Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Irene (55): 'Ingebeelde lelijkheid verwoestte mijn leven'

Irene (55) was er haar leven lang van overtuigd dat ze lelijk was en om die reden geen liefde en succes verdiende. Totdat haar dochter, die sprekend op haar lijkt, op straat werd gescout als fotomodel.

vrouw schouder

Irene (55) was er haar leven lang van overtuigd dat ze lelijk was en om die reden geen liefde en succes verdiende. Totdat haar dochter, die sprekend op haar lijkt, op straat werd gescout als fotomodel.



‘Ik dacht dat het een grap was toen die dame Leonie een kaartje gaf met daarop de naam van een bekend modellenbureau. Een zeer misplaatste grap, vond ik. Meisjes van die leeftijd zijn al zo onzeker over hun uiterlijk, daar moet je niet mee sollen.

Ik zag de enorme verbazing en voorzichtige blijdschap op het gezicht van Leonie. “Ik? Model? Nee, dat is nooit in me opgekomen?,” antwoordde ze op de vraag van de opdringerige dame of ze ooit wel eens modellenwerk had gedaan of overwogen.

Mijn hart kromp ineen. “Laat dat kind met rust!” wilde ik haar toeroepen. Ik moest de neiging onderdrukken om mijn dochter bij de arm te pakken en mee te sleuren. “Vergeet het,” wilde ik tegen haar zeggen. “Maak je geen illusies. Je bent prachtig, maar niet op een modellenmanier, gewoon op je eigen manier.”

Ik wilde haar beschermen tegen de enorme teleurstelling die onvermijdelijk zou volgen op dit belachelijke voorstel. Waar haalde dat mens het vandaan? Ik wilde weleens weten welk spoor van ellende zij inmiddels al had getrokken. Eerst meisjes laten dromen, om die dromen vervolgens genadeloos aan gruzelementen te slaan. Maar ik hield me in. Gelukkig maar. Want ik had het totaal bij het verkeerde eind. Leonie bleek wel degelijk modellenpotentieel te hebben!

Ik was totaal verbluft toen ik de eerste foto’s zag. Was dat mijn dochter? Waar was mijn lelijke eendje gebleven? Ik weet het, het klinkt niet fraai, je eigen dochter als lelijk eendje betitelen. Maar zo zag ik haar wel. Niet dat ík haar lelijk vond, absoluut niet. Ze is mijn dochter, zij is het liefste wat ik heb. Iemand van wie je houdt, vind je natuurlijk nooit echt lelijk.

Maar als ik haar objectief bekeek, zag ik zoveel onvolmaaktheden, dat ik me niet kon voorstellen dat een ander haar ooit knap zou vinden. Dat heb ik nooit zo tegen haar uitgesproken, hoor. Maar ik heb wel altijd geprobeerd haar verwachtingen te temperen en haar dromen te sturen in een richting waarin ze het niet zou moeten hebben van haar uiterlijk.

Dat uitgerekend Leonie zou worden gescout als model… Het zette mijn wereld meer op z’n kop dan de hare. Tieners zijn zo flexibel. Wat de ene dag nog een absolute waarheid is, is de volgende dag passé. Voor mij werkt dat niet meer zo. De paar absolute waarheden waar ik me als vijftiger aan vasthou, zitten al zo diep in mijn hersenen gegroefd. Zie die er maar eens uit te krijgen. Maar voor die uitdaging stond ik dus ineens.

Als mijn dochter mooi wordt gevonden, een schoonheid is in de ogen van velen, schittert op catwalks en in tijdschriften, hoe kan ik dan nog blijven denken dat ze wel moeders liefste is, maar niet moeders mooiste?

En over die moeder gesproken: Leonie lijkt mij op mij, als twee druppels water volgens velen. Dat kreeg ik al te horen toen ze nog geen jaar oud was. Het arme kind, dacht ik dan, bedeeld met het slechtste van twee werelden: het karakter van haar vader, het uiterlijk van haar moeder. Met die overtuigingen - ik ben lelijk, mijn ex Henri is slap - heb ik jarenlang iedereen tekort gedaan, besef ik nu.

Na de ontmoeting met die scout vroeg ik me in eerste instantie af of het misschien door de veranderde mode kwam, dat mijn dochter nu ineens als mogelijk model werd gezien. Je ziet het immers steeds vaker: modellen met scheve tanden, flaporen en allerlei andere uiterlijke kenmerken die wij vroeger lelijk noemden.

Maar die gedachten werden door de eerste foto’s meteen van tafel geveegd. Die ogen, die jukbeenderen, dat haar… Leonie was in één woord prachtig! Ik ging voor de spiegel staan en bekeek mezelf aandachtig.

Hardop zei ik: “Leonie lijkt sprekend op jou, Irene. Dan zal er toch ook iets van schoonheid in jou moeten zitten.” Maar op dat moment kon of durfde ik het nog niet te zien. “Tweelingen lijken ook op elkaar,” zei ik tegen mezelf, “toch is de ene vaak veel mooier dan de andere.”

Niettemin veranderde er iets in mij. Ik merkte dat ik anders bewoog, me anders ging kleden en opmaken. Heel behoedzaam hoor, alsof ik mijn hand niet wilde overspelen. De grote verschuiving vond plaats toen ik Leonie vergezelde naar een fotoshoot en joviaal werd onthaald door de fotograaf: “Wauw,” zei hij, “nou, je kunt wel zien van wie Leonie haar looks heeft.”

Voor hem was het een terloopse opmerking waar hij niets mee bedoelde, een constatering; maar juist daardoor had het een ongelofelijk effect op me. Met moeite kreeg ik er een glimlach uit, maar ik stond te trillen op mijn benen en diep in mij brak er iets.

Eenmaal thuis gooide ik het er allemaal uit. Ik huilde en huilde maar door. Vijftig jaar opgespaard verdriet. Maar verdriet om wat dan? Omdat ik mezelf nooit knap had kunnen vinden? Hoe oppervlakkig. Maar nee, dat was het niet, dat voelde ik ook wel. Ik had er misschien prima mee kunnen leven dat ik niet de knapste was, niet iedereen kan tenslotte even mooi zijn, als ik maar niet het gevoel had gehad daarom minder waard te zijn. Maar waar kwam dat gevoel dan vandaan?

Na een paar gesprekken met een psycholoog denk ik dat nu wel te begrijpen. Waarschijnlijk is het de erfenis van mijn moeder, die nooit een baan buiten de deur heeft gehad, maar een dagtaak had aan uiterlijkheden. Haar kleding, haar make-up, haar kapsel, ons interieur, onze tuin; het was allemaal tot in de puntjes verzorgd.

Mijn oudste zus liet zich gewillig naar haar ideaalbeeld plooien, maar ik was recalcitrant. Ik was niet zo’n meisje-meisje, ik wilde ravotten, broeken dragen, kort haar… Achteraf denk ik dat ze heus wel van me heeft gehouden, maar omdat zij niet met mij pronkte zoals met mijn zus, niet met mij ging winkelen of naar restaurants ging, heb ik als kind onbewust geconcludeerd dat ze niet van mij hield, vanwege mijn uiterlijk.

Daar kwam bij dat ik al vroeg lang was. De jongens in mijn klas noemden mij “stengel”, wat ik een verschrikkelijk, kwetsend woord vond, en wilden met gym of andere vakken nooit met mij samenwerken. Logisch, naast mij waren zij kleine opdondertjes, geen prettige gewaarwording voor mannen in wording. Maar ik interpreteerde hun weigering om zich met mij te associëren als afkeer, vanwege mijn uiterlijk.

En dan waren er nog de jonge mannen die in het bedrijf van mijn vader werkten. In die tijd werd het nog als compliment beschouwd wanneer een man naar een vrouw floot. Je raadt het al: ze floten wel naar mijn kokette zus, maar mij – het jongetje - zagen ze niet staan, ook niet toen ik me wel meisjesachtig ging kleden en interesse voor het andere geslacht begon te krijgen. Het was te laat; ik was me gaan verstoppen. Mijn gezicht ging schuil achter een niet al te flatteuze bos haar en om mijn lengte te verhullen, liet ik mijn nek en schouders licht naar voren hangen.

Het is allemaal niet wereldschokkend. Het heeft geen enorme trauma’s opgeleverd. Maar helaas heb ik wel mijn zogenaamde lelijkheid decennia lang de schuld gegeven van alles wat er misging in mijn leven. Terwijl de enige die schuld had, ikzelf was. Ik dacht dat ik geen succes en liefde verdiende omdat ik lelijk was, het werd een self-fulfilling prophecy.

Ik ben heel blij dat de keten nu doorbroken is. Mijn dochter zal ongetwijfeld haar eigen problemen kennen, maar hopelijk helpen haar modellenwerk én mijn bewustwording haar wel om zichzelf met meer liefde en acceptatie te bekijken dan ik ooit heb gekund. Rijkelijk laat heb ik de veren van dat lelijke eendje van me afgeschud. Om te zeggen dat ik me nu een mooie zwaan voel, gaat me te ver, maar ik ben er inmiddels wel van overtuigd dat ik er mag zijn, letterlijk en figuurlijk.’



De namen in dit artikel zijn gefingeerd.

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Openhartig
  • Getty Images