Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Prinses Marie-Christine: de Belgische Royal Rebel

Het veelbewogen leven van de 'verstoteling van Laken'. Wie La Brisure, de autobiografie van prinses Marie-Christine, leest beseft nog eens extra wat een zegen koning Filip en koningin Mathilde zijn voor de Belgische monarchie en de koninklijke familie van de zuiderburen. Had Filip het als kind ze...

Prinses Marie-Christine: de Belgische Royal Rebel

Het veelbewogen leven van de 'verstoteling van Laken'.

Wie La Brisure, de autobiografie van prinses Marie-Christine, leest beseft nog eens extra wat een zegen koning Filip en koningin Mathilde zijn voor de Belgische monarchie en de koninklijke familie van de zuiderburen.

Had Filip het als kind zelf ook nog zwaar te verduren, Mathilde en hij hebben toch een schier eindeloze cirkel van verwaarlozing en liefdeloosheid weten te doorbreken – iets waar zijn oud-tante duidelijk ook naar snakte.

Marie-Christine Daphné Astrid Elisabeth Léopoldine (70) is het tweede kind uit de tweede leg van koning Leopold III van België en prinses Lilian Baels. Ze had een negen jaar oudere broer Alexander en heeft een jonger zusje, Esmeralda.

Ze kwam voor het eerst echt in beeld als bruidsmeisje op het huwelijk van haar halfbroer koning Boudewijn met Fabiola. Marie-Christine raakte zo overweldigd door de druk dat ze flauwviel en de rest van de ceremonie in de sacristie op tv moest volgen. Op deze beelden is ze vermoedelijk al afgevoerd. Haar andere halfbroer is oud-koning Albert, de vader van huidige koning Filip.

Een gezellige jeugd had ze niet, hoe cute deze foto ook is. In de periode dat ze werd geboren, heerste er in het paleis een sombere, bittere sfeer. Haar vader moest een half jaar voor haar geboorte vanwege zijn geheime huwelijk en een flirt met Hitler in WOII aftreden ter faveure van zijn nog heel jonge zoon Boudewijn.

Marie-Christine staat tweede van links, naast haar veel oudere halfbroer koning Boudewijn. De foto is van de verloving van Albert en Paola.

En haar moeder – niet erg geliefd bij het volk - was gefrustreerd dat ze nooit koningin zou worden en had duidelijk meer met Esmeralda (hier op schoot bij Lilian), die ze 'slimmer en knapper' vond. Een meisje zou van minder een minderwaardigheidscomplex krijgen.

Prinses Lilian was zo dol op de Britse schrijver Daphne du Maurier dat ze haar oudste dochter graag zo had willen laten dopen, maar de regering vond ‘prinses Daphne’ niet historisch en katholiek klinken. “Iedereen noemde mij Daphne”, schrijft Marie-Christine in haar memoires. “Pas toen ik zeven was en voor het eerst officieel in het openbaar zou verschijnen, kreeg ik te horen dat ik in Oostende een schip zou dopen en dat ik moest tekenen met ‘Marie-Christine’. Tot dan wist ik niet beter dan dat ik Daphne heette.”

Haar eerste herinneringen zijn aan het park van Laken, waar “zo veel te beleven was voor een kind. Er was een theatertje waar ik met het kindermeisje naartoe ging om toneeltjes te spelen. Het publiek dachten we er maar bij. Schaatsen deed ik ook, maar niet op ijs. Ik rolschaatste in de brede gangen van de balzalen. Er was een boot waarmee we op de vijvers gingen roeien.”

'Prinsesjes, voorbestemd om na hun huwelijk een koninklijk lot te aanvaarden, hebben in die wereld geen recht op emoties'

Marie-Christine was verzot op haar lievelingsknuffel Residu, een eend, die op een dag plots van haar afgenomen werd. “Veel later heb ik ingezien waarom, maar zonder het te begrijpen: prinsesjes, voorbestemd om na hun huwelijk een koninklijk lot te aanvaarden, hebben in die wereld geen recht op emoties, op verknochtheid. Zelfs niet aan een door grasmaaiers verhakkelde pluchen eend.” Het regiem was inderdaad hardvochtig: zodra ze zich hechtte aan een kinderjuf, werd die vervangen: ze versleet zo 24 nanny's en gouvernantes.

Schone schijn voor de buitenwereld: Marie-Christine en Esmeralda in hun ponnetjes bij Juliana, Beatrix en Boudewijn in 1960

Marie-Christine ervoer haar jeugd dan ook als eenzaam, “zonder ouders of zonder broer of zus. Over mijn ouders herinner ik me uit die tijd niets meer. Zij woonden in een andere vleugel van het kasteel. We kregen hen niet vaak te zien. Boudewijn wel, die kwam me opzoeken in mijn kinderkamer. Toen ik door een val met de fiets mijn sleutelbeen had gebroken, kwam hij me troosten omdat ik pijn had. Als broer was hij werkelijk een man uit duizenden.” 

'Het leven was voor mij het leven dat ik leidde… omringd door kindermeisjes en rijkswachters'

Uit haar memoires blijkt hoe vervreemdend haar jeugd was. "Ik had helemaal niet het gevoel dat ik deel uitmaakte van een koninklijke familie, omdat ik nu eenmaal niets had om te vergelijken. Had ik vriendinnetjes gehad, dan zouden die mij ongetwijfeld over hun leven verteld hebben en was ik mij vragen gaan stellen. Maar aangezien ik geen enkel contact had met de buitenwereld, was het leven voor mij het leven dat ik leidde… omringd door kindermeisjes en rijkswachters.”

'Ik heb al vaak gezegd dat mijn vader tegelijk afstand heeft gedaan van de troon en van zijn gezin'

In december 1960, na het huwelijk van koning Boudewijn met Fabiola de Mora y Aragón, verhuisden Leopold en Lilian met hun inmiddels drie kinderen – in 1956 kwam prinses Esmeralda erbij -  naar het kasteel van Argenteuil, diep in het Zoniënwoud rond Waterloo. “Ik heb al vaak gezegd dat mijn vader tegelijk afstand heeft gedaan van de troon en van zijn gezin. En dat Lilian in Argenteuil de scepter zwaaide omdat ze dat in Laken niet kon.”

Het was een zeer geïsoleerde plek om op te groeien voor een puber. “Mijn eenzaamheid kon niet groter zijn’, schrijft ze. ‘De puberteit is in normale omstandigheden al een moeilijke tijd, maar als je met niemand iets kunt delen, laat het je niet meer los en wordt het een verschrikking.”

Eén keer probeert Marie-Christine haar emoties tegen haar moeder te uiten. “Je hebt geen reden om je slecht te voelen, alles gaat prima”, onderbreekt Lilian haar. “Hou dus maar op met jammeren over je lot, hou je met iets bezig. Neem een goed boek en het zal beter gaan.” 

'Dat ik geen makkelijk kind was, valt niet te ontkennen. Ik was erg verward'

“Voor mijn moeder ben ik tot de dag van haar overlijden bang geweest. Het heeft tussen ons nooit geboterd. Ze was dominant en hard. Dat ik geen makkelijk kind was, valt niet te ontkennen. Ik was erg verward. Mijn ouders spraken me er niet rechtstreeks over aan en hadden ook geen inzicht in de psychologie van een kind of puber, maar ze dachten dat ik onevenwichtig was.”

Marie-Christine schreef geregeld brieven aan haar moeder waarin ze om liefde en affectie smeekte, en vluchtte weg in een droomwereld: “Vooral in mijn adolescentie heb ik niets anders gevoeld dan een hevig verlangen naar leven, experimenteren…”

'Omdat ik als een klein meisje werd behandeld, gedroeg ik mij ook zo'

Haar ouders vinden haar gedrag “bizar” en “dachten dat ik gestoord was”. Er werden psychologen en psychiaters bijgehaald. “Lichamelijk was ik een jonge vrouw, maar niet in mijn hoofd. Omdat ik als een klein meisje werd behandeld, gedroeg ik mij ook zo.”

Haar tienertijd is vreselijk. Ze zegt dat ze door haar moeder werd geslagen, vernederd, wekenlang werd doodgezwegen en opgesloten. “Als kind al voelde ik me ongeliefd, gehaat zelfs. Ik was nooit goed genoeg voor haar. Ik was lelijk en dom. Ik zou nooit iemand vinden die van me zou houden. Alles wat ik deed, was in haar ogen verkeerd.”

Terwijl Esmeralda thuisonderwijs kreeg, verdween Marie-Christine naar kostscholen: een Engels klooster in Brugge, Saint-Gervais bij Chamonix en een kostschool nabij Parijs. Ze was vooral dwars, hield zich niet aan de dresscode en bleek geen hoogvlieger te zijn: een diploma kwam er niet.

Marie Christine bij de doop van een schip

Niet dat dit haar ouders iets kon schelen: "In de ogen van mijn ouders lag mijn lot bij voorbaat vast: trouwen met een aristocraat, bij voorkeur met een buitenlander om typisch Belgische strubbelingen met Vlaanderen en Wallonië te vermijden, en daarna kinderen krijgen.”

Rond haar zestiende wordt Marie-Christine na een bal in Parijs verkracht door een neef. “Vanzelfsprekend was ik nog banger voor mijn moeder dan voor hem," zegt ze. "Ik zei er dus niets over. Ik dacht dat ik ging sterven.”

'Mijn verkrachter liep intussen in Parijs te snoeven dat hij mij genomen had'

Als haar moeder er via-via toch achter komt, hoeft ze niet op medeleven te rekenen. “Ik dacht dat ze me zou vastnemen en troosten, maar nee. Ze sloeg me”, zegt Marie-Christine. “Mijn moeder zat meer in met een schandaal dan met het welzijn van haar dochter. Zij nam het op voor die neef en ging ervan uit dat de fout bij mij lag. Erger nog, ik werd ervoor gestraft. Ze sloot mij twee maanden op in een sombere kamer in ons huis in het Zuid-Franse Biot.” Een kamermeisje bracht maaltijden en verschoont de lakens. “Ik mocht niet naar buiten. Mijn verkrachter liep intussen in Parijs te snoeven dat hij mij genomen had. Het was een rokkenjager met een voorkeur voor erg jonge meisjes."

'Ik zocht affectie en ik zocht die bij jongens die niet in staat waren die te geven'

Het gevolg was dat de prinses zich steeds meer ging afzetten. Met het gevoel niets meer te verliezen te hebben glipte ze regelmatig weg van Argenteuil om jongens te ontmoeten. “Ik vlinderde van de ene naar de andere en vond nergens voldoening. Ik zocht affectie en ik zocht die bij jongens die niet in staat waren die te geven. Ik gedroeg mij ofwel als een slet ofwel als een naïef kind.” 

Ze is inmiddels een twintiger en wordt nog altijd gestraft door haar ouders. "Ik voelde mij in hoge mate nutteloos. Mijn moeder hamerde erop hoe oninteressant ik was en dat ik nooit een correcte man zou vinden. Ik had geen greintje zelfvertrouwen.”

'Ik bezocht disco’s, rookte joints, flirtte met jan en alleman, kwam stiekem thuis om vijf uur in de ochtend'

In de jaren zeventig overtrof Marie-Christine prinses Caroline van Monaco in feesten en beesten. "Ik was niet te houden," zegt ze. "Natuurlijk beging ik de ene dwaze streek na de andere. Ik bezocht disco’s, rookte joints, flirtte met jan en alleman, kwam stiekem thuis om vijf uur in de ochtend.”

Voor straf werd ze een paar maanden naar rijke, discrete vrienden van haar moeder in Toronto gestuurd. De 'straf' ervoer Marie-Christine als een bevrijding. Ze vond een baantje als telefonist bij de protocollaire dienst van de regering. Later ging ze als productieassistent bij TV Ontario aan de slag en zette in Toronto de bloemetjes buiten.

Toen haar moeder eiste dat ze naar huis kwam, maakte de prinses een noodsprong: voor een verblijfsvergunning trouwde ze met Paul Drucker, een homoseksuele weduwnaar en restauranthouder met drie kinderen die graag piano speelt. De breuk met thuis is hiermee compleet.

De foto's zijn schone schijn, het huwelijk was geen succes: “Ik was amper getrouwd of ik besefte dat ik een dwaasheid had begaan. Toen we terug in Toronto waren, organiseerde Drake een groot feest in zijn zaak en zei hij tegen iedereen die het horen wilde: “Jullie dachten allemaal dat ik een queen was, maar nu ben ik een prins”. En ik was het sierstuk van die queen.”

Al na twee maanden verliet ze hem en moest 'de verschoppeling van Laken' zichzelf redden. “Ik had geen rooie duit meer, geen werk en nauwelijks hoop voor de toekomst.” Om rond te komen aanvaardt ze allerlei klusjes. Zo gaat ze babysitten en geeft ze in badpak commentaar bij een modeshow. “Ik droeg geen verantwoordelijkheid, leidde een vrolijk en zorgeloos leven. Argenteuil negeerde mij. Voor hen bestond ik blijkbaar niet meer.”

Het waren turbulente tijden, ze zwierf van laagbetaald baantje naar laagbetaald baantje. "Mijn probleem is dat ik ben geboren noch ben opgevoed om te werken", zegt ze daarover. "Ik heb geen diploma's, ik weet niks, ik heb alleen mijn naam." Marie Christine krijgt een knipperlichtrelatie met Jean-Paul Gourgues, raakt zwanger van een Australiër, ondergaat een abortus, gaat verder met Gourgues en keert in 1983 in het geheim terug om afscheid van haar vader te nemen. De begrafenis woonde ze niet bij.

Het duurde jaren voor de erfenis was geregeld en al die tijd zaten de prinses en haar echtgenoot op zwart zaad. Formeel was ze nog met Drake getrouwd, maar ze had geen geld om de echtscheiding te betalen. Koning Boudewijn betaalde die uiteindelijk voor haar. “Uiterst discreet natuurlijk.”

Toen eindelijk de erfenis op haar rekening stond, waren haar geldzorgen tijdelijk voorbij. Het was 'maar' 1 miljoen dollar, maar Jean-Paul en zij kunnen er van naar Los Angeles verhuizen. Daar leven ze er een tijdje leuk van, tot het geld op is. “Zoals men ons niet leerde te werken, heeft men ons niet geleerd hoe we geld moesten beheren,” zegt ze.

“Het was een harde klap,” aldus Marie-Christine. “Plots zag ik zonneklaar hoeveel geld waard was en wat je niet meer kunt doen als je er geen hebt. Vier jaar zou die klap aanhouden, vier jaar waarin onze situatie almaar sterker achteruitging.”

'Ik heb geen diploma’s, ik weet niks. Ik kan enkel mijn naam gebruiken'

Ze verkocht haar huis in LA en verhuisde met haar man naar Las Vegas, maar ook daar verdampt het geld snel. De prinses besloot zich te laten betalen voor interviews. Het VTM-programma “Telefacts” komt over de brug en filmt haar. “Mijn probleem is dat ik niet ben geboren of ben opgevoed om te werken”, zegt ze voor de camera. “Ik heb geen diploma’s, ik weet niks. Ik kan enkel mijn naam gebruiken, voor public relations of als woordvoerder. Dat zou ik wel goed kunnen. Ik ben echt platzak. Ik draai elke dollar om.”

Marie-Christine in 2001, de man rechts is haar echtgenoot Jean-Paul Gourgues

Na dat interview stonden de media in de rij voor meer. Marie-Christine's halfbroer koning Albert was inmiddels aan de macht en grijpt in teneinde meer ontboezemingen over de familie te voorkomen: ze krijgt een maandelijkse toelage.

In 2002 overleed haar moeder Lilian, die ze dan al 30 jaar niet meer heeft gezien. Marie-Christine voelde zich bevrijd. "Voor mijn moeder ben ik bang geweest tot de dag van haar overlijden. Er zijn dingen die ik haar niet vergeef en ik zie ook niet in waarom ik het wel zou doen. Ze heeft mij trouwens nooit om vergiffenis gevraagd. Ze is er altijd bij gebleven dat zij gelijk had en ik ongelijk."

Prinses Esmeralda van België

Ook de erfenis van Lilian bood enige financiële lucht. De prinses verhuisde met haar man en huisdieren naar een houten huis in Sequim, in de buurt van Seattle. Daar lijkt ze haar draai te hebben gevonden, al weet niemand precies hoe het met haar gaat. Contact met haar familie heeft ze nog altijd niet, zelfs niet met haar zus prinses Esmeralda: er is teveel gebeurd.

Foto's (c) Getty Images, ANP, Alamy

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in