Wolffers was een stevig criticus van de farmaceutische industrie.
Schrijver, hoogleraar en gezondheidsactivist Ivan Wolffers is op 74-jarige leeftijd overleden. Hij had al bijna twintig jaar prostaatkanker. Vanochtend is hij, omringd door zijn naasten, gestorven, meldt zijn uitgeverij De Arbeiderspers.
Via Twitter lieten Wolffers en zijn echtgenote, de schrijfster Marion Bloem, de afgelopen dagen weten dat zijn overlijden niet lang meer op zich zou laten wachten. "De dagen zijn zo onbeschrijflijk mooi dat ik hoop dat het eeuwig zo voort zal gaan", schreef Marion Bloem dinsdag. "Maar de nachten wrijven ons onder de neus dat het einde onvermijdelijk nabij is."
Wolffers was in de jaren 70 een van de eersten die kritisch en toegankelijk schreven over artsen en de farmaceutische industrie. Hij moedigde zijn lezers aan zelf over hun gezondheid en hun kwalen na te denken.
Ivan en Marion waren meer dan vijftig jaar samen en spraken eerder over hun relatiegeheimen in Nouveau. Ter ere van Wolffers lees je dat dubbelinterview hieronder nogmaals. We wensen Marion en alle andere dierbaren van Ivan heel veel sterkte.
MARION – DE LIEFDE VOOR IVAN
‘In de herfst van 1970, ik zat in de eindexamenklas, was het uitgegaan met mijn vriendje en was ik helemaal klaar met mannen. Ik dacht: rond mijn vijfendertigste word ik wel bommoeder. Tijdens schoolfeestjes zorgde ik ervoor dat geen jongen te dicht in mijn buurt kwam. Met die instelling ging ik op 30 januari 1971 voor het eerst naar Club 33 in Amersfoort, samen met mijn zus Joyce en een ander meisje dat liefdesverdriet had en moest worden opgevrolijkt. Dat laatste ging vanzelf, ze was binnen de kortste keren verdwenen met een blonde knul. En Joyce had ineens een enorme klik met Nico, die al eerder achter haar aan had gezeten.
Ik bleef stug in mijn eentje dansen tot Joyce kwam vertellen dat een jongen die Nico kende graag kennis wilde maken. Of beter: totdat ze dat nóg eens kwam vertellen en zei: “Hij is echt heel leuk, kíjk gewoon even!” Ik keek om en wist meteen: hem wil ik kennen. Ivan stond daar zo semi-stoer te zijn terwijl ik al van een afstand zag dat hij bang was. Die combinatie vond ik heel aantrekkelijk. Op de dansvloer probeerde hij zich ook niet meteen tegen me aan te drukken zoals andere jongens. En hij bleef maar praten over alles wat hem bezighield, heel grappig.
Joyce, Nico, Ivan en ik hebben die nacht samen doorgehaald. Niemand wilde dat het stopte. Vanaf dat moment was het voor mij duidelijk dat we samen zouden verdergaan. Al moest Ivan nog wel wat dingen afleren. Hij was al derdejaars medicijnen en kon soms paternalistisch uit de hoek komen. “Praat niet zo dom!”, zei hij dan bijvoorbeeld. Dan zei ik: “Zoek maar iemand die slimmer is dan ik!” Waarop hij me een kaartje stuurde met een grappige tekening, zijn manier om het zonder woorden goed te maken.
Die zomer zouden we naar Marokko liften, maar Ivan kwam ineens met het plan om samen een hotel te gaan runnen in Spanje. Dat vond ik ook aantrekkelijk aan hem: zo’n raar plan dat er ineens uitfloepte, en het gebeurde nog ook. Toen we terugkwamen, zijn we meteen gaan samenwonen, ook al vonden mijn ouders dat iets voor hippies. Met Ivan werd alles anders. Ineens wilde ik ook jong een kind.’
IVAN – DE LIEFDE VOOR MARION
‘Marion zat ook op de rijks-hbs in Amersfoort, drie klassen onder mij. De eerste keer dat ik haar over het schoolplein zag lopen, was ik meteen verbluft door haar schoonheid. Daarna zag ik haar vaker, ook in bikini in het Soester Natuurbad. Echt eredivisie, en daarmee niet voor mij weggelegd, dacht ik. Tot ze op een dag door de straat kwam rijden, achterop bij een jongen uit mijn klas die ik maar een onbenul vond. Dat maakte haar iets minder onbereikbaar, al gebeurde er verder niets.
Tot die avond in Club 33. We gingen dansen en raakten aan de praat. Ik vooral. Over mijn favoriete muziek, de boeken die ik las, de dromen die ik had, allemaal om Marion ervan te overtuigen dat ik de moeite waard was. Natuurlijk vertelde zij ook dingen en het mooie was dat onze toekomstdromen perfect overeenkwamen. Schrijven en reizen, dat was de basis van ons levensplan. Ik had een bal in mijn auto liggen, dus we hebben nog gevoetbald met Joyce en Nico erbij, midden in de nacht. Het mocht gewoon niet voorbijgaan, en dat deed het ook niet.
Bij Marion thuis kwam ik in een totaal andere omgeving terecht. De eerste middag zaten we samen op de bank met ieder een schaal taugé op schoot, waar we de groene vliesjes van af moesten halen. Alles wat haar moeder vervolgens uit de keuken toverde, was onbekend en heerlijk. Thuis was ik een slechte eter, waarschijnlijk een roep om aandacht, maar Marion en haar moeder wisten me zelfs over mijn afschuw voor uien heen te helpen.
Geld hadden we niet en ik ben praktisch ingesteld, vandaar mijn idee om dat hotel in Spanje te gaan runnen. In het sollicitatiegesprek moesten we overal over liegen: dat we allebei boven de twintig waren, dat we al vijf jaar een relatie hadden en dat we Spaans spraken. Terwijl Marion alleen één keer in Italië was geweest. Maar we kregen de baan. Een jaar later was Marion zwanger. Het was de tijd van “baas in eigen buik”, dus toen ze het me vertelde, zei ik braaf: “Wat wil jij?” Gelukkig vonden we het allebei geweldig.’
Welke invloed heeft jullie verschillende culturele achtergrond op jullie relatie?
MARION: ‘Als ik niet met Ivan was geweest, had ik misschien nooit over mijn Indische afkomst geschreven. Hij zat er altijd over te drammen dat ik dat moest doen.’
IVAN, VOORZICHTIG: ‘Te praten!’
MARION, GEDECIDEERD: ‘Nee, te drammen! “Het is jouw táák,” zei je dan. “Je hebt iets om door te geven.” Soms was ik boos op je, zei ik: “Het moet wel míjn boek zijn, anders doe je het zelf maar.” Intussen ben ik je zeer dankbaar. Ook omdat dingen inzichtelijker worden wanneer je erover schrijft. Zelfs de ergernissen tussen jou en mij.’
IVAN, POSITIEF: ‘Ik werd zo prettig ontvangen door jouw ouders dat jouw cultuur voelde als thuiskomen. Ik stapte er gretig in.’
MARION: ‘Bij ons was het de zoete inval. Opa’s, oma’s, ooms, tantes,
baby’tjes… We hielden bij het eten ook altijd rekening met toevallig bezoek. Bij jullie was alles meer afgepast, in het gareel. Als jouw opa en oma op verjaardagsvisite kwamen, werden ze op een stoel gezet en sprak niemand met ze. Heel vreemd.’
IVAN, LACHEND: ‘Aanvankelijk dacht ik dat al die ooms en tantes bij jou echt familie waren, maar dat bleken dan bijvoorbeeld achterburen of kennissen die ook uit Indië kwamen. Volkomen logisch dat jullie als migranten in zo’n kille, gereformeerde wereld belangrijk voor elkaar waren.’
MARION: ‘In de afgelopen negenenveertig jaar hebben we samen een eigen cultuur gecreëerd, met het beste van twee werelden. Hoewel ik soms merk dat je een klein signaal niet opmerkt of niet begrijpt.’
IVAN: ‘Om dat te ondervangen, tast ik af: “Wil je dít, of wil je dát?”’
MARION: ‘Het fijne aan jou vind ik dat je altijd bereid bent te praten. Pas sinds je prostaatkanker hebt, lukt het praten soms niet. Dat zijn de bijverschijnselen van de medicatie.’
Je ziekte heeft dus effect op de relatie, Ivan?
IVAN: ‘Natuurlijk, vooral door de medicatie. Je wordt iemand anders als je minder vitaal bent, onzekerder ook. Ik ben niet meer de man die ik was voordat ik kanker kreeg, nu bijna negentien jaar geleden.’
MARION: ‘Omdat je niet meer de hormonen aanmaakt die een man normaal gesproken heeft.’
IVAN: ‘En die je zelfvertrouwen geven, bravoure soms.’
MARION: ‘Veel mannen worden depressief van die pillen. Jij niet. Jij vecht ertegen. Dat bewonder ik zo, dat je blijft knokken. Blijft lopen ook, al heb je nog zoveel pijn. Door de medicijnen maak je geen spieren meer aan, dus je moet zorgen dat je houdt wat je hebt. Als je een doel hebt, ga je ervoor. En nu is dat: blijven leven.’
IVAN: ‘Toch neemt de ziekte veel ruimte in, op allerlei gebieden. Seksualiteit, intimiteit… Het is nu eenmaal een probleem als je niet op je linker-of je rechterzij kunt liggen omdat dat pijn doet.’
MARION: ‘Als we in elkaars armen liggen, wil je dat niet laten merken. Maar ik vóél dat.’
IVAN: ‘Ik heb ook nog eens heel koude handen…’
MARION: ‘Dus als je me even aanraakt, roep ik “Aaaahhh!” Hahaha!’
IVAN: ‘Dat is ook intimiteit, dat we daar samen om lachen.’
Bij zo’n ziekte hoort ook bezorgdheid...
IVAN: ‘Ik ben doorlopend bezorgd, vooral omdat ik Marion niet ongelukkig wil maken. Mijn ziekte beperkt me natuurlijk in mijn mobiliteit, al lopen we samen dagelijks zo’n twaalf kilometer.’
MARION: ‘Daarna ben je kapot. Soms denk ik: ik lóóp wel, maar ik heb geen tijd om daarnaast ook te trainen. Terwijl ik dat op mijn leeftijd wel zou moeten doen.’
IVAN, NUCHTER: ‘Ik las laatst een artikel over een groot wetenschappelijk onderzoek met als conclusie dat je helemaal niet intensíéf hoeft te bewegen, áls je maar beweegt. Wat niet wegneemt dat ik een groot beslag leg op jouw tijd.’
MARION: ‘Ik ben óók bezorgd, om jou. Elke twee, drie maanden word je getest.’
IVAN: ‘Dan weet ik of ik weer een stukje verder kan.’
Waar genieten jullie van?
IVAN: ‘Samen muziek luisteren.’
MARION: ‘Samen lopen.’
IVAN: ‘En onze gesprekken.’
MARION: ‘Elkaar vertellen over wat we gelezen hebben. Dat doen we na al die jaren samen nog steeds.’
IVAN: ‘We praten ook over het verleden. En over onze zoon Kaja.’
Wat hebben jullie van elkaar geleerd?
MARION: ‘Ivan is veel pragmatischer dan ik. Ik heb de neiging zomaar wat te doen, maar door hem ben ik doelgerichter geworden. En minder negatief. Of tenminste: daar doe ik mijn best voor.’
IVAN: ‘Bij mij moet iets al gauw groot zijn, een project. Maar ik leer dagelijks van Marions gevoeligheid en haar feilloze oog voor detail.’
Kunnen jullie elkaar vergelijken met een plek, een muziekstuk en een gerecht?
MARION OVER IVAN
Muziekstuk ‘De Matthäus-Passion. Daar zit zoveel in dat hij blijft boeien en verrassen. En hij biedt altijd troost.’
Gerecht ‘Zuurkoolschotel met kruiden en iets zoets. Dat zoete komt steeds terug, ook als je een tijdje zuur hebt geproefd.’
Plek ‘Een breed pad op landgoed Den Treek. Ivan houdt van een duidelijk pad en ziet in de verte graag het einde, terwijl dat voor mijn kippige ogen in vaagheid gehuld blijft.’
IVAN OVER MARION
Muziekstuk ‘Het Concierto de Aranjuez, met in het hart ervan die bescheiden gitaar, met snaren die alles zeggen.’
Gerecht ‘Gadogado. Behoorlijk rauw, crispy en enorm smaakvol.’
Plek ‘De jungle in Kalimantan, met zijn ongelooflijke geheimzinnigheid. Je ontdekt er altijd weer meer.’
Marion Bloem (68) is schrijver, schilder en filmmaker. In 1983 brak ze door met haar roman Geen gewoon Indisch meisje. Dit jaar verscheen Indo – Een persoonlijke geschiedenis over identiteit.
Ivan Wolffers (73) was schrijver, arts en voormalig hoogleraar. Behalve romans en kinderboeken schreef hij onder andere het standaardwerk Medicijnen. Onlangs verscheen zijn boek Het leven, het leven, een selectie uit zijn wekelijkse blogs over tijd, kanker, oud worden en het leven.
Interview Monique van de Sande (c) DPG Media / Nouveau 2022
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in
- Elmar Krop