Wat als een vriendschap van 40 jaar uit evenwicht raakt?
‘Via via was ze erachter gekomen dat ik lid ben van een leesclub. Ze gíng me toch tekeer! Waarom had ik het haar niet verteld? We deden toch alles samen? Wat hield ik nog meer voor haar geheim? Ze leek wel een jaloers vriendje. Niet eerder had ze zich zo laten kennen. Maar ja, ik had dan ook nog nooit eerder iets voor haar verzwegen. Ik begreep heel goed dat ze gekwetst was.
'Hoe oud en innig een vriendschap ook is, je bent geen stel'
Ieder ander zou zo’n tirade natuurlijk niet pikken. Hoe oud en innig een vriendschap ook is, je bent geen stel, je bent elkaar geen uitleg schuldig. Maar ik krijg dat soort verklaringen niet over mijn lippen. Niet tegenover Bernadette.
In plaats daarvan begon ik me te verdedigen. “Het was er nog niet van gekomen,” zei ik. “Je houdt toch ook helemaal niet van lezen?” O, wat klonk dat zwak. En als klap op de vuurpijl zei ik ook nog dat ze heus wel een keer mee mocht, om te kijken of het ook iets voor haar was.
'Bij de leesclub werd ze met open armen ontvangen...'
Haar boosheid was meteen weg. Natuurlijk was het iets voor haar! Had ze eindelijk een goede reden om weer eens een boek ter hand te nemen.
Bij de leesclub werd ze met open armen ontvangen. “Leuk, een vriendin van Paula, altijd welkom.”
'Het lukte me niet om me eroverheen te zetten, ik baalde verschrikkelijk'
Ik probeerde me eroverheen te zetten. Waarom zou ik het Bernadette, al veertig jaar mijn beste vriendin nota bene, niet gunnen? Maar het lukte me niet, ik baalde verschrikkelijk. Ik was juist zo blij geweest dat ik eindelijk eens iets zonder haar ondernam. Dat ik los van haar nieuwe mensen leerde kennen, misschien zelfs nieuwe vrienden zou maken, vrienden voor mezelf.
'Ik kan toch moeilijk zeggen dat ik niet met mijn beste vriendin in een clubje wil'
En nu zat zij er weer bij. Die hele leesclub kan me sindsdien gestolen worden. Maar een acceptabel excuus om ermee te stoppen, heb ik niet. Ik kan toch moeilijk zeggen dat ik niet met mijn beste vriendin in een clubje wil.
Ja, ik ben bang voor de confrontatie, dat klopt. Ik hou niet van conflicten, dat zit er bij mij gewoon niet in. Bovendien ben ik doodsbang voor de gevolgen. Ik wil Bernadette niet kwijt, ze betekent ontzettend veel voor me. We hebben een enorm verleden samen, we delen fantastische herinneringen.
'Er is iets gruwelijk scheef gelopen in onze vriendschap'
Er is niemand op deze wereld die meer van mij weet, mij beter kent en beter begrijpt dan zij. Maar er is iets gruwelijk scheef gelopen in onze vriendschap. Ik voel me niet vrij. Ik kan geen stap zetten of zij haakt aan. Voor haar is dat schijnbaar vanzelfsprekend. Maar voor mij werkt het verstikkend.
Zo is het niet altijd geweest. Ik zei laatst tegen mijn man dat, als ik Bernadette nu tegen zou komen, ik waarschijnlijk nooit vriendinnen met haar zou worden.
'Vroeger was ze echt anders, waren wij anders; veel meer elkaars gelijke'
Dat zegt genoeg. Vroeger was ze echt anders, waren wij anders; veel meer elkaars gelijke, veel meer aan elkaar gewaagd. Nu ben ik de gever, zij de nemer. Mijn man noemt haar een profiteur. Maar zo ver wil ik niet gaan. Daarvoor voel ik nog te veel compassie met haar.
Tegelijkertijd weet ik nu dat het juist bij dat woord “compassieˮ misgaat. Het leven is, met name de afgelopen vijftien jaar, minder goed voor Bernadette geweest dan voor mij. Zo heb ik dat altijd gezien, als een objectief gegeven. En dat voelde oneerlijk.
'Als ik mijn leven van nu naast het hare leg, geneer ik me bijna'
Toen wij als achttienjarigen naar de grote stad verhuisden, hadden we namelijk een vergelijkbare uitgangspositie – zelfde milieu en opleiding, allebei intelligent, allebei leuk om te zien - maar als ik mijn leven van nu naast het hare leg, geneer ik me bijna.
Ik ben kerngezond, heb fijn werk, een stabiele, betrouwbare man en blije kinderen. Natuurlijk heb ik ook de nodige struggles gehad - wie niet? - maar door de bank genomen prijs ik mezelf zeer gelukkig.
'Bernadette's leven ziet er heel anders uit'
Bij Bernadette ziet het er heel anders uit. Haar gezondheid laat te wensen over: ze kampt al ik weet niet hoe lang met migraine en somberheid. Haar huwelijk was dramatisch, ze staat er al jaren alleen voor met haar dochter, die nogal een gebruiksaanwijzing heeft, en als zelfstandige heeft ze grote moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.
Ik ben er altijd voor haar geweest; daar zijn vriendinnen per slot van rekening voor. Ik ving haar op toen haar man een ander bleek te hebben, ik zorg voor haar dochter als zij moet werken of met migraine op bed ligt, en als ik mogelijkheden zie – bij mijn eigen werkgever, in het bedrijf van mijn man of dat van een van zijn contacten - help ik haar aan werk.
'De kans dat wij ooit in elkaars schoenen komen te staan, acht ik inmiddels zeer klein'
Ik heb dat altijd met liefde gedaan. En ik was ervan overtuigd dat zij hetzelfde voor mij zou doen als zij in mijn schoenen zou staan en ik in de hare. Maar de kans dat wij ooit in elkaars schoenen komen te staan, acht ik inmiddels zeer klein, daarvoor zijn de verschillen tussen ons te groot geworden en is onze vriendschap te zeer uit balans geraakt.
'Ik hou er helemaal niet van om de score bij te houden, maar als je nooit iets terugkrijgt?'
Steeds vaker voel ik wrevel over die situatie. Bijvoorbeeld toen ik een heel weekend in haar nieuwe huis had staan klussen. Of tijdens het jaar dat ik haar dochter elke woensdag van school haalde en naar hockey bracht. Ik hou er helemaal niet van om de score bij te houden, maar als je nooit iets terugkrijgt… Hoe lang hou je dat vol?
Ik voel ook heel veel wrevel als ze me op donderdag al belt om te vragen wat we – let wel: “we” - in het weekend gaan doen. Of als ik mij voor de zoveelste keer door haar laat overhalen naar een feestje te gaan, terwijl ik eigenlijk veel liever thuis blijf. Of als ze op mijn vrije woensdagochtend via de achterdeur ons huis in komt lopen en koffie voor zichzelf gaat staan maken.
'Wat kan zij eraan doen dat het geluk niet in gelijke porties tussen ons beiden is verdeeld?'
Maar hoe groot mijn irritatie ook is, meestal redeneer ik die weg. Zij is alleen, ze heeft alleen mij. Zij heeft toch niet voor haar pech gekozen? Wat kan zij eraan doen dat het geluk niet in gelijke porties tussen ons beiden is verdeeld?
Daarbij vind ik: geluk schept verplichtingen. Dat is een overtuiging die diep zit, waarschijnlijk als gevolg van die spreekwoordelijke paplepel. Juist door die ongelijkheid voel ik mij gedwongen haar te helpen en er altijd voor haar te zijn, door dik en dun, zelfs tegen heug en meug…
'Hoe zit het met verdiensten en verantwoordelijkheden?'
Maar hoe vaker ik mezelf dat verhaal vertel, hoe meer het schuurt. Ik de geluksvogel, Bernadette de pechvogel. Dat is wel erg zwart-wit voorgesteld. Want hoe zit het met verdiensten en verantwoordelijkheden? Met keuzes en consequenties?
Het is niet zo dat het geluk mij in de schoot is geworpen. Ik heb er echt wel iets voor moeten doen, en nog steeds werk ik er hard voor. Een goed huwelijk blijft niet vanzelf goed, een fijne baan krijg je alleen met de juiste papieren, motivatie en ervaring en je kinderen, tja, die komen altijd met uitdagingen. Het is ook maar net hoe je daarmee omgaat. Net zoals het de vraag is, hoe je met de gevolgen van je eigen keuzes omgaat.
'Ze zal nooit eens een pijntje of tegenslag verzwijgen'
Bernadette schikt zich bovendien wel heel gemakkelijk in de rol van pechvogel. Ze zal nooit eens een pijntje of tegenslag verzwijgen. En als het teveel op klagen begint te lijken, maakt ze er zogenaamd een grapje van.
“Heb ik weer,” zegt ze dan. “Zul je net zien, haha.” Maar ondertussen is mijn plichtsbesef, dat haar zo goed uitkomt, alweer getriggerd en heb ik alweer iets bedacht om haar te helpen. Ik kan me haast niet voorstellen dat iemand zo manipulatief is, maar ik word me wel steeds bewuster van het mechanisme.
'Het is pijnlijk, na veertig jaar vriendschap'
Het verbaast me nog elke dag hoe het is veranderd tussen ons. Vroeger was Bernadette de eerste die ik belde als er iets was. En als de telefoon ging en ik vermoedde dat het Bernadette was, wist ik niet hoe snel ik moest opnemen. Tegenwoordig moet ik echt de neiging onderdrukken om de oproep weg te swipen als ik haar naam in het display zie staan. Het is erin geslopen. Beetje bij beetje. En dat is pijnlijk hoor, na veertig jaar vriendschap.’
Foto (c) Getty Images. De namen in dit artikel zijn gefingeerd.
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in