Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Martine van Os over onvoorspelbare vader: 'Waarom viel je altijd zo tegen ons uit?'

Elke maand vraagt Cisca Dresselhuys aan een bekende Nederlander wat die nog graag had willen bespreken met zijn of haar moeder of vader.

Martine van Os

In deze aflevering van de serie Wat ik altijd nog aan mijn ouders had willen vragen Martine van Os (68), actrice en presentatrice bij omroep Max. Samen met Sybrand Niessen presenteert ze al zeventien jaar het dagelijkse middagprogramma Tijd voor Max en deze zomer voor de vijftiende keer het reisprogramma Wij zijn er bijna. Het is haar diepe wens om weer te gaan acteren. ‘Omroep MAX maakt ook mooie dramaseries, zoals die over Hendrik Groen, dus wie weet wat er nog in het vat zit...’

Aan haar moeder heeft ze niets meer te vragen. Die heeft ze in de tijd voor haar – verwachte – dood, op eenennegentigjarige leeftijd, nog alles gevraagd wat ze wilde weten. Maar aan haar vader zou ze nog graag een prangende vraag willen stellen, over de oorzaak van zijn onvoorspelbare woede-uitbarstingen, waaronder ze als kind heeft geleden. ‘Toen hij onverwacht overleed, was ik zesendertig, net de leeftijd waarop je toe bent aan serieuze gesprekken met je ouders. Ik heb een heel dubbel gevoel over m’n jeugd. Die was niet echt ongelukkig, maar ik heb wel de herinnering aan veel ruzies tussen m’n ouders en aan een vader die op de meest onverwachte momenten zomaar uit zijn vel kon springen. Dus veel geschreeuw tegen m’n moeder, maar ook tegen mijn broer en mij. Toen mijn vader, journalist Joop van Os, hoofd actuele programma’s bij de NOS was, voelde ik als kind de spanning waarmee hij leefde. Later vertelde zijn collega Koos Postema me dat die baan eigenlijk te stressvol was voor m’n vader. Hij was er te kwetsbaar voor en moest op z’n tenen lopen om het vol te houden. Hij was heel goed in z’n vak, ook heel ambitieus, las zich altijd enorm goed in, bereidde alles tot in de puntjes voor, maar dat eiste z’n tol.

Martine met haar ouders (Beeld: persoonlijk archief)

Aangeleerde onzichtbaarheid

Die spanning, die hij niet op zijn collega’s wilde afreageren, kregen wij thuis dus over ons heen. Je ziet als kind niet de onmacht van je vader, maar je voelt die wel. En daar ben ik later heel verdrietig over geweest. Hij werd onverwacht boos en begon dan hard tegen ons te schreeuwen om iets heel onschuldigs. Als ik bijvoorbeeld eens een avondje uit was geweest en naar zijn zin te laat thuis kwam, kreeg ik de volle laag en was het: ‘Haal die make-up van je gezicht!’ Alsof ik erbij liep als een slet. Echte woede, je snapte niet waar die vandaan kwam. Daardoor heb ik geleerd mezelf onzichtbaar te maken en ervoor te zorgen dat de lieve vrede zoveel mogelijk bewaard bleef. Wat ik trouwens nog altijd heb. Die aangeleerde onzichtbaarheid ging eigenlijk helemaal tegen m’n aard in, want ik had als kind juist de behoefte om zichtbaar te zijn. Anders was ik natuurlijk ook nooit een toneelopleiding gaan volgen en had ik ook nooit een tv-carrière kunnen hebben.

Mijn vader zou ik dus nog wel wat te vragen hebben, bijvoorbeeld over die onzekerheid van hem. Was die inderdaad de oorzaak van zijn onvoorspelbare woede- uitbarstingen? Ook had ik het over z’n jeugd willen hebben. Hij had een zeer dominante broer, die hem altijd op zijn kop zat, en een moeder, die niet bepaald liefdevol was. Toen ik op mijn achttiende het huis uit ging, is mijn moeder kort erna ook weggegaan. Mijn ouders zijn toen gescheiden. Het enige waar zij samen goed over konden praten, was politiek. Daarin waren ze het helemaal met elkaar eens. M’n moeder, Phili Viehoff, heeft het aardig ver geschopt op dat gebied, zij werd Europarlementariër voor de PvdA. Na de scheiding vroeg m’n vader overplaatsing aan naar Brussel, waar hij correspondent werd en waar zijn vroegere verloofde woonde, met wie hij toen getrouwd is. Daar kwam hij zijn ex nog weleens tegen, maar daar konden ze beiden best goed mee omgaan.

‘Als kind zie je de onmacht van je vader niet, maar je voelt die wel’

Martine van Os

Eenzame dood

Helaas is mijn vader heel eenzaam gestorven, want zijn tweede vrouw wilde hem na verloop van tijd niet meer elke dag om zich heen hebben, waarna hij verhuisde naar een flatje in Amstelveen.

In 1995 was ik met m’n moeder een paar dagen op vakantie op Menorca, toen ik een fax van m’n broer kreeg: vader was met een hartinfarct opgenomen in het ziekenhuis. Het was nog niet de tijd van de mobiele telefoon, dus ik ging als een haas naar een telefooncel. De berichten uit het ziekenhuis waren geruststellend, wij hoefden niet op stel en sprong terug te komen. Gelukkig heb ik vanaf dat moment elke dag met hem gebeld. Het leek goed te gaan – hij liep alweer door het ziekenhuis – tot we, terug op Schiphol, het bericht kregen van mijn broer uit Groningen, dat vader ’s nachts was overleden. Een tragische, eenzame dood. Ik heb zeker van mijn vader gehouden en ik weet dat hij ook van mij en mijn broer hield maar dat moeilijk kon laten zien. Was hij maar in therapie gegaan voor die woede- uitbarstingen, dan had zijn en ons leven er waarschijnlijk heel anders uitgezien.’

Personality
  • Interview: Cisca Dresselhuys
  • NL Beeld