefde had gewoond en alle dierbare mensen die ik er had leren kennen, achter te laten. 

Er is internet, skype, mogelijkheden tot contact te over. Het enige wat telde, was dat ik nu naar de plek zou gaan waar ik hoorde. Ik boekte een one way ticket − nog een hele klus om die te vinden.

Bedoeïenenhuisje

Op 21 september 2010 stapte ik op het vliegtuig, met nog geen twintig kilo aan bagage en een laptop. Ik heb eerst een klein flatje gehuurd in Nuweiba, maar inmiddels heb ik hier een bedoeïenenhuisje met tuin, met uitzicht op de zee en achter me de bergen van de woestijn. Adembenemend.

Ik organiseer betaalbare, kleinschalige woestijnreizen. Yoga- of natuurreizen, maar ook reizen op maat, waarbij groepen van maximaal acht mensen met kamelen de woestijn in trekken, slapen onder de sterrenhemel en vers brood en andere eenvoudige maar heerlijke gerechten eten die voor hen op een houtvuurtje worden gemaakt.

Nomaden

Ik heb de naam Feel The Desert gekozen omdat ik de nadruk wil leggen op het  ‘beleven’ van de woestijn. Ik werk uitsluitend met bedoeïenen. Dit nomadenvolk is een minderheidsgroep (nog geen één procent van de bevolking) in Egypte. Ze worden gezien als derderangsburgers. Zo zijn hun scholen slecht, de Egyptische overheid investeert gewoon niet in hen.

Ze vinden de bedoeïenen ongrijpbaar en dat zíjn ze ook: ze hebben een eigen taal, een eigen rechtssysteem, eigen gewoontes en al zijn de meesten heel arm, ze zijn enorm trots. Zíj zijn het geweest die tijdens de recente revolutie de vele checkpoints hier aan de kust, die eerder onder de hoede waren van corrupte politieagenten, hebben bemand en hebben gezorgd dat het hier veilig en rustig bleef.

Hulp van de bedoeïenen

Met Egyptenaren heb ik niet veel, uitzonderingen daargelaten, met de bedoeïenen voel ik mij juist erg verwant. Ik wil ze helpen. Voor elke kameel die ik voor toeristen inhuur van de bedoeïenen, kan een heel gezin eten. Dat doet mij goed. Ik help hen, maar zij helpen mij ook. Zonder hen zou ik hier niets voor elkaar krijgen.

Wat kan ik me nog meer wensen?

Die afhankelijkheid is nieuw voor mij, in Nederland deed ik alles in mijn eentje. Maar dit voelt eigenlijk heel prettig. Ik voel mij opgenomen, gewaardeerd en gerespecteerd door de mensen, en heb heel goede vrienden gevonden. Wel blijft het soms moeilijk communiceren door de taalbarrière en er zijn zeker ook eenzame momenten, dagen dat ik niemand spreek. Maar dan zit ik met mijn laptop in de zon, met uitzicht op zee en de wind in mijn haar, en dan denk ik: wat kan ik mij nog meer wensen? 

Meestal geen bereik

Van de reizen naar de woestijn geniet ik net zo veel als de deelnemers. Voor hen is het wel wennen: van de dagelijkse drukte naar een verlaten, woest gebied waar je mobiele telefoon meestal geen bereik heeft.

Ik ken de woestijn inmiddels erg goed, maar ‘gewoon’ wordt het nooit: de overweldigende natuur blijft me verwonderen. Er is ook zo veel afwisseling. Het standaardbeeld van eindeloze zandvlaktes klopt in de Sinaï absoluut niet: er zijn landschappen in alle kleuren van de regenboog.

Rust in mij

Het toerisme heeft wel een klap gekregen sinds de opstand, maar ik hoop dat het snel weer aan gaat trekken. Er is geen enkele reden om weg te blijven: hier aan de kust, bij de woestijn, heerst nog altijd rust en vrede. Die rust is er nu ook in mij gekomen, en daar voel ik mij heel gelukkig bij.

Het is mijn droom ooit iets op te zetten om de bedoeïenvrouwen en  -kinderen te helpen, maar daarvoor zal ik eerst de taal beter moeten leren. Dromen heb ik nog genoeg, maar mijn grootste droom, hier voorgoed wonen, heb ik al waargemaakt, en ik heb er nog geen moment spijt van gehad.”

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Openhartig
  • Getty Images