Beter slapen? 3 simpele tips om je op weg te helpen

De een is beter in slapen dan de ander, maar we kunnen bijna allemaal wel wat méér slaap (of: betere slaap) gebruiken. Gelukkig staat het internet bol van de goede tips waar we ons voordeel mee kunnen doen.

Wij verzamelden deze drie toppers om mee te beginnen, voor een uitgerust einde van het jaar.

1 – Breng minder tijd in bed door

Klinkt misschien als het tegenovergestelde van wat je wil of zelf zou doen, maar slaapwetenschappers raden je bij onregelmatige slaap (waarbij je niet in slaap valt, of 's nachts wakker wordt en niet weer in slaap kunt vallen) wel degelijk aan om je beduren te beperken. Je kunt beter later naar bed gaan, als je écht moe bent, dan dat je twee uur naar het plafond ligt te staren. 

Om je lichaam weer op een fijn schema te krijgen sta je een ochtend extra vroeg op (ongeacht hoe je nacht geweest is) en blijf je op tot je echt niet meer kunt. Daarvan krijg je een zogenaamde sleep drive. Doe je dat een paar nachten op rij, dan zul je al snel merken dat je sneller in slaap valt en minder vaak wakker wordt. Simpelweg omdat je lichaam echt zin heeft gekregen in slapen.

2 – Slaap je niet? Hop, uit bed

Liever dan dat je om drie uur 's nachts gaat liggen draaien en tobben, zien slaapexperts dat je er maar gewoon uit gaat. Pak een boek en ga op de bank zitten lezen. Word je toch weer moe? Ga dan terug naar bed. Enige valkuil om te vermijden: ook als je er 's nachts een paar uur uit bent geweest, moet je wel op je normale tijdstip opstaan. Dat doet even zeer, maar is de beste manier om snel weer een normaal ritme te krijgen.

3 – Train je brein

Slecht slapen is vaak het gevolg van een druk brein. Meestal neem je overdag niet de tijd om je gedachten op een rij te krijgen. Dat gaat je brein dan dus fijn in het donker liggen doen. De kenners raden een brain dump aan: neem aan het einde van je dag of werkdag even de tijd om al je gedachten op papier te zetten. Je hoeft niets op te lossen, maar het stáát maar ergens. En misschien valt de hoeveelheid je mee, dan neem je die gedachte ook weer mee naar bed.

Nog een bonustip: maak als je in bed tóch gaat liggen tobben onderscheid tussen je echte problemen ('Ik ben mijn baan kwijtgeraakt') en hypothetische problemen ('Wat als ik mijn baan kwijtraak?'). Voor de dingen waar je controle over hebt, kun je een plan trekken, voor andere dingen niet. Als je dat overdag al realiseert, hoeft je brein daar 's nachts niet meer over te wikken en wegen.

Het proberen waard. 

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in