Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Erik Scherder: 'Verander je leefstijl ten gunste van je lijf en brein'

Nouveau's mannenfluisteraar Cisca Dresselhuys in gesprek met neuropsycholoog Erik Scherder. 'Verander je leefstijl ten gunste van je lijf en brein,' adviseert hij.

Erik Scherder 2020

Een gezondere lifestyle voor jong en oud, veel meer muziek in de klas en de bejaardenhuizen terug. Neuropsycholoog Erik Scherder (71) rust niet voordat hij zijn missies heeft volbracht. Maar goed dat zijn vrouw zijn agenda en mail scherp in de gaten houdt.

Erik over zijn moeder

Pas na haar zestigste werd het leven van zijn moeder Hanna de Geest aangenamer en meer ontspannen. Vanaf haar tiende leed zij aan een ernstige darmkwaal, waardoor ze aan huis gebonden was. Ze had veel last van buikkrampen, ontstekingen en diarree. Dus speelde haar bestaan zich vooral binnens­huis af, in de buurt van een wc.

Privébeeld

‘Dat heeft haar leven natuurlijk ernstig beperkt. Nooit eens een onbezorgd middagje naar de Bijenkorf of met de kinderen naar Artis. We hadden gelukkig een meisje voor dag en nacht. Samen runden ze het huishouden en dat ging goed. Zo kon zij elke middag een uurtje naar bed.

Haar gezin, haar kinderen waren haar alles, daar leefde ze voor. Als wij ’s middags uit school kwamen, stond er altijd een lekkere boterham voor ons klaar. Ze was lief, zorgzaam, klaagde niet en was minder streng dan m’n vader. Als wij iets wilden bereiken wat een beetje moeilijk lag, deden we het altijd via haar.

Mijn vader had aanvankelijk een relatie met de oudere zus van mijn moeder, tot hij haar ontdekte. Maar dat ging niet zomaar; eerst moest haar zus een nieuwe liefde hebben, pas daarna mocht mijn vader verkering krijgen met mijn moeder.

Ze trouwden voor de oorlog voor de wet, maar toen werd mijn vader opgepakt en naar Duitsland gestuurd in het kader van de Arbeitseinsatz. Na zijn terugkomst in 1946 zijn ze als prak­tiserende katholieken alsnog voor de kerk getrouwd.

Mijn moeder was al die tijd thuis blijven wonen, bij haar moeder, die jong weduwe was geworden, en haar negen broers en zusjes. Mijn vader ging bij een agentschap voor papier werken met uiteindelijk kantoor aan huis.

Dat vond mijn moeder heerlijk. Zij runde het huishouden op de begane grond, haar man zat met twee zoons op de eerste verdieping te werken. Tussen de middag lunchten ze samen en tussendoor bracht zij koffie en thee naar boven. Alles veilig en overzichtelijk en zo draaide zij volop mee in werk en gezin.

Maar mijn moeder was ook een moderne vrouw die vond dat ze wel een eigen salaris verdiende voor haar werkzaamheden in de zaak. Daar was mijn vader het volledig mee eens. Met haar inkomen kon ze de dingen doen waaraan hij een hekel had, zoals de verbouwing van de keuken.

Na haar zestigste is ze geopereerd, waardoor haar gezondheid sterk verbeterde. Ze ging weer autorijden en tennissen, een hele vooruitgang. Ze reed met mijn vader naar hun vakantieadres in Frankrijk. Wij hielden soms ons hart vast, maar zij vonden het beiden prima. Hij was gek op m’n moeder en omringde haar altijd met veel zorg.

Zij heeft er uiteindelijk bij hem op aangedrongen dat ik mocht stoppen met mijn stage in een Duitse papierfabriek. Ik voelde me steeds minder gelukkig in mijn vaders zaak. Uiteindelijk heb ik een andere weg kunnen inslaan. Mijn moeder heeft het meeste daarvan nog meegemaakt: mijn gezin, mijn studie en zelfs mijn promotie.

Met haar laatste krachten was ze erbij, ondersteund door mijn vader en haar zoons. Ik had die plechtigheid wel willen afblazen, want ze was toen al doodziek, maar ze zei: ‘Nu ben ik er nog, nu kan ik er nog bij zijn.’

Twee weken later overleed ze, vijfenzeventig was ze toen. De foto’s van die plechtigheid heb ik ergens ver weg in een kastje gestopt, ik heb ze nooit meer bekeken. Als ik nog weleens langs m’n ouderlijk huis fiets, zie ik haar daar nog zitten, aan tafel met haar puzzelboekje. Ach, wat zou ik haar graag nog eens willen spreken en bedanken voor al haar goede zorgen.’

Erik over zijn levensmissie

Brunopress/Patrick van Emst

‘Ik wil dat mensen hun leefstijl veranderen ten gunste van hun lijf en hersenen. En ik vind dat de overheid de plicht heeft zich daarmee te bemoeien. Ervoor te zorgen dat mensen meer bewegen, jong en oud.

Een andere missie is om muziek terug te brengen in de klas. En dan nog een: het bejaarden­huis terugbrengen. Bij al die zaken hebben we de overheid nodig. Ik praat met alle betrokken bewinds­lieden. Die luisteren beleefd, maar doen niets. Tot nu toe tenminste. Maar hoe moeilijk kan het zijn?

Laat kinderen in de klas niet uren achter elkaar zitten, maar laat ze om het halfuur een paar minuten rond­rennen. Goed tegen obesitas, goed voor hart en bloedvaten. Onrustig in de klas? Nee, juist niet, daarna zitten ze een stuk rustiger op hun stoeltjes. Af en toe even afreageren is alleen maar goed. Van jongs af aan moet bewegen een normaal onderdeel van de dag zijn. Meer muziek in de klas? Wij zien bij onderzoek wat muziek doet in het brein, het werkt gunstig.

En dan de bejaardenhuizen. Nu moeten mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Op zich goed, alleen is het huidige beleid zo dat ze pas als ze niets meer kunnen naar een verpleeghuis gaan, waar ze vaak verward raken omdat alles nieuw is. Als je mensen in een bejaardenhuis laat wonen als ze psychisch nog redelijk goed zijn, hebben ze nog de mentale veerkracht om aan zich aan te passen aan een nieuwe situatie. Dat vermindert angst en stress.

Er is sprake van een perverse financiële situatie. Als ik het verpleeghuis in ga met dementie, maar lichamelijk nog goed ben, is er geen geld om me actief te houden. Meer geld komt er pas als ik bedlegerig word. Ik blijf op dit alles hameren.

Tenslotte nog één ander ding: ik wil eindelijk viool leren spelen, altijd al een harten­wens. Ik ga nu op een altviool van André Rieu spelen, nadat ik het een tijd gedaan heb op een instru­ment dat ik van Jaap van Zweden geleend had. Dat was een ‘gewone’ viool, waarop je elke valse noot hoort. Bij een altviool is dat beter te verdragen, dus die is geschikter voor mij. Elke avond weer een halfuurtje oefenen. Of het ooit wat wordt? We zien het wel, ik beleef er in ieder geval plezier aan. En iets nieuws leren is goed voor het brein. Dat raad ik iedereen aan, dus moet ik het zelf ook doen.’

Erik over zijn kantelpunt

‘Ik heb het al gezegd: mijn vertrek uit de zaak van mijn vader. Toen ik terugkwam van mijn stage in die Duitse fabriek kreeg ik van mijn vader vier jaar de tijd om mijn eigen weg te zoeken. Dat was natuurlijk geweldig van hem.

Privébeeld | boven Eriks ouders op de tennisbaan in 1984, onder met zijn vrouw Sylvia

Maar wat kon ik gaan doen met mijn handelsopleiding? Ik kon aardig tennissen, dus tennisleraar leek me wel iets. Ik heb de twee diploma’s daarvoor gehaald, maar dat was het toch niet. Via via belandde ik op de opleiding tot fysiotherapeut. Vanaf dag één dat ik daar op zat, wilde ik nog maar één ding: studeren, studeren, studeren.

Door mijn werk in de Valeriuskliniek in Amsterdam werd ik gegrepen door de neuropsychologie. Dat ging ik dan ook studeren aan de VU. En daarna gelijk ook promoveren. Als ik me eenmaal ergens op stort, ga ik maar door. Naast m’n gezin en mijn baan studeerde ik tot in de late uurtjes. Een beetje dwangmatig, altijd doorgaan, studeren en dan willen weten: ben ik echt oké, weet ik het écht wel? Nog een keer checken en nog eens. Maar goed, ik heb daar zelf geen last van.

Privébeeld

Ik leef verder gezond, rook niet, drink niet, heb geen overgewicht, beweeg veel. Ik heb nog steeds mijn baan aan de VU, geef colleges, begeleid pro­movendi, maar geef ook lezingen, treed soms met collega’s op in het theater en geef desgevraagd voor­lichting en commentaar op radio en tv.

Nu ben ik weer druk met het eerste Erik Scherder Huis in Amsterdam. Daar proberen we dertig à vijfendertig jonge mensen met niet-aangeboren hersenletsel, die al geruime tijd zonder per­spectief thuiszitten, een nieuwe toekomst te geven. Het is de bedoeling dat er op termijn meer van die huizen komen. Mijn vrouw is mijn agenda en mail gaan beheren. Zij is echt mijn poortwachter. Ikzelf ga maar door en zeg het liefst overal ja tegen.’  

Wapenfeiten

Erik Scherder (1951) is hoogleraar Neuropsychologie. Hij schreef boeken (zoals Oud worden, jong blijven) en maakt theater-en tv-programma’s. Volgend jaar wordt zijn programma Erik en het nut van optimisme uitgezonden. Hij woont met zijn vrouw Sylvia Martens in Amsterdam.

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Interviews
  • Brunopress/Patrick van Emst