Bubbels? Dit is het moment om van cava over te stappen op cider.
Begin oktober is een prima tijd om weer eens een glaasje appelcider in te schenken, warm of koud.
Het maken van cider lijkt een beetje op wijn, het is echt een ambacht dat al eeuwen in Europa wordt uitgeoefend. Vooral Normandië en Engeland staan er bekend om, maar ook in Nederland worden er lekkere ciders gemaakt.
Hoe gaat dat in zijn werk? Rond oktober worden de appels geselecteerd, gewassen en tot pulp (pommeau) vermalen, aldus Het Ciderhuis. Dit proces heet scratting. Deze pulp gaat in een speciale ciderpers. Hier wordt de pulp in houten mallen opgestapeld waarna het sap eruit geperst wordt.
Het sap wordt in vaten gefermenteerd bij een temperatuur van 4-6 °C. Om te voorkomen dat de cider gaat oxideren of verkleuren, wordt het vat zodanig gevuld dat er geen lucht bij kan komen. Nadat de fermentatie alle suikers geheel of gedeeltelijk heeft omgezet (dry of medium cider), wordt de drank geklaard (racked) en overgebracht naar een (eiken) vat voor rijping.
De cider is na drie tot 6 maanden gereed, maar blijft meestal voor de smaak nog langer in de vaten rijpen. In de praktijk geldt dat ambachtelijke gemaakte ciders meer smaak en persoonlijkheid hebben dan de ciders in de supermarkt. Die laatste zijn weer wel prima voor warme cider, een klassieker bij druilweer en kou.
Je kookt de cider daarvoor met specerijen als kaneelstokjes, steranijs, kruidnagel en honing naar smaak. De bubbels sneuvelen hierbij, maar je houdt er en heerlijk kruidig warm drankje aan over dat prima past bij bijvoorbeeld een winterbarbecue.
Wist je dat je ook lekker met cider kunt koken? Het gaat goed samen met varkensvlees, worst (denk aan het Spaanse gerecht Morcilla con Manzana), mosselen en doet wonderen voor boekweitpannenkoeken en andere pannenkoeken.
Foto's (c) iStock, Pixabay
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in