Cisca Dresselhuys in gesprek met de schrijver.
In december wordt hij 77, dus Adriaan van Dis heeft meer verleden dan toekomst. Hij wil boeken blijven schrijven, zijn nieuwste roman gaat deels over zijn vader over wie hij nog steeds niet uitgedacht en uitgeschreven is. ‘Naarmate ik ouder word, begin ik hem aardiger te vinden.’
Adriaan van Dis over zijn moeder
Pas nadat z’n moeder, Maria van Dis, was overleden, kon hij over haar schrijven. Ze werd heel oud, op twee maanden na honderd. ‘Ik was tien toen mijn vader stierf en vijfenzestig bij de dood van mijn moeder. Over mijn vader had ik al een paar boeken geschreven, over mijn moeder kon ik dat pas drie jaar na haar overlijden.
(c) privébezit Adriaan van Dis
De visie op je ouders verandert naarmate je ouder wordt, althans bij mij. Zo ben ik mijn vader aardiger en mijn moeder vervelender gaan vinden. Eerder zag ik mijn vader als de boosdoener, de driftige man die me sloeg. Mijn moeder was een mooie, sterke vrouw die in veel dingen haar tijd vooruit was.
'Mijn moeder was leuk voor anderen, maar lastig en afstandelijk voor haar kinderen'
Zo trouwde ze als Brabantse boerendochter met een gekleurde man, met wie ze naar Indië ging. Op het eerste gezicht was ze een leuke, vlotte, wereldwijze, politiek geïnteresseerde, heel sociale vrouw, leuk voor anderen, maar lastig en afstandelijk voor haar kinderen.
Altijd met een boek in de hand, ze vluchtte in boeken. Terugkijkend zie ik een meisje dat haar eigen moeder heel jong verloor, waardoor ze weinig liefde heeft gekend en haar dapperheid haar zachtheid is gaan overheersen.
Maar ik wilde geen dappere moeder, ik wilde een moeder bij wie je op schoot kunt zitten, een moeder die je ’s nachts roept als je akelig gedroomd hebt, maar zo was ze niet. Wat heb ik verlangd naar zo’n zachtaardige moeder.
Wat ik mijn moeder lang verweten heb, is dat ze niet voor me in de bres sprong als mijn vader me mishandelde
Liefde vond ik als kind bij onze werkster Dientje, die me knuffelde. Wat ik mijn moeder lang verweten heb, is dat ze niet voor me in de bres sprong als mijn vader me mishandelde. Dat had ze best gekund, want mijn vader was maar een mannetje van 1 meter 60.
Later ben ik gaan inzien dat mijn ouders allebei zwaar beschadigd uit de oorlog zijn gekomen, mijn moeder als Jappenkamp-slachtoffer, mijn vader getraumatiseerd door zijn dwangarbeid aan de Pakanbaroe-spoorweg op Sumatra.
'Die twee beschadigde mensen ontmoetten elkaar en werden een paar
Beiden hadden een huwelijk achter de rug; de eerste man van mijn moeder werd in de oorlog onthoofd door de Japanners, het eerste huwelijk van mijn vader mislukte. Die twee beschadigde mensen ontmoetten elkaar en werden een paar.
(c) privébezit Adriaan van Dis
Zwanger van mij, met een nieuwe man en drie donkere dochters uit haar eerste huwelijk, kwam mijn moeder terug in Nederland, waar ze in een overvol repatriantenpension terechtkwam. Dankzij haar zijn we later in Hilversum beland, de plaats waar ik sociaal gezien de grootste krassen op mijn ziel heb gekregen, maar waar zij haar innig gewenste huis met een tuin kreeg.
Ook gedijde ze daar in allerlei clubjes en verenigingen, van theosofie en astrologie tot de plaatselijke politiek; de VVD, toen nog een partij van gezellige rechtse mensen als Molly Geertsema, die openlijk over z’n homoseksuele broer sprak, wat mijn moeder heel dapper vond.
'Die homoseksualiteit van mij was vooral een pose. Ik wilde aan het toneel'
Toen ik zelf later vertelde dat ik homoseksueel was, keek ze er toch wat anders tegenaan. “Dat zou heel erg zijn, als het waar was,” zei ze. Die homoseksualiteit van mij was vooral een pose. Ik wilde aan het toneel, was idolaat van Ramses Shaffy en die was homo, dus ik ook. Toen ik mijn moeder een paar jaar later vertelde dat ik een vriendin had, vroeg ze “Wat is je gironummer?” en maakte per ommegaande 1500 gulden over voor een nieuw bed. Ach, je ouders, in de loop van je leven ga je anders naar ze kijken.
'Steevast vroeg ze: “Verdien je daar nou wat mee?"'
Je oordeel is als een rijnsteentje, dat je heen en weer rolt, waardoor het licht er anders in valt en je steeds nieuwe kleuren ziet. Hield mijn moeder van mij? Misschien achter mijn rug. Ze ging weleens mee naar tv-uitzendingen van me, maar nooit liet ze merken dat ze trots op me was. Steevast vroeg ze: “Verdien je daar nou wat mee?”
Ze had liever niet zo oud willen worden. Op haar vijfennegentigste vond ze het wel mooi geweest, het boek was uit, ze had een groot verlangen naar de dood. Maar ze was niet ernstig ziek en dan kun je wel lid zijn van allerlei clubjes die een waardig en zelfgekozen levenseinde bepleiten, maar die komen je heus niet op verzoek doodmaken.
'In mij zag ze een man van kordate stappen. Maar ik zag me toch echt mijn eigen moeder niet vermoorden'
Met dokters wilde ze niets te maken hebben, behalve met Dr. A. Vogel, in wie ze heilig geloofde. Voor haar gewenste euthanasie deed ze een beroep op mij; mijn zussen waren, net als zij, van het zweverige type, in mij zag ze een man van kordate stappen. Maar ik zag me toch echt mijn eigen moeder niet vermoorden.
Uiteindelijk heeft ze bereikt wat ze wilde, genoeg morfine om er een zacht einde aan te maken. Ik was daar niet bij, mijn zus wel. Op de avond dat ze zou overlijden, wilde ze per se nog naar het achtuurjournaal kijken, waarin ze Maxime Verhagen zag. Als protestants meisje uit het oerroomse Brabant haatte ze alles wat katholiek en CDA was. En zo waren haar laatste woorden: “Wat is die Maxime Verhagen toch een vreselijke druiloor.”’
Adriaan van Dis over zijn levensmissie
‘Laat ik die nou eens kort en krachtig onder woorden brengen: ik maak me sterk voor een samenleving die open staat voor de grote veranderingen die ons te wachten staan en het besef dat er andere delen van de wereld zijn, vooral voormalig gekoloniseerde landen, die aan de beurt zijn om een stempel op deze tijd te zetten.
'Ik probeer me geestelijk lenig te houden door veel te lezen, ook boeken en artikelen waarvan ik denk: moet dat nu echt?'
Daarvoor moeten we lenig van geest zijn en leren inzien dat onze belangen liggen bij een betere verdeling van rijkdom en armoede en bij het verkleinen van de kenniskloof. Ik probeer me geestelijk lenig te houden door veel te lezen, ook boeken en artikelen waarvan ik denk: moet dat nu echt? Ja, dat moet.
Ouderen lopen het gevaar te denken: het zal mijn tijd wel uitduren, ik wind me niet meer op. Dat is de dood in de pot, dus ik wind me wél op, ik wil geen vreemdeling zijn in mijn eigen tijd. Bovendien is ergernis het beste medicijn tegen dementie, dus blijf vooral in Nederland, want daar is altijd wel iemand of iets waaraan je je kunt ergeren.
Ik kom nog weleens op scholen en dan zie ik meisjes, over wie ik me geen zorgen maak, die doen het hartstikke goed, maar de jongetjes, die zijn bang, die zien plotseling een gefeminiseerde samenleving die eindelijk eens het woord ‘empathie’ gaat gebruiken. Die zoeken steun bij kereltjes als Thierry Baudet.
Ik vind het leuk om met dat soort jongens in debat te gaan, ook al beschouwen ze me natuurlijk als een gekke, oude man, die ook nog eens raar praat. Dat laatste is een erfenis van mijn Gooise jeugd. Om daar aansluiting te vinden bij vriendjes, die het over ‘het veurwiel’ van hun fiets hadden, heb ik me die bekakte spraak aangeleerd en nooit meer afgeleerd.
'Mensen vóór laten gaan in de rij bij Albert Heijn, een ontbrekende euro voor hen betalen'
Een zorgelijke ontwikkeling in de hedendaagse maatschappij vind ik de enorme boosheid die er heerst. Daar kan ik maar één ding tegenover stellen: zelf zo vriendelijk mogelijk zijn, een paar maal per dag iets aardigs doen. Mensen vóór laten gaan in de rij bij Albert Heijn, een ontbrekende euro voor hen betalen, lege flesjes oprapen op straat, iets aardigs zeggen over iemands schoenen. Of een complimenteuze mail sturen aan mensen die een goed artikel of rake column geschreven hebben. Mijn persoonlijke bijbel telt maar één zin: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.” Dus ben ik aardig.’
Adriaan van Dis over zijn kantelpunten
‘Dat zijn er een paar. Twee hebben te maken met boeken en schrijvers. Ten eerste mijn kennismaking met het werk - en later de persoon - van Breyten Breytenbach, een Zuid-Afrikaanse schrijver. Ik werd heel erg geraakt door de kleurgevoeligheid van zijn werk, waarin ik me herkende. Net als mijn ouders was hij over de kleurlijn getrouwd met een Vietnamese vrouw. Door hem ontdekte ik dat ik zelf ook een verhaal te vertellen had over mijn jeugd in een gekleurde omgeving.
'Stoppen met het meeklappen en -huilen met de dingen van de dag'
Een ander belangrijk boek was Leerschool der liefde van Gustave Flaubert, dat voor mij de aanleiding was mijn baan bij de NRC op te geven, te stoppen met het meeklappen en -huilen met de dingen van de dag en me helemaal aan het schrijven van boeken te wijden.
'In therapie zijn de boomstronken uit de rivier gehaald, waardoor alles beter ging vloeien'
De derde belangrijke wending in m’n leven: mijn besluit in therapie te gaan, een jarenlange dagelijkse analyse. Daar zijn de boomstronken uit de rivier gehaald, waardoor alles beter ging vloeien. Een heel bevrijdend moment was toen ik tot de ontdekking kwam dat ik niet zielig was, niet alleen maar een slachtoffer van mijn vader, maar tegelijk een dader, die hem uitdaagde, hem soms treiterde en zich verzette tegen zijn dictatuur bij ons thuis.
Door die analyse ben ik, ook in mijn boeken, dieper gaan graven. In 2016, toen mijn behandeling al jaren was afgerond, raakte ik opnieuw in een diepe depressie. Waarschijnlijk het gevolg van het boek dat ik over m’n moeder schreef en de dood van mijn laatste zusje.
'Met een gebroken been ga je naar de orthopeed, met een gebroken hoofd naar de psychiater'
Ik had met haar een moeizame relatie, maar samen waren wij toch de laatste getuigen van dat ingewikkelde gezin. Eigenlijk wilde ik toen een beetje dood, een goede reden om terug te gaan naar mijn psychiater. Nee hoor, dat voelde volstrekt niet als falen. Met een gebroken been ga je naar de orthopeed, die er gips omheen doet, met een gebroken hoofd is de psychiater de aangewezen arts, die je zwachtels aanreikt om zelf aan te brengen.
Ik zei tegen hem: “Ik verlang zo ontzettend naar een geloof zonder god, naar geborgenheid, iets waarin ik kan opgaan”. Hij stuurde me naar een mevrouw die aan mindfulness deed, geen modieus gedoe, maar iemand die dat deed met gedetineerden in gevangenissen.
Daar heb ik veel baat bij gehad. Haar aanpak kwam vooral neer op ademhalingsoefeningen, veel wandelen en dan goed ademen. Langzamerhand vloeide de somberheid weer uit m’n lichaam.
Inmiddels weet ik dat ik erg gebaat ben bij dagelijkse discipline en schrijven. Elk boek dat ik schrijf, stuur ik naar mijn psychiater met steeds dezelfde opdracht: ‘Van bank naar boek’. Hij moet inmiddels een hele rij in de kast hebben staan. Ik krijg er nooit commentaar op.’
Wapenfeiten
- Adriaan van Dis (1946, Bergen, NH) studeerde na de middelbare school neerlandistiek in Amsterdam en Zuid-Afrika. Al tijdens zijn studie was hij redacteur bij NRC Handelsblad, waar hij in 1982 ontslag nam.
- In 1983 debuteerde hij als schrijver met de roman Nathan Sid. In hetzelfde jaar begon hij bij de VPRO met de literaire talkshow Hier is…Adriaan van Dis, die hij tot 1992 presenteerde. Van 1999 tot 2002 presenteerde hij Zomergasten.
- Tussen 2004 en 2012 woonde Van Dis in Parijs. In 2015 won hij de Libris Literatuurprijs voor Ik kom terug, waarvan inmiddels meer dan 200.000 exemplaren zijn verkocht. In datzelfde jaar kreeg hij de Constantijn Huygensprijs voor zijn hele oeuvre.
- Zijn meest recente roman is KliFi en in november verschijnt zijn boek Vijf vrolijke verhalen. De laatste jaren woont hij weer in Amsterdam. Van Dis heeft al dertig jaar een latrelatie met zijn vriendin.
Nieuwe roman
.
Het nieuwste boek van Adriaan van Dis heet Naar zachtheid en een warm omhelzen. De roman gaat over een negenjarige jongen die tijdens een inzinking van zijn door oorlogsherinneringen gekwelde vader wordt opgevangen in het huis van zijn grootouders.
Maar in dat huis wacht hem een andere oorlog: de vrouw die door de barse grootvader was aangenomen als ‘meid voor dag en nacht’ verzet zich steeds meer tegen haar dienende rol. Zij, Ommie, vervult de rol van grootmoeder en groeit uit tot vredestichter in de gehavende familie van haar broodheer.
Ook tijdens de oorlog bleek zij al een heldin. De jongen spiegelt zich aan haar dapperheid en zij helpt hem zijn angsten te overwinnen. Er ontstaat een hechte band tussen die twee – gekleurd door hun hunkering naar liefde en erkenning.
In de reconstructie van Ommies leven en die ingrijpende zomer schakelt van Dis op verrassende wijze van vroeger naar nu en laat zo zien wat het heden zegt over het verleden. Met Naar zachtheid en een warm omhelzen heeft hij een vergeten hoofdstuk uit zijn oeuvre geschreven.
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in
- Stef Nagel