Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Cindy (53): ‘Dat mijn beste vriendin mij heeft laten vallen, doet meer pijn dan mijn scheiding’

'De persoon die ik heb bedrogen is nu mijn beste vriend. En de vriendin die ik nooit iets heb misdaan heeft me de rug toegekeerd.'

verdriet vrouw

Een buitenechtelijke affaire betekende voor Cindy (53) niet alleen het einde van haar huwelijk, maar ook van haar innigste vriendschap. Met dat eerste heeft ze inmiddels vrede, maar het tweede kan ze maar niet verkroppen.

‘Ik denk nog vaak terug aan het moment waarop ik keihard met mijn bedrog werd geconfronteerd. Het was op zaterdagochtend. Theo en ik zaten nog aan de ontbijttafel. ‘Geen Renate vandaag? vroeg Theo vanachter zijn krant.

Het was namelijk vaste prik dat Renate, mijn beste vriendin en de vrouw van Theo’s beste vriend, na haar hardlooprondje op zaterdag even bij ons aanwipte voor een kopje koffie. Hij had het nog niet gezegd of er klonk een roffel tegen het keukenraam. ‘Ha, daar ben je!’ riep ik vrolijk, terwijl ik de deur voor haar open­ zwaaide. Geen reactie.

Ik schrok van haar doodgraversgezicht. ‘Is er iets gebeurd?’ vroeg ik gealarmeerd. ‘Ik heb je gezien,’ zei ze alleen maar. Het klonk zo beschuldigend dat ik meteen wist wat het betekende. Mijn affaire, die ik maandenlang zorgvuldig geheim had weten te houden, was ontdekt.

Renate kennende had het geen zin om te ontkennen. Ze zou zoiets niet zeggen als ze niet honderd procent zeker van haar zaak was. Begrip hoefde ik van haar ook niet te verwachten. Ik wist hoe ze over vreemdgaan dacht. Voor haar was het een doodzonde.

Maar ze zou me toch niet in het bijzijn van Theo aan het kruis nagelen? Dat kon ze die arme man toch niet aandoen? Maar dat was ze duidelijk wel van plan. Ze was op oorlogspad.

‘Hoe kun je?’ siste ze, met haar kaken strak op elkaar geklemd en een stem die droop van de haat. Schichtig keek ik naar Theo, die ons verward gadesloeg.

‘Kom,’ zei ik, in een wanhopige poging de schade te beperken, ‘laten we even een ommetje maken, dan vertel ik je alles.’

‘Ho ho!’ riep Theo toen opeens. ‘Wat is hier aan de hand?’ Hij stond op en ging voor de achterdeur staan. ‘Wát valt er te vertellen?’

‘Niets wat jou aangaat,’ zei ik snel, wat weer totaal verkeerd viel bij moraalridder Renate, die vindt dat eerlijkheid boven alles gaat. ‘O, jij vindt dat het hem niet aangaat?’ zei ze sarcastisch. ‘Vandaar dat stiekeme gedoe achter zijn rug.’

Verslagen liet ik me op een stoel vallen. Ik zat in de val. Ik kon het maar beter opbiechten.

Ik zei dat het allemaal niets voorstelde. Dat het me min of meer overkomen was. Dat ik me had laten meeslepen. Nee, ik was niet verliefd op de man in kwestie, ik was vooral verliefd op het avontuur. Ik had er allang mee willen stoppen, maar het was een soort verslaving geworden. ‘Zo cliché,’ zuchtte ik.

Ik keek Theo vol wroeging aan. ‘Het spijt me dat ik je heb gekwetst. Dat was nooit mijn bedoelding. Ik hoop zo dat we hieruit kunnen komen. Dat meen ik echt.’

Theo reageerde opvallend kalm en groothartig. ‘Ja,’ zei hij bedachtzaam, ‘dat zou kunnen. Maar belangrijker is de vraag of jij dat wil, of wíj dat willen. Het is niet voor niks dat jij die spanning bent gaan opzoeken en het is ook niet voor niks dat ik er totaal geen erg in heb gehad. We moeten gaan uitzoeken hoe het heeft kunnen gebeuren – ieder voor zich. Jij moet zolang maar even ergens gaan logeren.’

Automatisch keek ik naar Renate. Ik vond het de meest logische zaak van de wereld dat ik in zo’n geval bij mijn beste vriendin, terecht zou kunnen.

Maar Renate lachte spottend. ‘Je denkt toch niet dat je bij ons welkom bent? Na zoiets?! André ziet ons aankomen. Trouwens, ik hoef jou ook echt even niet te zien.’

Ze omhelsde Theo en drukte hem op het hart dat hij bij hen altijd welkom was. Tegen mij zei ze niets meer.

We zijn nu twee jaar verder. De storm is gaan liggen, het puin is geruimd en Theo en ik hebben ons leven weer opgebouwd. Los van elkaar, dat wel. We kwamen vrij snel na die onfortuinlijke zaterdagochtend tot de conclusie dat er eigenlijk nog maar weinig was wat ons bond. Sinds de kinderen het nest hadden verlaten, waren we langzaam uit elkaar gedreven. En we bleken geen van beiden echt de behoefte te voelen om de weg naar elkaar terug te vinden.

Achteraf bekeken, hebben we het niet eens zo slecht gedaan. Die affaire van mij verdient geen schoonheidsprijs, dat geef ik toe, maar we hebben de crisis als volwassenen bedwongen. Natuurlijk niet zonder de nodige boosheid en verdriet. Je laat toch een heel leven samen achter.

Maar we zijn steeds met elkaar in gesprek gebleven en als dat gesprek dreigde te ontsporen, namen we afstand en probeerden we het een volgende keer opnieuw. Daar ben ik trots op.

Theo en ik gaan tegenwoordig heel vriendschappelijk met elkaar om. In de eerste plaats om het voor onze kinderen niet nodeloos ingewikkeld te maken. Ze kunnen gewoon verjaardagen en etentjes plannen zonder rekening te hoeven houden met de gevoeligheden van hun ouders.

Maar daarbij ben ik zelf ook blij dat ik Theo als vriend heb kunnen behouden, want anders had ik me nu misschien wel heel erg alleen gevoeld. Vroeger sprak ik Renate bijna dagelijks. En elk weekend deden we wel iets leuks samen. Nu lijkt ze van de aardbodem te zijn verdwenen – voor mij althans.

Ik wist dat ik in haar ogen iets onvergeeflijks had gedaan en dat ze verschrikkelijk boos op me was, maar ik ging er in het begin van uit dat we dat vroeg of laat wel zouden uitpraten. Ik hoopte, nee, ik was ervan overtuigd dat ze zich er, omwille van onze jarenlange en diepe vriendschap, uiteindelijk overheen zou zetten. Onze vriendschap was toch zeker sterker dan onze fouten? Beste vriendinnen vergeven elkaar toch? Bovendien, ik had háár toch niet bedrogen?

Ik heb ik weet niet hoe vaak contact proberen op te nemen. Ik heb geappt, gebeld, ik heb gemaild en zelfs brieven geschreven. Maar mijn apps bleven ongelezen, de telefoon werd niet opgenomen en mijn brieven werden niet beantwoord.

Soms was ik ten einde raad en fietste ik naar haar huis. Maar hoe vaak en dringend ik ook aanbelde, de deur werd niet opengedaan. Zowel André als Theo heeft geprobeerd te bemiddelen.

André spreek ik nog weleens als hij bij Theo is. Hij neemt me helemaal niets kwalijk. Hij heeft juist zijn bewondering uitgesproken over de beschaafde manier waarop we uit elkaar zijn gegaan. Hij zegt zelf ook niet goed te snappen wat Renate dwarszit. Eerst dacht hij dat het gewoon tijd nodig had. Maar twee jaar vindt hij ook wel erg lang.

Hoe raar kan het lopen? De persoon die ik heb bedrogen is nu mijn beste vriend. En de vriendin die ik nooit iets heb misdaan heeft me de rug toegekeerd. En om het nog gekker te maken: over het verlies van de man met wie ik vijfentwintig jaar getrouwd ben geweest heb ik me, bij wijze van spreken, binnen no ­time heen gezet, terwijl ik nog altijd emotioneel word als ik aan Renate denk.

Gevoelsmatig klopt het niet, maar aan de andere kant: misschien hou je in een liefdesrelatie altijd wel een soort slag om de arm. Huwelijken lopen zo vaak stuk. Ik denk dat je daar onbewust toch altijd een beetje rekening mee houdt. Vriendschappen daarentegen eindigen zelden met een knal. Zeker beste vriendschappen. Die zijn voor altijd. Het zijn de relaties waarop je terugvalt als het in de liefde misgaat. Het zijn je emotionele vangnetten. Zo heb ik dat tenminste altijd gezien, denk ik.

Vanuit dat oogpunt is het dus helemaal niet zo gek dat ik nog steeds vreselijk verdrietig ben over de breuk met Renate. Zij heeft iets gedaan wat ik nooit had verwacht: ze trok zich terug op het moment dat ik viel. Het enige vangnet waarop ik dacht te kunnen rekenen. Reken maar dat dat pijn doet.’

De namen in dit artikel zijn gefingeerd.

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Openhartig
  • Getty Images