Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Elleke gaat Tibetaans mediteren: 'We zijn onze eigen boeddha'

Elleke wil zich minder laten raken door wat anderen zeggen en gaat Tibetaans mediteren: 'We zijn onze eigen boeddha.'

vrouw meditatie

Al die meningen, al die oordelen. Ineens vliegt het haar aan. Ze wil meer beschouwen, zich minder laten raken door wat anderen zeggen, want dat maakt afhankelijk en bozig. Dus neemt Elleke van Duin plaats op een meditatiekussen in een Tibetaans-Boeddhistisch Centrum.

We vinden de hele dag maar van alles en nemen elkaar voortdurend de maat. Ik doe er zelf ook aan mee. Ongemerkt floept het eruit: ‘Ik vind dat...’ Dat wil ik helemaal niet. Want zo’n mening of oordeel gaat in je hoofd zitten. En zo vergiftig je langzaam je eigen geest.

Mijn coach, die ik consulteer vanwege een traumaatje als gevolg van mijn scheiding, vertelt me over zijn eigen levenspad. Hoe hij een kind verloor en een burn-out kreeg, omdat hij de pijn niet wilde voelen. Hij ging in therapie en verruilde zijn carrière in het bedrijfsleven voor een bestaan als coach.

Ook ging hij mediteren, volgens de Tibetaans-boeddhistische dzogchenmethode. Nu leeft hij vredig, vol compassie en zonder storende oordelen. Hij raadt mij eenzelfde meditatiecursus aan. Ik benijd hem om zijn kalmte en wijze woorden en meld me aan. Kom maar op met die verlichting.

Zelfopgelegde twijfels

Spiritueel centrum Karunika is gevestigd in een halfronde ruimte met van die langwerpige, horizontale ramen die de Amsterdamse School zo fraai typeren. Binnen zitten tien mensen, negen vrouwen en een man, in lotushouding op meditatiekussens.

Voor in de zaal zitten twee dames. Trees zit rechts. Ze is klein van stuk, heeft steile grijsblonde haren tot net op haar schouders en een kordate uitstraling. Ze is orthopedagoog van beroep, maar inmiddels gepensioneerd. Links van haar zit Leny, met donkergrijze krullen, ronde vormen en de liefste blauwe ogen die ik ooit heb gezien. Voor haar pensioen werkte ze als psychiater, nu is ze meditatiecoach.

Het duo traint al jaren mensen die op zoek zijn naar een diepere laag in het onrustige leven. Omdat ze verdriet hebben. Ongeduldig zijn. Verslaafd waren. Last hebben van somberte. Of minder willen oordelen en zich niet meer willen laten raken door de mening van anderen. Zoals ik.

‘Dzogchen is een samentrekking van de woorden dzogpa en chenpo en betekent grote perfectie,’ doceert Trees. ‘Daar hoeven we niet naar te zoeken omdat we al perfect en compleet zijn. We zijn onze eigen boeddha.’

Ha, dat klinkt veelbelovend. ‘Dat we ons op dit moment niet compleet, niet perfect en niet verlicht voelen, komt doordat we proberen vast te houden aan wie we zijn geworden. We zijn verkrampt, in de ban van onze eigen gedachten. Dat is veroorzaakt door onze geest, die ons voortdurend probeert af te leiden met invallen, zelfopgelegde twijfels en wisselende emoties. Meditatie helpt ons uit onze verkramping te komen. Ik zal jullie uitleggen hoe dat in zijn werk gaat.’

Mediteren met een bloem

Maar eerst moeten onze ‘kanalen’ worden gereinigd. Dan kan de vuile energie ons lichaam verlaten en wordt onze gedachtestroom gezuiverd. Trees steekt van wal: ‘Doe deze oefening ’s ochtends, net nadat je bent opgestaan. Maak met je rechterhand een vuist en druk in het liesgedeelte. Tegelijkertijd druk je met je linker­wijsvinger je neusgat dicht. Rustig blijven doorademen.

Je visualiseert grijs, wat staat voor negatieve emoties als boosheid. Vervolgens maak je een vuist met je linkerhand die je in je linkerlies drukt. Tegelijkertijd druk je met je rechterwijs­vinger je rechterneusgat dicht. Visualiseer hierbij de kleur rood. Die staat voor gehechtheid, het verlangen naar aardse zaken. Doe dit in totaal drie keer, om en om.

Tot slot maak je van beide handen een vuist en druk je deze tegelijk in je liesgedeelten. Visualiseer hierbij blauw, dat staat voor onwetendheid. Ook dit doe je drie keer.’

Braaf duwen en draaien we onze vuisten, we snuiven en ademen. En dan mogen we mediteren. Omdat we nog maar beginners zijn, mediteren we de eerste weken met een bloem. ‘Het gaat er niet om dat je naar de bloem kijkt als iets moois of niet moois, maar om een focus te hebben.

Het is meer staren dan kijken eigenlijk. Hou daarbij je ogen een beetje halfdicht, een geloken blik, zoals dat zo mooi heet. Adem intussen rustig in en uit. Met je mond een beetje open, zodat storende gedachten minder kans krijgen om zich vast te zetten in je hoofd. Maar niet zo ver open dat er een vlieg naar binnen kan vliegen.’ Ik moet lachen.

Elke dag vijf minuten

Nooit gedacht dat ik hier nog eens zo zou zitten, in lotushouding op de grond met een halfopen mond. Op zoek naar meer zen in mijn leven. Ik verman me en focus me op de bloem voor me, een zonnebloem, en begin te staren.

 De eerste minuut lukt dat aardig, maar dan rijdt er buiten een knetterende brommer langs en ben ik uit mijn concentratie. Wat zal ik vanavond eens gaan koken? O nee, ik mag niet denken. Gauw duw ik de opborrelende gedachten weg en concentreer ik me weer op de bloem.

Na vijf minuten geeft Leny een tik op een klankschaal ten teken dat de oefening ten einde is. We mogen even rekken en strekken en dan volgt een nieuwe meditatie. Een iets langere. Ik adem in en uit, staar me wezenloos. Zodra er een gedachte tussendoor komt, duw ik die uit alle macht terug. Het geel van de bloem wordt vager en vager. Alsof ik in de bloem verdwijn.

‘Klong!’ Daar is de gong alweer. De eerste les zit erop. We krijgen de opdracht elke dag even te mediteren, al is het maar vijf minuten.

Monkey mind

Thuis mediteer ik in mijn bed. Ernaast heb ik een vaas met pauwenveren gezet. Het diepe blauw en groen zijn prettig om naar te staren. De ene keer gaat het beter dan de andere. Het blijft moeilijk om geen gedachten te hebben. Ze komen van alle kanten, proberen mijn zenmomentje te verstoren.

‘Dat is je monkey mind,’ had Trees gezegd. Boeddha omschreef onze menselijke geest als een plaats waar een heleboel apen voortdurend rumoer maken, schreeuwen en rondspringen.

Zo heb je de angstaap, de boosheidaap, de schuld­gevoelaap. En soms roepen ze allemaal tegelijk om aandacht. We zijn eraan gewend om telkens weer in te gaan op het geroep van de aapjes en nemen ze inhoudelijk serieus. En daar moet en wil ik dus vanaf.

Een week later. Trees en Leny vertellen verder over de dzogchenleer. ‘De kleuren rood, grijs en blauw ver­wijzen naar negatieve emoties, vergiften eigenlijk.

Er horen symbolen bij: de kip staat voor gehechtheid, de slang voor boosheid en het varken voor onwetendheid. Deze symbolen zie je veel terugkomen op Tibetaanse schilderijen en wandkleden, zogeheten thanga’s.

In ons dagelijks leven lopen we regelmatig tegen deze drie vergiften aan. Ze kunnen ongemak en obstakels teweeg­brengen. Door de kanalen op te schonen, begint de dag bewuster, opgeruimder en helderder.

De meditatie versterkt dat verder. Probeer jezelf een focus mee te geven voor de dag, bijvoorbeeld: ik wil vandaag een halfuur tijd aan mezelf besteden. Of: ik wil meer com­passie voor mezelf realiseren.’

We oefenen weer diverse meditaties. Een vrouw uit de groep gaapt hoorbaar. ‘Heel goed,’ moedigt Trees haar aan, ‘gapen mag, het is een teken van ontspanning.’ Even later gaapt de vrouw weer. En nog een keer. En nog eens. Ik erger me een beetje aan haar luidruchtige gegaap. Alsof er een nijlpaard in je nek ademt.

‘Gewoon naast je neerleggen, laat het gaan,’ adviseert Trees me als ik haar na afloop zeg dat ik toch wel last heb van dat heel harde gegaap.

Ondanks die irritatie fiets ik een stuk rustiger dan voor de les richting de school van mijn puber, waar de ouderavond op me wacht. Hoewel het ruim drie kwartier fietsen is, vind ik het niet eens ver. Niets is meer ver met een tot rust gebracht hoofd.

Opgehoopte frustratie

In week drie ga ik er eens extra goed voor zitten. De laatste paar dagen heb ik me er wat de meditatie betreft met een jantje-van-leiden van afgemaakt. Te gehaast, te veel te doen.

Ik verhuis mijn meditatieplek naar boven op de bank. En in plaats van de pauwenveren zet ik een grote bos kleurige bloemen op de grond. Ik mediteer maar liefst tien minuten.

Dan neem ik plaats achter mijn laptop en open mijn mail. Als eerste zie ik een boos bericht van mijn ex. Hij dreigt de alimentatie stop te zetten als ik niet dit of dat of zus of zo doe.

Weg is mijn zengevoel. In plaats daarvan is er een knoop in mijn maag gekomen. Ik besluit de adrenalinestoot weg te duwen, naar de zijkant van mijn lijf, zodat de positieve energie nog door kan stromen. Het lukt een beetje.

Dan gaat de telefoon. Een vriendin begint een klagerig verhaal. Hoe het komt, weet ik niet, maar ineens gaat haar gemopper over in een aanval op mij. Alsof ze dit moment heeft afgewacht om haar opgehoopte frustratie over mij uit te storten. Ik vergeet alle meditatielessen, voel mijn ergernis toenemen en voor ik het weet hebben we een verhitte twist. Geïrriteerd hangen we op.

Wanneer ik de volgende dag naar mijn licht dementerende moeder rij, die ik wekelijks bezoek, merk ik dat ze korzelig is. Ze snauwt me af en verkondigt voortdurend allerlei nieuwtjes waarvan ik weet dat ze ze niet goed begrepen heeft en nu verdraait. Als ik haar corrigeer, gaat ze voor me staan en schreeuwt in mijn gezicht: ‘Neeeeeee!’

Dit gaat me te ver. Ik trek mijn jas aan en loop naar buiten, naar de auto. Ik stap in en rij weg. Wat heeft iedereen toch? Zou Boeddha nou nooit eens ontploft zijn van irritatie?

Trees geeft toe dat zij ook heus nog weleens geprikkeld is. Over haar man vooral. ‘Ik ben best een opgewonden standje. Juist daarom mediteer ik. Het helpt echt.’

Er zit dus maar één ding op: gewoon doorgaan. IJverig zit ik elke ochtend op de bank. De vijf minuten schuiven op naar een kwartier. Het is fijn om de dag te beginnen met een zuiver hoofd. In week vier voel ik me anders dan anders. Rustiger. Lichter. Meer gefocust.

Alle opdrachten lopen volgens planning en naar tevredenheid. Ik heb een goed gesprek met een opdrachtgever. Op vrijdagavond komen er vriendinnen borrelen. Ik heb soep gemaakt en alles staat, in tegenstelling tot andere keren, eens op tijd klaar.

Het is gezellig, iedereen is lief en ik krijg prachtige bloemen. Die zondag ga ik varen met vrienden. Het wordt een onverwacht leuke middag, we lachen ons helemaal scheel en de zon zakt als een grote oranje bal in het water. Ik voel me blij en dankbaar.

Leegte is alles

Contemplatie is hét themawoord van meditatieles vijf. Als we ons leven eens wat meer beschouwen vanuit onszelf, in plaats van anderen de schuld te geven van ons eigen gedoe, komen we dichter bij onszelf. Ons eigen zijn.

Daarom leren we mediteren met een pauze in de ademhaling: adem in, adem uit, laat de uitademing in je buik zakken en stop even met ademen. Dan denk je echt even helemaal niets, omdat er geen gedachte meer in je geest past.

‘Leegte is alles, everlasting peace,’ legt Leny uit. Ik probeer het en hé, heel even is het inder­daad helemaal leeg in mijn hoofd. Of de tijd stilstaat. Een tijdelijk mininirwana. We krijgen de opdracht de komende week te oefenen met vrijgevigheid en boosheid, twee elementen van het achtvoudige pad (zie onderaan).

Ik oefen eerst op mijn moeder. Ze vertelt een verhaal dat me geen zier interesseert. Ik knik en blijf rustig. Leid haar af door over iets anders te beginnen. Het werkt.

Ook de vriendin die zo graag klaagt, laat ik haar gang gaan. Het is maar een gedachte. Het is geen waarheid, maar een tijdelijkheid. Dus waarom zou ik me erover opwinden of me erdoor laten raken?

Week zes alweer. We gaan mediteren zonder voorwerp. Dat is even wennen. Maar het avond­licht is zacht, de stilte in de ruimte is prettig. Ik voel mijn gejaagdheid afnemen. Wat ben ik blij met dit meditatie-avontuur! Alsof ik mezelf beter heb leren kennen en meer res­pecteer.

Daarnaast ben ik minder vermoeid en heb ik een beter humeur. Natuurlijk ben ik er nog lang niet. Zal ik heus nog weleens uit mijn vel springen. Verdrietig zijn omdat iemand iets onaardigs zegt. Want de wereld verandert niet ineens. Maar het scherpe randje is eraf.

Dzogchen

Dzogchen is in de vijfde eeuw ontstaan met de incarnatie van Garab Dorje, de eerste aardse dzogchenleraar. Hij leefde in het mysterieuze Uddiyana, dat wordt gesitueerd in het huidige Pakistan of Afghanistan. In de achtste eeuw werd dzogchen in Tibet geïntroduceerd.

De Vier Edele Waarheden en het Achtvoudig Pad zijn de basis van het Tibetaans boeddhisme. Het is de aard van het leven dat alle wezens moeilijkheden ondergaan. Door verlicht te leven, kun je die moeilijkheden te boven komen.

De vier edele waarheden

1 HET LEVEN IS VAN NATURE MOEILIJK

Het is onvolmaakt. Dus we lijden. Door ziekte, ouderdom, dood. Een gebroken hart, doordat een geliefde ons verlaat. Een contract dat niet verlengd wordt.

Er is ook klein lijden. Als je dag anders verloopt dan je dacht of als je partner je irriteert. Dat hoort bij het leven. Dat klinkt negatief, maar is optimistisch bedoeld.

2 ER IS EEN OORZAAK VOOR DAT LIJDEN

En die oorzaak zijn wijzelf. Omdat we vinden dat het leven anders, beter en meer moet worden. Dat dat niet lukt, komt door van alles. Onze volle agenda, de vriendin die je zo pusht. Je echtgenoot die zo zeurt, je baas die teveel van je verlangt. Die ellenlange file waardoor je nu te laat bent, je ex die je geen cent gunt. Maar daarmee maken we onszelf afhankelijk. Van anderen bijvoorbeeld, en van externe factoren die voortdurend veranderen en ervoor zorgen dat we ons eigen geluk in de weg staan.

3 HET IS MOGELIJK EEN EINDE AAN HET LIJDEN TE MAKEN

Door middel van onder meer meditatie is het mogelijk het lijden te stoppen. Iedereen kan het. Als je maar wil. En je je ervoor openstelt. Want je bent al perfect. Je bent je eigen boeddha.

4 HET ACHTVOUDIGE PAD

Boeddha beschreef dit pad als de weg naar verlichting.

Het achtvoudige pad

1 HET JUISTE INZICHT

Ga op zoek naar de oorzaak van jouw lijden.

2 DE JUISTE BEDOELINGEN

Wees zuiver. Je leeft niet alleen voor jezelf, maar ook voor het universum. Voor andere levende wezens, zoals de dieren en andere mensen. Zoek de goedheid in jezelf.

3 DE JUISTE SPRAAK

Lieg niet en roddel niet.

4 HET JUISTE HANDELEN

Steel niet, vecht niet, doe niemand pijn, benadeel niemand.

5 JUISTE WIJZE VAN LEVENSONDERHOUD

Laat je handelingen en beweegredenen zuiver zijn; doe niets voor geld waar een ander last van heeft of nadelige gevolgen van ondervindt.

6 DE JUISTE INSPANNING

Zet in op positieve handelingen en gedachten, zodat de negatieve worden voorkomen.

7 DE JUISTE AANDACHT

Weest attent, lief en zorgzaam voor jezelf. Je lichaam, emoties en je zesde zintuig, dus je geest, verdienen dat en hebben dat nodig om je verder te brengen.

8 DE JUISTE CONCENTRATIE

De samenvoeging van nummer zes en zeven.

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Psyche
  • Getty Images