Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Babette hertrouwde met haar eerste man: 'Hij is mijn grote liefde'

Babette's eerste huwelijk eindigde in een vechtscheiding, maar jaren later hertrouwde ze met haar eerste man: 'Hij is mijn enige, echte, grote liefde.'

huwelijk bruid bruidegom ringen

Babette trouwde op haar tweeëntwintigste. Door een hectisch bestaan met werk en kinderen groeiden zij en haar man uit elkaar. Het leidde tot een (v)echtscheiding. Tot ze elkaar weer terugzagen en Babette sterk voelde dat hij toch haar grote liefde was. Anderhalf jaar geleden trouwden ze opnieuw.

Babette (44): “Anderhalf jaar geleden stond ik voor de tweede keer voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. De eerste keer dat ik trouwde, ruim twintig jaar geleden, zat de zaal vol mensen. Familie, vrienden, collega’s. Iedereen aan wie ik wilde laten zien dat ik volwassen was en een man had gevonden die van mij hield. D

e tweede keer waren we maar met een klein groepje. Mijn moeder, trotser dan ooit. En mijn liefste vrienden, die alle pieken en dalen hadden meegemaakt. Dit keer trouwde ik niet ‘omdat het zo hoorde’. Niet ‘omdat ik het zo leuk vond om een groot feest te geven’. Dit keer ging het alleen om liefde. Liefde, vanaf hier naar de maan en weer terug, zoals op onze trouwkaart stond. Want we hadden zo’n lange reis gemaakt, mijn bruidegom en ik.

Terwijl we elkaar ons jawoord gaven, keek ik hem diep in zijn ogen. Ik wist honderd procent zeker dat ik een goede keus maakte. Al was mijn eerste huwelijk dan op een scheiding uitgelopen, dit keer was het anders, daar durfde ik mijn hand voor in het vuur te steken.

Niet omdat ik nu pas de liefde van mijn leven heb ontmoet. Nee: mijn grote liefde ontmoette ik al toen ik negentien was. Drie jaar later trouwde ik met hem. Vijftien jaar later was onze scheiding een feit.

Het was dezelfde man, die nu opnieuw een ring aan mijn vinger schoof. Veel mensen vinden dat raar: maar een bewustere keuze dan deze, die is er volgens mij niet. Ik ken René door en door, ken al zijn mooie kanten, maar ook de zwarte. Alle valkuilen die er kunnen zijn, daar zijn we al in gevallen. Maar we zijn er óók weer uitgeklommen. Een betere basis voor een huwelijk is er toch niet?

Ons eerste huwelijk zie ik als een valse start. Het begon al niet zuiver: toen we verliefd op elkaar werden, had René een vriendin. Hij was zeven ouder dan ik, woonde met haar samen. Zijn vriendin wilde graag een kind, maar René was daar nog niet klaar voor.

Liever ging hij met mij uit, een meisje van nog geen twintig, dat nog niet bezig was met dergelijke serieuze stappen. In het begin moest alles stiekem. Wanneer ik hem zag bij het uitgaan, draaiden we om elkaar heen, zoenen deden we pas in de auto.

René was al snel heel speciaal voor mij. Dat hij wat ouder was, gaf me een veilig gevoel. Ik voelde me thuis bij hem, had niet het idee dat ik mij beter voor hoefde te doen dan ik was. Hij vertelde hoe hij worstelde met de situatie thuis en twee maanden nadat wij elkaar hadden ontmoet, maakte hij het uit met zijn vriendin.

Daarna volgde een lastige tijd: zijn vriendin was erg gekrenkt, ze kon het moeilijk accepteren en viel hem nog vaak lastig. Ook toen ik, een jaar later pas, bij hem introk, stond ze geregeld voor de deur. Ik reageerde daar jaloers op en maakte scènes. René houdt helemaal niet van ruzie en trok zich dan terug. Mij maakte dat extra woedend, en de situatie kon af en toe behoorlijk exploderen. Maar we legden het altijd bij.

De liefde, onze grote liefde, die was er toen al: alleen kenden we elkaars gebruiksaanwijzing nog niet goed en lukte het ook niet die in alle rust te leren kennen. We waren allebei zo koppig. Dagen kon we zwijgen, beiden te trots om sorry te zeggen. Toch hadden we het goed. En toen René me ten huwelijk vroeg, heb ik geen moment geaarzeld.

Op de enige trouwfoto van toen die ik nog heb - de rest heb ik in een boze bui weggegooid - stralen René en ik. Ik zie twee jonge mensen die veel van elkaar houden, dat zeker. Maar ook mensen die elkaar nog amper kenden, die nog te weinig over zichzelf wisten. Sommige stellen hebben het geluk dat ze samen groeien, zich gelijkmatig ontwikkelen. Bij René en mij liep het helaas al snel scheef.

Hij begon een architectenbureau met een vriend. Voor ze het wisten, hadden ze twintig man personeel. Ik rondde mijn studie fysiotherapie af en startte een praktijk aan huis. We gingen allebei enorm in ons werk op. We kochten een groter huis, een paar jaar later verhuisden we opnieuw.Maar hoe meer ruimte we om ons heen kregen, hoe meer afstand er tussen ons kwam.

Onze explosieve ruzies bleven, en de stilte die daarop volgde, duurde steeds langer. Soms sliepen we weken apart. De eenzaamheid knaagde toen al. Ook bij René, weet ik nu. In plaats van onze problemen samen onder ogen te zien, vluchtten we in een gezin.

In vijf jaar tijd kregen we drie kinderen. Voor de buitenwereld leken we het ideale gezin: twee gezonde mensen met prachtige dochters, een kast van een huis en twee auto’s voor de deur. Maar René was minder en minder thuis. Ik miste hem. Maar in plaats van dát te zeggen, maakte ik hem verwijten. Ging hij soms vreemd? Ik haalde oude koeien uit de sloot; toen hij mij ontmoette had hij dat immers ook gedaan?

Door mijn verwijten werd René steeds stiller en sloeg hij helemaal dicht. Zo dreven we steeds verder uit elkaar. En toen overkwam mij waar ik bij René zo bang voor was. Ik werd verliefd. En ik dacht: als je verliefd wordt op een ander, dan móet er wel iets mis zijn met je relatie. Dat ben ik overigens nog steeds van overtuigd. Maar ik denk nu dat je dan juist naar je eigen relatie moet kijken, en moet uitzoeken waarom zo’n verliefdheid je overkomt. Je relatie meteen weggooien is waanzin, vind ik nu.

Toen dacht ik niet zo. Ik was betoverd door die ander. En als ik aan René dacht, kon ik enkel bedenken wat ik miste, wat we níet deelden. We hadden samen drie kinderen, maar was dat genoeg om bij elkaar te blijven? Ik twijfelde nog toen René achter mijn affaire kwam.

Mijn altijd zo bedachtzame man ontplofte en zette mij stante pede buiten. Hij gooide wat kleren uit het raam, en dat was het. Vijf weken heb ik mijn kinderen niet mogen zien. Daarna kwam er, door bemiddeling van familie en later advocaten, weer wat contact. Maar René bleef woedend, wilde me niet meer zien.

Ook ik was razend. Begreep hij niet dat ook híj had bijgedragen aan wat er gebeurd was? Als kemphanen stonden we tegenover elkaar. Veel later hoorde ik van mijn advocaat dat juist stellen die elkaar zo in de haren vliegen, kans maken om weer bij elkaar te komen. Want ligt haat niet heel dicht bij liefde?

Jaren van strijd volgden. Onze kinderen probeerden we na die eerste weken buiten ons gevecht te houden, maar verder zaten we elkaar op alle mogelijk manieren dwars. Elk voorstel van mij wees René af, en omgekeerd.

Met mijn nieuwe liefde liep het al snel mis. Toch bleef ik vastbesloten om de scheiding door te zetten. Ik kon alleen nog maar negatief over René denken. Dat gevoel werd gevoed door elke nieuwe brief van zijn advocaat, waarin hij mij weer probeerde te dwarsbomen.

Na twee jaar was de scheiding eindelijk een feit. Toen kwam er rust. De kinderen woonden de meeste tijd bij mij, maar waren ook vaak bij René. Soms, als ze terugkwamen van een weekend bij hun vader, en enthousiast verhalen vertelden, schrijnde het. Toen pas voelde ik hoe jammer ik het vond dat we geen gezin meer waren. Hoe boos ik ook nog was op René, ik miste hem ook.

Wat hadden we het goed gehad, ooit. Hoe had dat zo kunnen ontsporen? Waarom hadden we niet eerder aan de bel getrokken? Wie weet had therapie ons wel kunnen helpen. Maar nee, het was direct alles of niets geweest…

Tja, en die ontrouw van mij, dat was heel erg fout geweest. René moest mij wel verafschuwen. Dacht ik. Ik wist niet dat hij ondertussen met dezelfde twijfels kampte. Hij was intens gekwetst geweest door mijn bedrog, dat zeker, en tijdens de gehele scheidingsprocedure was hij verbitterd gebleven.

Maar toen alles achter de rug was, bleef ook hij achter met een hol gevoel in zijn maag. En in zijn leven. Ons grote huis, waarin hij was blijven wonen, was leeg zonder mij en onze dochters.

En toen werd onze oudste aangereden. Op weg naar school werd ze geschept door een vrachtwagen. Vier dagen lag ze op de intensive care. Het was de eerste keer in ruim drie jaar dat ik René weer zag. Bij zijn tranen, dezelfde tranen die ik vergoot, uit gedeelde liefde om ons kind, smolt op slag al het ijs rond mijn hart. Ik pakte zijn hand, hij sloeg zijn arm om me heen.

En daar stonden we, de kemphanen - alsof het gewoon zo hoorde. Alle dagen dat onze dochter in levensgevaar was, zijn we bij elkaar geweest, met onze twee jongste dochters. We sliepen met z’n allen in mijn woonkamer, te bang om alleen te zijn. Niets bestond nog, alleen de angst om onze dochter te verliezen. Toen de situatie eindelijk stabiel was, wilde René naar zijn huis vertrekken. Maar ik zag de eenzaamheid in zijn ogen. En ik zei: ‘Blijf.’

Dat woordje is een nieuw begin geweest. Een begin van een lange weg. Want er viel heel wat uit praten. En veel te vergeven, heel veel. Alles wat er was gebeurd, dat vergeet je niet zomaar. Nee, het is allemaal niet iets om trots op te zijn. Ruzies en lelijke woorden, dwarszitten en zwartmaken bij vrienden. Maar achter al die zaken, bleek telkens liefde verstopt te zitten. Liefde die gefrustreerd was en geen andere uitweg kon vinden.

Een geduldige en begripvolle therapeut heeft ons geholpen om naar elkaar te leren luisteren. Om ons ego opzij te zetten, om niet altijd te verdrinken in onze eigen trots en koppigheid. Decennia na onze eerste zoen, leerden we elkaar pas écht kennen.

En ondanks alles wat er gebeurd was, wist ik dat René mijn enige, echte, grote liefde was. Om onze fouten aan elkaar en aan de hele wereld toe te geven, besloten we opnieuw te trouwen. Op een prachtige voorjaarsdag, toen de zon uitbundig straalde. Diezelfde zon, die verwarmt ons gezin nog elke dag. En dit keer kan er echt nooit meer iets misgaan.”

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Openhartig
  • Getty Images