Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Hedy d'Ancona: 'Mijn leven was bespikkeld met mannen'

Mooi interview met een eigenzinnige, sterke powervrouw. Hedy d’Ancona (83) klopt met de hand melk op in het gezellige keukentje van een imposant pand op een al even imposante plek: aan de Amstel, naast de Magere Brug, tegenover Carré. De vraag of ze hulp nodig heeft om de kopjes koffie mee naar b...

Hedy d'Ancona: 'Mijn leven was bespikkeld met mannen'

Mooi interview met een eigenzinnige, sterke powervrouw.

Hedy d’Ancona (83) klopt met de hand melk op in het gezellige keukentje van een imposant pand op een al even imposante plek: aan de Amstel, naast de Magere Brug, tegenover Carré.

De vraag of ze hulp nodig heeft om de kopjes koffie mee naar boven te nemen, wordt beantwoord met een vriendelijke, maar spottende blik. Ze doet dat al 44 jaar zelf en het gaat al 44 jaar uitstekend. Halverwege de wenteltrap een knikje naar de hagelwitte muur ernaast: ‘Aatje vond mijn huis te kaal. Zo’n wand zou hij helemaal volhangen.’

Toch wordt D’Ancona thuis wel omringd door haar ‘Aatje’, beeldend kunstenaar Aat Veldhoen die in december 2018 overleed.

In de 23 jaar dat ze samen waren, fietste ze ’s avonds meestal naar zijn huis, acht minuten doortrappen verderop. Hij was nou eenmaal een kunstenaar die slecht zonder zijn werken kon. ‘En ik ben gehecht aan mijn huis, zonder dat ik er altijd hoef te zijn. Als ik bij hem kwam, dronken we eerst een glas wijn en daarna werd er gegeten, meestal pas rond halftien. Toen hij er niet meer was, vroeg ik me af of ik nog wel voor mezelf zou koken. Ik heb geïnformeerd bij mensen die ook alleen zijn, en die het in mijn ogen goed deden. “Natuurlijk doe je dat!” zeiden zij. En inderdaad, ik doe het.’

Goed voor jezelf zorgen. ‘Dat hoort ook bij op een prettige manier oud worden, ja. Of zoals ik het noem: vrolijk verval. Lekker voor jezelf koken, een mooi boeket bloemen onder het schilderij van Aatje neerzetten. Word je toch meteen opgewekt van? Veel oudere mensen zijn er niet zo goed in zichzelf te verwennen. Maar het is niet nodig om daar een schuldgevoel van te krijgen.’

Ze draagt Puma-sneakers die zo wit zijn, dat ze net uit de doos lijken te komen, een wollen trui met gebreide bolletjes op een corduroy broek in dezelfde roodtint als kat Mario, die halverwege het gesprek bij haar op schoot kruipt. Hij bleef over na de boedelscheiding van haar zoon en Aats dochter.

U was dertig tijdens de Summer of Love in 1967. Hoe beleefde u die?

‘De jaren zestig zijn voor veel mensen, ook voor mij, vormend geweest. De vrijere en opener opvattingen over seks en relaties, de introductie van de pil. Zelfs in de saaiste woonwijken werd aan groepsseks en partnerruil gedaan.

'Ik was destijds getrouwd en ik hield van mijn man, maar ik was ook heel ernstig verliefd op een ander'

Zelf ben ik nooit iemand geweest die het leuk vond om maar één keer met iemand naar bed te gaan. Wat mij betreft was het lekkerder als je de ander een beetje kende en geoefend had. Ik was destijds getrouwd en ik hield van mijn man, maar ik was ook heel ernstig verliefd op een ander. Dat is een jarenlange, onstuimige verhouding geweest.’

Maar u ging niet weg thuis.

‘Toen nog niet, ik durfde niet.’

Wie was uw eerste liefde?

‘Dat was in de zesde klas van de middelbare school. Maar in die tijd ging je dan nog niet met elkaar naar bed, hoor. Een beetje zoenen, opgewonden worden; dat wel. In de jaren dat ik studeerde ging dat gevrij wel iets verder, maar ik ben toen ook weken op vakantie geweest met een vriendje terwijl we dát niet deden. De angst om zwanger te worden speelde daarin mee; veel vriendinnen uit het eerste jaar van mijn studie moesten trouwen en hun studie opgeven nadat ze ongewild zwanger waren geraakt. Dat zag ik niet zitten.

Ik was tegen de twintig toen ik voor het eerst met een man naar bed ging. Mijn kinderen keken me aan alsof ik een non was geweest toen ik ze dat vertelde. Zij waren er veel vroeger bij. Maar terugblikkend heb ik een leven geleid dat was bespikkeld met mannen.’

U trouwde als 21-jarige met psychiater Guus de Boer, de vader van uw dochter. Met toneelregisseur Berend Boudewijn kreeg u een zoon. En u ging bij Guus weg voor PvdA-coryfee Ed van Thijn.

‘Die keer durfde ik het wel, ja. Maar ik bleef het moeilijk vinden om van iemand die aardig is, te scheiden. Iemand op wie niets is aan te merken en die je dan als beloning voor zijn leuke gedrag verlaat? En als ik toen had geweten hoe erg zo’n scheiding is, had ik het misschien nooit gedaan. Als je ergens lang bang voor bent, valt het toch uiteindelijk meestal mee? Nou, ik vond het juist heel erg tégenvallen.’

Wat precies?

‘Dat je de ander zoveel verdriet doet. Het schuldgevoel.’

Waarom wilde u dan bij die aardige man weg?

‘Omdat ik ongedurig werd. We hadden nooit ruzie, maar het boek was uit. Er zat geen spanning meer in en kennelijk zocht ik die wel. Dat zal ook de reden zijn dat ik het met de andere mannen daarna niet zo lang heb volgehouden.’

U kocht toen dit prachtige grachtenpand aan de Amstel.

‘Guus en ik hadden net samen een beeldig huis in Amsterdam-Zuid aangeschaft, maar ik voelde me zo schuldig dat ik zei: “Jij mag alles hebben.” Bij de bank kreeg ik gewoon weer een nieuwe hypotheek. 390.000 gulden kostte dit pand, dat is nu niet meer voor te stellen.’

Het is nu miljoenen euro’s waard.

'Ik verheug me daar helemaal niet in. Ik vind het schandalig dat jongeren die in Amsterdam studeren, eindeloos bij hun ouders moeten blijven wonen, omdat hier geen bezemkast nog te betalen is. Dat is niet het soort samenleving dat ik ambieer.’

U trok erin met Ed van Thijn en uw twee kinderen. Hoe vonden zij dat?

‘Ze reageerden er vrij soepel op. Ik zou mezelf kunnen verwijten dat ik me eigenlijk weinig aan hun mening gelegen heb laten liggen. Dat ik er vrij achteloos en optimistisch mee ben omgegaan. Zo van: ach, dat komt wel goed. En ik was door mijn drukke werk ook nog een vrij afwezige moeder. Later heb ik ze er weleens naar gevraagd, maar ze zeiden dat ze er geen last van hebben gehad. Dus ik heb geboft met die twee. Dat ze zo intelligent en geestig zijn, en zo aardig om mij daar niet alsnog voor op de mat te roepen.’

Hedy zelf groeit op in een gezin dat is getekend door de Tweede Wereldoorlog. Haar vader Eli gaat zich door de beperkingen die de Duitsers aan joden opleggen, steeds joodser voelen. Zijn ouders sporen hem aan een joodse vrouw te zoeken. Als Maaike, de niet-joodse moeder van Hedy, daar achter komt, vertrekt ze, 21 jaar oud, met haar jonge dochter.

Eli gaat in Amerika wonen met zijn nieuwe vrouw en kind, maar keert aan het begin van de oorlog terug, omdat hij Maaike niet kan vergeten. Ze krijgen opnieuw een relatie, dit keer in het geheim. Totdat hij en zijn nieuwe gezin worden opgepakt: zijn vrouw en Hedy’s halfzusje worden direct na aankomst in Auschwitz vergast.

Eli sterft vlak voor de bevrijding, na drie jaar in het kamp, alsnog: hij bezwijkt, 36 jaar jong, op een open veewagen in een ijskoude Poolse winternacht. Maaike hertrouwt jaren later, maar verliest al snel ook haar tweede grote liefde. Zelf is ze 65 jaar als ze sterft aan darmkanker.

Het is de geschiedenis van haar ouders die uiteindelijk een grote rol speelt in het politieke en maatschappelijke leven van Hedy d’Ancona, die zich al decennialang hard maakt tegen discriminatie, antisemitisme, racisme en vóór gelijkheid en vrouwenrechten.

Uw moeder had er moeite mee dat u ging scheiden.

‘Ze vond het een rámp. Dat kwam natuurlijk doordat ze zelf twee keer buiten haar schuld een man was kwijtgeraakt. En ze zag mij, in dat beeldige huis met twee beeldige kinderen en een man die psychiater was. Het sprookje dat ze zelf nooit had beleefd. En ik gaf dat op! Zij is daar echt maandenlang depressief van geweest.

'Met mijn moeder had ik een zeer innige relatie, mét de nodige irritatie'

Ik droom nog geregeld over mijn moeder. Vaak hetzelfde: dat zij is verhuisd en ik me heel schuldig voel omdat ik haar al twee jaar niet heb gezien of gesproken. Iets wat ondenkbaar was, omdat wij elkaar elke dag belden. Niet altijd even vrolijk en leuk, hoor, we botsten ook, maar het was toch een zeer innige relatie, mét de nodige irritatie. Nu we het er zo over hebben, denk ik ineens: dat schuldgevoel uit m’n dromen is natuurlijk dáárdoor. Als ik had geweten dat zij die scheiding zo erg zou vinden, had ik het misschien niet gedaan.’

Even later, na een blik op de bootjes die achter haar voorbijvaren: ‘Een van mijn tekortkomingen is dat ik dips nooit heb overwonnen. Als het in een relatie minder leuk werd, ging ik er gewoon meteen vandoor. Terwijl ik toch ook stellen in mijn omgeving ken bij wie de relatie na zo’n moeilijke tijd wel weer goed, en zelfs intenser, is geworden. Maar ja, ik sta nou eenmaal niet zo negatief tegenover scheiden als mijn moeder. Als het echt niet leuk meer is, moet je gewoon uit elkaar.’

Allebei uw kinderen zijn inmiddels gescheiden van de partner met wie ze kinderen kregen.

‘Daar lig ik dus niet wakker van. Al heeft mijn dochter nu al jaren een grote liefde en zou ik het wel echt jammer vinden als die relatie wordt beëindigd.’

U was zelf begin vijftig toen u voor het eerst in 33 jaar weer alleen kwam te staan. Dat duurde zeven jaar, tot Aat Veldhoen in uw leven kwam.

‘In het begin vond ik de vrijheid fijn. Geen gedoe, niet het gevoel tekort te schieten. Maar na een jaar of zes begon ik het te missen om op een prettige, enigszins begerige manier te worden aangeraakt.’

U kreeg wat ze tegenwoordig ‘huidhonger’ noemen.

‘Aatje had daar een mooier woord voor: “vel-seks”. Erotisch bezig zijn zonder de daad te plegen.’

Hij wilde u graag schilderen.

‘Ik heb dat lang afgehouden, maar toen het eenmaal zo ver was, vroeg ik: “Moet ik mijn kleren uittrekken?” Dat leek hem vanwege mijn toenmalige politieke positie niet zo verstandig. Dus ik poseerde met kleren aan. Kijk, daar staat ie, het eerste portret dat Aatje van me maakte.’

En vervolgens werd het iets tussen jullie?

‘Metéén. Al sprongen ook wij niet meteen het bed in. Dat heeft nog wel anderhalve maand geduurd. Ik werkte als Europarlementariër in Brussel, was alleen in de weekenden hier. Om de beurt bedachten we een cultureel uitje. Objectief gezien waren de zijne véél beter dan de mijne.’

Wat mist u het meest aan hem?

‘De aandacht. Iemand die je in beslag neemt. Aatje en ik gingen overal samen naartoe. Slapen met z’n tweeën vind ik ook gezelliger dan alleen. Grote liefdes trekken in beide personen het aardigste naar boven. Aat ging elke week naar de bloemenstal om een roos voor mij te kopen; hij kende het verschil niet tussen verliefdheid en de rustige liefde. Heel bijzonder vond ik dat.

De late liefde is in een aantal opzichten eenvoudiger: je belooft een stuk gemakkelijker eeuwige trouw als de eeuwigheid nog maar betrekkelijk kort duurt. Omdat je samen geen kinderen hebt, is er meer aandacht voor elkaar, hoeven er geen afspraken gemaakt te worden over wie er op zaterdag naar het hockey- of voetbalveld gaat. Bovendien leg je je er sneller bij neer dat je de dingen die je niet bevallen aan iemand, er gewoon niet meer uit krijgt.’

'Oudere vrouwen zijn ondernemender en vivanter dan mannen, hoor. Die zijn vaak al zo móé'

Kunt u zich voorstellen dat er nog een nieuwe liefde komt?

‘Niet echt, nee, al weet je het natuurlijk nooit. Maar als ik de mannen van mijn leeftijd zie lopen... Oudere vrouwen zijn ondernemender en vivanter dan mannen, hoor. Die zijn vaak al zo móé. Aatje was natuurlijk ook een oude man, maar ik bleef het jongetje in hem zien. Dat tref je niet vaak. Zo’n vermoeid type vind ik niet begeerlijk. Bovendien kijk ik er niet naar uit om nog een keer iemand te verliezen, laat staan na een ellendig ziekbed.’

U heeft een boekje geschreven over vrolijk verval. Terwijl ouder worden niet per se altijd leuk is, toch?

Dor hout?

'Ja, het is dor, kreupel, kwetsbaar en het vereist respéct. Waarom? Alleen omdat je bent blijven in- en uitademen? Ik wilde het nu eens niet over de vervelende aspecten hebben. Over ouderen die somber zijn, omdat ze vanwege corona niet geknuffeld kunnen worden, pffft!

Zolang het kan, moet je juist de positieve kanten belichten. Natuurlijk word je lelijker, maar je kunt ook waarderen dat alles het nog doet. Verwen jezelf. Lekker ruiken, fijne kleren aandoen, blijven werken, goed eten, die bos bloemen op tafel. Zodat anderen niet denken: “Wat een groezelig oud ding loopt daar”. Er gaan dagen voorbij, zeker in coronatijd, dat ik niemand zie. Maar ik maak me toch elke ochtend op. Omdat ik me er zélf lekkerder bij voel.’

Uw ex Berend Boudewijn citeerde in de Volkskrant eens Oscar Wilde: ‘The tragedy of growing old is not that one is old, but that one is young.’ Voor jezelf blijf je jong, je wordt alleen oud voor de buitenwereld, vond hij.

‘Ik herken dat niet zo. Ik voel me gewoon een tachtiger. Je weet dat het grootste deel achter je ligt, maar ik zit daar niet enorm over te sippen. Wat ook helpt, is nieuwsgierig blijven en geregeld verontwáárdigd zijn. Over de toeslagenaffaire, geweigerde weeskinderen uit Griekse kampen, de belachelijke huizenprijzen of pensioenfondsen die ons geld beleggen in landmijnen. Er is altijd wel iets om je over op te winden.’

Bent u al met al blij met de manier waarop uw leven is gelopen?

‘Ik ben tevreden, ja. Aan mijn ouders heb ik gezien hoeveel een mens kan overkomen. Dus dan heeft het mij toch erg meegezeten.

Ik heb fijne kinderen, altijd leuk werk gehad, alweer allerlei nieuwe plannen en nooit behoeftes gehad die uitstegen boven mijn financiële mogelijkheden. En wat betreft de liefde: Aatje stierf toen hij al op leeftijd was, zonder lijdensweg. Dat verzacht het gemis. Je kunt verdrietig zijn omdat je het kwijt bent, of blij omdat je het hebt meegemaakt. Bij mij wint – gelukkig – het laatste.’

DIT INTERVIEW HEEFT EERDER IN DE PRINTEDITIE VAN NOUVEAU GESTAAN (C) NOUVEAU / DPG MEDIA 2021. ASSISTENT FOTOGRAFIE: MAAIKE DE KANTER / STYLING: INGE DE RIDDER / HAAR EN MAKE-UP: LECO VAN ZADELHOFF

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Powervrouwen
  • Roger Neve