Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Natasja Froger: 'Thuis loop ik altijd op klompen'

Glamour vindt ze leuk en aardig, maar liever wil ze iets betekenen voor anderen: een vrolijk interview met Natasja Froger!

Natasja Froger:

Glamour vindt ze leuk en aardig, maar liever wil Natasja Froger iets betekenen voor anderen.

Misschien geniet Natasja Froger wel extra van het leven, omdat ze zoveel ellende van dichtbij ziet als ambassa­deur van goede doelen, met name de Stichting ALS Nederland. Ze heeft een diepgewortelde drang om anderen te helpen. Haar gevoel voor humor helpt haar te relativeren.

Voor de lens van fotograaf Roger Neve, bijvoorbeeld, die haar met een seventies vibe à la Goldie Hawn fotografeerde. Steeds is er die parelende lach – een van haar sterke punten, zegt ook Leco van Zadelhoff. Glamour met een knipoog; thuis loopt ze het liefst in jeans en op klompen.

In BN’ers in het ziekenhuis ontpopte ze zich als de gedroomde verzorgster

Het draait om de medemens voor tv-personality Natasja Froger. De programma’s die ze presenteert, hebben altijd iets te maken met een hulpvraag. In BN’ers in het ziekenhuis ontpopte ze zich als de gedroomde verzorgster. Een die even over je rug aait als je het niet meer trekt, die je met een grapje door je tranen heen laat lachen tijdens een pijnlijke behandeling (‘U bent bijna door de APK heen, hoor’) en een mooie vlecht in je haar maakt, omdat je dat door een pijnlijke ellenboogbreuk zelf niet kunt…

‘Als ik twintig jaar geleden op dat pad was gekomen, had ik misschien wel de stap gezet naar de zorg. ’Zorgen zat er al vroeg in. Als meisje van acht liet ze zieke kinderen rondjes rijden op haar pony. Zorgen doet ze ook met liefde voor echtgenoot en beste vriend René, voor hun samengestelde gezin met vier kinderen en drie kleinkinderen, nummer vier is op komst.

Waar komt die drang om goed te doen, om te zorgen vandaan?

‘Het is voor mij een soort noodzaak, het zit in me. Op de lagere school was er een jongen die een meisje met een brilletje ontzettend pestte. Ik vocht nooit, maar dat jongetje heb ik een enorme bloed­neus geslagen. Ik kan gewoon niet tegen onrecht.’ Eind augustus was ze weer present bij de City Swim voor ALS. Ze legt er haar ziel en zaligheid in. Al tweemaal beklom ze de Mont Ventoux om aan­dacht te vragen voor de ziekte.

Waarom wilde je ambassadeur van de ALS-stichting worden?

‘Ik kende de ziekte niet echt, maar doordat René een paar jaar geleden de City Swim ging doen, ben ik erin gerold. Ik kon niet meezwemmen, omdat ik ooit een nekhernia heb gehad, dus ik ben de route gaan lopen. Tijdens die wandeling kwam ik in gesprek met patiënten. Ik heb onder andere Bram leren kennen met zijn vrouw en twee dochtertjes. Bram zei: ‘Ik heb nooit drugs gebruikt, nooit te veel gedronken, ik ben niet door te hard rijden uit de bocht gevlogen, ik ben gewoon wakker geworden met ALS en ik kan er niets tegen doen.’

'Dat heeft me wakker geschud. Het is een vreselijke ziekte. De diagnose is een doodsvonnis'

Dat heeft me wakker geschud. Het is een vreselijke ziekte. De diagnose is een doodsvonnis. René heeft toen hij nog heel jong was prostaatkanker gekregen. Dan denk je in het begin ook: hij gaat dood, ik ga hem kwijtraken, wanhoop, tranen… Maar na een tijdje besef je dat aan die ziekte van alles te doen is. Dus mouwen opstropen en zoeken.

Bij ALS is er geen sprankje hoop en dat raakt me zo. Afgelopen voorjaar heb ik met een ALS-patiënte van 35 jaar de Mont Ventoux beklommen, een jonge vrouw zonder toekomst. Er moet een medicijn komen. Ik heb op mijn 29ste mijn allerliefste maatje verloren aan aids, daar waren toen ook nog geen medicijnen voor. Twee jaar na zijn dood waren ze er wel. Waarom zou dat met ALS niet kunnen gebeuren?’

Voor je in aanraking kwam met Stichting ALS zette je je al in als ambassadeur van Orange Babies en Het Vergeten Kind. Hoe ben je hier terechtgekomen?

‘Ik kies altijd met mijn hart. Door het verlies van mijn maatje aan aids ben ik in aanraking gekomen met Orange Babies. Via ons reality-tv-programma ben ik bij (nu) Het Vergeten Kind (toentertijd Stichting Heppie) terechtgekomen.’

Jullie hebben zelf ook je portie narigheid te verwerken gehad; de ziekte van René, jouw nekhernia, hersenvliesontsteking. Heeft dat je kijk op het leven veranderd?

‘Zeker. Het heeft me doen inzien dat gezond­heid echt het belangrijkste is wat je hebt en dat je nú moet genieten van het leven, want je weet niet hoe het er morgen uitziet. De moeder van René stierf in 2008 onverwacht aan een hartaanval, zeven weken later overleed zijn vader. Ik ben ervan overtuigd dat hij is gestorven aan een gebroken hart. Ze waren allebei pas 67. Het leven is kwetsbaar en daarom geniet ik intens van alles wat ik heb.’

Van wat voor dingen geniet je vooral?

‘Van heel simpele dingen. Ons mooie gezin, mijn kleinkinderen, een boek lezen op de bank, samen fiet­sen, wandelen met de hond. We heb­ben altijd honden gehad. Onze Berner sennen Bobbi hebben we begin van de zomer moeten laten inslapen. Dat was vreselijk, zo’n dier is tien jaar onder­deel van je gezin.