'Zeventien keer achter elkaar in de Droomvlucht? Check!'
Mijn eerste herinnering aan de Efteling is die van de paddenstoelen waaruit een menuet klinkt. Ik was een kleuter, veel van de sprookjes vond ik eng, maar die paddenstoelen waren het einde. Mijn moeder kon me er alleen van losweken door de Indische Waterlelies uitbundig aan te prijzen.
We kwamen er niet elk jaar, maar het park werd toch vertrouwd. Als puber ontdekte ik de Bobslee-zonder-sneeuw, als twintiger trotseerde ik met BFF Jeanine ondersteboven de Python. Een leuk jongetje dat vaak bij me logeerde, werd een volmaakt excuus om er regelmatig heen te gaan. De eerste keer kroop hij nog bangig in me bij de Fata Morgana, de laatste keer paste ik lafhartig op onze rugzakken terwijl hij in veel te enge attracties ging. Zo gaan die dingen.
Het lijkt me een volkomen natuurlijke gang van zaken, want je beleeft al het leuks (en de vreselijke bordjes 'vanaf hier is het nog drie kwartier') op elke leeftijd weer anders. Als veertiger kwam het moment dat Jeanine en ik peinzend naar de Python keken en besloten dat we niet meer zo nodig hoefden. Wel gingen we – het was regenachtig en rustig – zeventien keer in de Droomvlucht, ik vooral om decoratie-ideeën op te doen. 'Lichtjes, overal lichtjes!' is een gezamenlijke strijdkreet geworden.
'We hebben nu de leeftijd dat met een ijsje naar de Baron kíjken echt al opwindend genoeg is'
Nog eens tien jaar verder ging andere BFF Anneke weer eens met ons mee en drentelden we verrukt door het Sprookjesbos, maar bleken we de leeftijd te hebben dat gewapend met een ijsje naar de Baron kijken echt al opwindend genoeg is. Iets waar de bevriende pubers in mijn leven snurkgeluiden van gingen maken: dat was er nu eentje waar zíj zeventien keer in wilden.
Kortom, herinneringen alom, aan het attractiepark dat vandaag jarig is. Op 31 mei 1952 ging het Sprookjesbos open. En sindsdien staat de Efteling voor jeugdsentiment, opwinding en emotie. Denk maar aan de ophef die eerder dit jaar ontstond toen bekend werd dat het verouderde Spookslot uit 1978 met de Dance Macabre zou worden gesloopt.
Heel veel Nederlanders hebben herinneringen aan het park, waar ze zelf als kind hun ogen uitkeken, als pubers zo nat mogelijk probeerden te worden in de Piraña en later met hun kinderen en kleinkinderen kwamen om ook hen die beleving te gunnen. Noem het sentimenteel erfgoed. Een unieke mengeling van nostalgie, hypermoderne techniek, adrenaline en paddenstoelen waar een muziekje uitkomt.
Wat in 1952 begon als een Sprookjesbos met tien sprookjes en een speeltuin is in zeventig jaar uitgegroeid tot een attractiepark van wereldformaat. En hoewel het natuurlijk geen museum is en gedijt op regelmatig opfrissen en vernieuwen, hoop ik stiekem dat ze ook de mooie oude dingen koesteren, zoals de prachtige oude carrousel en de heerlijk kabbelende Gondoletta (zó fijn om even in te kunnen uitrusten).
Ik vermoed dat ze veilig zijn, afgaand op de beslissingen rond het Spookslot na alle reuring: het thema en de beroemde muziek blijft, zij het in een moderner jasje. Want een sprookje zonder happy end, daar doen ze in Kaatsheuvel niet aan. Van harte, Efteling. En nog vele jaren.
Foto's (c) Nationaal Archief, Efteling
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in