Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Krista (51): 'Onze relatie drijft op drank'

'We zijn niet verslaafd, als we willen kunnen we makkelijk van de fles afblijven'

drank

Na een mislukte Dry January moest Krista (51) concluderen dat haar relatie met Arno alleen werkt als ze dagelijks een fles wijn opentrekt – of meerdere flessen.

Goede voornemens

‘Eén keer hebben we aan Dry January gedaan. Vorig jaar. Twee weken hielden we het vol. Toen gingen we op vakantie. Dat was hét perfecte moment om onze dappere poging tot onthou­ ding voor gezien te houden, besloten we. Die veertien dagen zonder alcohol waren met stip de saaiste, ongezellig­ ste, meest troosteloze dagen uit ons huwelijksleven. Als we onszelf in de vakantie geen drank zouden toestaan, zouden we net zo goed niet kunnen gaan, zeiden we tegen elkaar. Aan het zwembad zonder cocktail, het diner zonder wijn, what were we thinking? Op vakantie wil je toch ontspannen? Maar ontspannen zonder drank, dat zagen we op dat moment echt niet meer voor ons.

Gezonder leven

Zo pessimistisch als we op dat moment waren, zo positief waren we aan onze alcoholvrije periode begonnen. We waren vast voornemens om het de hele maand vol te houden en hadden er ook alle vertrouwen in dat het ons zou lukken. We zijn per slot van rekening geen alcoholisten. We zijn niet verslaafd, als we willen kunnen we makkelijk van de fles afblijven. We keken echt uit naar een vakantie zonder drank. We zouden vroeg naar bed gaan en opstaan, zodat we alle tijd en energie zouden hebben voor lange wandelingen en fietstochten. Het zou ons goed doen, daarvan waren we overtuigd.

Dat idee kwam niet van onszelf, dat moet ik wel eerlijk bekennen. In eerste instantie was het mij aangepraat door de assistent van onze huisarts, bij wie ik me jaarlijks moet melden voor controle van mijn bloeddruk en cholesterol. Dat najaar had ze me ernstig toegesproken. Ik moest écht gezonder gaan leven, waarschuwde ze. Als ik zo door zou gaan, zou de arts me medicijnen moeten gaan voorschrijven. En dat vond ze, gezien mijn leeftijd, zonde. Vooral omdat er waarschijnlijk maar een paar simpele aanpassingen in mijn levensstijl nodig zouden zijn om het tij te keren. En toen kwam het: het dringende advies om de drank wat vaker te laten staan. Want, zei ze, ze had de indruk dat daar de meeste winst te behalen was. Ik was behoorlijk gepikeerd. Hoe kwam ze erbij? Ja, ik had weleens verteld dat ik dagelijks dronk, maar daar had ik toch duidelijk bij vermeld dat het meestal maar om een paar glazen ging. Het was echt niet zo dat ik elke avond straalbezopen mijn bed in viel. ‘Probeer het gewoon eens,’ zei ze, ‘ik weet zeker dat je een verschil zult merken.’

Stoppen met drinken

Ondanks mijn weerstand waren haar woorden wel tot me doorgedrongen. Ik vroeg me die avond tijdens het avond­ eten hardop af of ze gelijk had. Of ik echt zou afvallen als ik zou stoppen met drinken. Of dat werkelijk iets zou doen voor mijn bloeddruk. Arno zei dat we daar alleen achter konden komen door het te doen. ‘We?’ vroeg ik. ‘Natuurlijk,’ zei Arno joviaal, ‘we hebben altijd samen gedronken, dus stoppen met drinken doen we ook samen. En bovendien,’ zei hij terwijl hij naar beneden keek, ‘ik zou het niet erg vinden als die buik wat slonk.’ Zoals gezegd, begonnen we enthousi­ ast. Na de champagne van oudejaars­ avond deden we de wijnkelder op slot en stopten we de sleutel heel diep weg. We voelden ons sterk, eensgezind en optimistisch. Een feestelijk moment. Maar dat feestelijke was er op nieuwjaarsdag eigenlijk al vanaf. We hadden besloten niet naar de nieuw­ jaarsborrel van ons stamrestaurant te gaan, want ja, dat is de kat op het spek binden natuurlijk. In plaats daarvan maakten we een lange boswandeling. Tot zover ging het nog. Maar toen we thuiskwamen in een donker en koud huis, wisten we ineens niet meer wat we met onszelf aan moesten. Normaal gesproken zou ik de lampen aandoen, kaarsen aansteken en in de keuken wat toastjes en kaas bij elkaar scharrelen, terwijl Arno de haard zou aansteken en een mooie fles wijn uit de kelder zou halen. Maar verder dan de verlichting kwam ik niet. Want gezelligheid creëren zonder het meest essentiële ingrediënt, een fijn glas wijn, kwam me ineens heel triest en zinloos voor.

Liefdeloze wereld

‘Zal ik dan maar vast gaan koken?’ stelde ik Arno gelaten voor. Die eerste dag van Dry January 2023 lagen we al om tien uur in bed, want waar we na het eten gewend waren om einde­ loos lang na te tafelen en oeverloos met elkaar te kletsen, terwijl de ene fles wijn door de andere wordt vervan­gen, hadden we elkaar die avond maar weinig te zeggen.

In de weken die volgden, werd het er niet bepaald gezelliger op. Arno en ik hebben samen een zaak. Overdag zijn we allebei superserieus bezig met ons werk. Hij op kantoor, ik in de winkel. Om uit die gefocuste werkmodus te komen schenken wij altijd direct een glas wijn in zodra de deuren van de winkel gesloten zijn. Het is het moment waarop we de dag loslaten en elkaar weer omarmen, zo zou je het kunnen omschrijven. Als we dat glas wijn achterwege laten, blijft alles wat ons die dag heeft beziggehouden tussen ons in hangen. Dan blijven we in ons eigen wereldje, reageren we afwezig en zelfs enigszins verstoord op elkaars aanwezigheid en pogingen tot contact. Dat merkten we die maand des te meer. Echte grote ruzies hebben we weten te vermijden, maar wat hebben we op elkaar zitten katten. Echt niet te doen. Dat zijn wij zó niet. Wij zijn juist altijd heel geduldig tegen en lief voor elkaar. We luisteren naar elkaar, geven elkaar liefdevolle feedback, lachen veel samen. Maar dat was die weken allemaal ver te zoeken. Het gaf een heel eenzaam en kil gevoel om geen echt contact met Arno te kunnen maken, die verbinding niet te voelen. Ik was ineens in een heel liefdeloze wereld beland.

Vakantie

Dat Arno zich net zo ontheemd voelde, bleek toen we onze koffers aan het inpakken waren. ‘Heb jij er eigenlijk nog wel zin in?’ vroeg hij lusteloos. En daarmee was het opstandige kind in mij gewekt. ‘Nou,’ zei ik lachend, ‘ik denk dat jij wel weet waar ik het meeste zin in heb!’ Ik heb nog nooit zoveel opluchting in Arno’s ogen gezien. Er waren geen woorden meer nodig, het einde van ons alcoholvrije bestaan was beklonken.

De vakantie was geweldig! De drank vloeide rijkelijk en Arno en ik vonden elkaar weer helemaal terug. Sindsdien doen we niet meer aan onthouding. Wat we wel doen is maat houden – of in elk geval proberen maat te houden. Ik kan mijn gezondheid natuurlijk niet volledig negeren. Maar onze relatie is me ook heel veel waard. En die blijkt niet goed te functioneren zonder drank.

Of ik me daarvoor schaam? Ja, zeker wel. Ik vind het best gênant dat Arno en ik het alleen maar goed met elkaar kunnen hebben als we enigszins onder invloed zijn. Alleen, daar hebben we het niet over. Het gesprek over onze mislukte Dry January gaan we nu al ruim een jaar uit de weg. Dat is groten­ deels vanwege angst. Want wat komt er allemaal boven tafel als we dit onder­ werp bespreekbaar maken? Maar het is natuurlijk ook gemakzucht. Het gaat nu zó goed, waarom zouden we gaan zitten wroeten?’

De naam in dit artikel is gefingeerd.

Openhartig
  • Adobe Stock