Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Simone (57): 'Ik vind het naar dat mijn dochter financieel afhankelijk is van haar man'

'Ze wil dit echt. En ik kan er met mijn verstand niet bij'

openhartig

Dat haar dochter Maya voor een bestaan als echtgenote en moeder kiest, wil er bij Simone (57) niet in.

Dochter

‘Als mensen mij vragen hoe het met mijn dochter gaat, klap ik dicht. Me tegenover buitenstaanders negatief uitlaten over mijn eigen kind is voor mij een no-go. Maar liegen ligt ook niet in mijn aard. Het enige dat ik er met moeite uitkrijg is een nietszeggend ‘Wel oké, geloof ik, ze moet haar draai nog een beetje vinden.’ Maar het liefst zou ik het willen uitschreeuwen: ‘Ze vergooit haar leven! Hoe kan ik in hemelsnaam tot haar doordringen?!’ Mijn beste vriendinnen weten natuurlijk wel dat ik de levensstijl van Maya met afgrijzen aanschouw. Ze hebben echt hun best gedaan mij gerust te stellen. ‘Ach joh, het is een modegril, een TikToktrend. Over een tijdje komen de muren op haar af en rent ze gillend het huis uit. Ze is nog zo jong, het kan nog alle kanten uit.’

Een modegril... Jong... Was het maar waar. Maya is allang geen tiener meer en ze is nooit makkelijk te beïnvloeden geweest. Ze was en is wars van social media, heeft altijd haar eigen plan getrokken. Nee, ik vrees dat dit iets heel anders is dan een bevlieging en dat de motivatie van veel dieper komt dan een wens om ‘hip’ te zijn. Ze wil dit echt. En ik kan er met mijn verstand niet bij. Mijn lieve Maya, mijn ambitieuze, slimme, zelfstandige dochter, die nooit enig symptoom van onderdanigheid heeft vertoond, heeft zich bij volle bewustzijn volledig afhankelijk gemaakt van een man.

Zwangerschap

‘Mam, ik ben gestopt met m’n opleiding.’ Nog maar nauwelijks bekomen van het bericht dat zij en Gijs, met wie ze krap zes maanden samen was, een kindje verwachtten, bleef ik er bijna in toen Maya me dit meedeelde. ‘Wat bedoel je, gestopt?’ vroeg ik onthutst. ‘Je had het toch naar je zin?’ Dat was niet waar, dat wist ik, maar omdat ze het er langer had uitgehouden dan op de universiteit, waar ze het bij twee studies al na een paar maanden voor gezien hield, ging ik ervan uit dat ze zich over haar tegenzin heen had gezet om in ieder geval maar een diploma te halen.

‘Nee, ik ben er helemaal klaar mee. Ik wil nooit meer in een klaslokaal zitten, nooit meer doen wat een docent wil en nooit meer leren voor toetsen. Wat heb ik eraan?’ Dat laatste was uiteraard geen serieuze vraag. Toch gaf ik antwoord alsof mijn leven, maar vooral het hare, én haar toekomst, ervan afhingen. Mijn woorden hadden echter geen enkel effect – dat wil zeggen: niet het door mij gewenste. Laatdunkend liet ze me weten niet geïnteresseerd te zijn in de arbeidsmarkt omdat ze toch niet van plan was die te betreden. ‘En dan moet ons kindje zeker naar zo’n kinderdagverblijf?’ zei ze op een toon alsof ze het over iets heel vies had. ‘En ik zeker de hele dag hysterisch heen en weer rennen om maar overal op tijd te zijn en het iedereen naar de zin te maken. Ik moet er niet aan denken. Die onrust, dat jachtige gedoe, dat is toch helemaal niet goed voor een kind?’

Ze had het er uitgebreid met Gijs over gehad, vertelde ze, en die was het honderd procent met haar eens. Hij had zelf een heel fijne jeugd gehad met een moeder die altijd thuis was. Dat gunde hij zijn kinderen ook. ‘Hij wil heel graag voor ons zorgen, mama,’ zei ze met veel genegenheid en iets van ontzag in haar stem.

Andere mening

Ik schudde mijn hoofd. Het leek me beter om maar niet te vragen hoe zij háár jeugd, met twee hard werkende, gescheiden ouders, dan ervaren had, want ik wist dat het antwoord me niet zou bevallen. In plaats daarvan begon ik over haar oma, mijn moeder, die als onderwijzeres haar eigen geld verdiende, totdat ze met mijn vader trouwde en haar baan moest opgeven. Wat had zij er een ongelooflijke hekel aan gehad om haar man om geld te moeten vragen. En dat moest vaak, want mijn vader was verschrikkelijk gierig. Intussen verwachtte hij echter wel dat er elke dag een stukje vlees op zijn bord lag en dat zijn vrouw en kinderen er onberispelijk uitzagen. Ik kan me de ruzies van toen nog levendig voor de geest halen. Mijn vader laaiend over een schamel maal, mijn moeder schreeuwend dat hij nog van geluk mocht spreken, omdat de meeste vrouwen van de fooi die zij van hem kreeg niet eens een bord pap zouden kunnen bekostigen.

Kleding uit een winkel kon er al helemaal niet vanaf, dus uit pure armoede kroop mijn moeder zelf achter de naaimachine. Ik wist niet precies hoe, maar als kind had ik al sterk het vermoeden dat al die mislukte creaties waarin ik me zo ongelukkig voelde alles te maken hadden met het feminisme waar mijn moeder zo graag over sprak. ‘Jouw oma zou zich in haar graf omdraaien als ze jou zou horen praten. Vrouwen als zij, onze voormoeders, hebben gevochten voor jouw recht om te studeren, jouw recht om te werken en je eigen leven te bepalen. En wat doe jij? Je gaat ermee om alsof het niets is.’ ‘Een recht is iets anders dan een plicht, mama,’ zei Maya ijskoud. En dat was het dan. Sindsdien moet ik aanzien hoe mijn dochter het leven leidt dat mijn moeder verfoeide en waarvan ik dacht dat het in onze maatschappij allang een gepasseerd station was.

Gezinsleven

Ze doet het met verve, dat moet ik toegeven. Met z’n vieren – inmiddels is baby twee geboren – vormen ze een prachtig plaatje. De kindjes altijd schattig en schoon, zij mooi gekleed en opgemaakt, hij knap, een tikje nonchalant en blakend van het zelf­ vertrouwen. Ook op de manier waarop ze zich tot elkaar verhouden valt eigen­ lijk weinig aan te merken. De kinderen zijn gewoon kinderen, soms voorbeel­ dig, soms onhandelbaar, zij zorgzaam en ontspannen, hij vriendelijk en attent – en zeker geen vrek, zoals mijn vader. Het ideale gezinnetje... Je zou er bijna intrappen.

Misschien ben ik te bevooroordeeld, gebrainwashed door mijn feministische moeder, maar ik geloof het gewoon niet. In mijn ogen is het een act. Een manier waarop Maya haar keuzes aan mij en de rest de wereld probeert te verkopen. Want niet alleen ik, ook haar vriendinnen begrijpen niet wat haar bezielt. Ik heb het idee dat ze nu voortdurend bezig is om aan anderen te bewijzen dat wij het spoor kwijt zijn, en dat zij het heeft teruggevonden.

Vertrouwen

Ik ben geen zwart­witdenker, absoluut niet. Ik zie echt wel wat Maya aantrekt in haar huidige leven. Ik zie ook dat het haar rust geeft. Perfectionist als ze is, voelde ze bij alles wat ze deed – van school tot pianoles tot ballet – een enorme druk. Alle verwachtingen die ze van zichzelf had, of waarvan ze dacht dat anderen die van haar hadden, hebben haar uiteindelijk opgebroken, denk ik. Dit ‘idyllische gezinsleven’ is haar ontsnapping.

Uit dat perspectief put ik ook wel wat hoop, moet ik zeggen. Het moederen gaat haar goed af, daar zal ze zelfvertrouwen uit putten. Ze zal nog groeien, zich verder ontwikkelen. Uiteindelijk zal ze volwassen en weer­ baarder zijn. Misschien dat ze dan uit haar zelfgecreëerde bubbel tevoorschijn durft te komen en weer gaat nadenken over een opleiding of baan. In de tussentijd moet ik proberen me een beetje in te houden en wat vertrouwen te hebben. Maar tussen ons gezegd en gezwegen: ik ben pas gerust als Maya voor zichzelf kan zorgen.’

De naam in dit artikel is gefingeerd.

Personality
  • Adobe Stock