Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Anne (51): 'Ik leef voortdurend in angst'

Haar gevoel van veiligheid werd onherstelbaar aangetast toen ze als tienjarig meisje plotseling haar vader verloor. Sindsdien lijdt Anne (51) aan angsten, soms hevig, soms onder het oppervlak. ‘Angst is mijn vaste metgezel.’

vrouw angstig

Haar gevoel van veiligheid werd onherstelbaar aangetast toen ze als tienjarig meisje plotseling haar vader verloor. Sindsdien lijdt Anne (51) aan angsten, soms hevig, soms onder het oppervlak. ‘Angst is mijn vaste metgezel.’



‘Alles draait om evenwicht. Eigenlijk ben je voortdurend bezig met het doen van kleine of grotere aanpassingen om in evenwicht te blijven of om dat te herstellen.

Dat gaat de ene persoon gemakkelijker af dan de ander. Als je een stevige basis hebt, dan zul je niet snel uit balans raken. Als die basis er niet is of aangetast wordt door een heftige gebeurtenis, dan is er instortingsgevaar.

In mijn geval ontstond dat toen ik tien jaar oud was: mijn vader ging dood, zomaar, van het ene op het andere moment…

Tot die rampzalige dag was er niets aan de hand. Ja, ik was een gevoelig kind, dat wel; ik was vaker ziek dan anderen, kon er slecht tegen als iemand boos op me was en kon vreselijk verdrietig zijn als mijn vriendinnetjes geen zin hadden om met me te spelen.

Maar ik bleef overeind, want ik voelde me veilig. Liefhebbende ouders, leuke zussen, een fijn huis en altijd voldoende geld om te eten en op vakantie te gaan. Wij kwamen niets tekort en niets kon ons gebeuren. Dacht ik. Het moment waarop mijn moeder zei: “Jullie vader leeft niet meer” staat in mijn geheugen gegrift. Het was het moment waarop alles veranderde. En het moment waarop ik een vaste metgezel kreeg: angst…

Ik zie mezelf nog staan: totaal lamgeslagen. Ik voelde dat ons gelukkige leven voorbij was, maar ik was niet in staat dat te accepteren. Dat mijn moeder een zwarte jurk aantrok en de gordijnen dichtdeed, vond ik verschrikkelijk. Want daarmee bevestigde ze die onheilspellende gedachte die bezit van mij dreigde te nemen: alles is voorbij. Ik weigerde daarin mee te gaan en zocht houvast bij de ontkenning. Ja, mijn vader was wel dood, maar dat hoefde toch niet te betekenen dat ons leven nu al zijn glans kwijt was?

Ik huilde niet. Mijn moeder was al een wrak. Ik kon het toch niet nóg moeilijker voor haar maken?

Hád ik maar eens flink gehuild, hád ik maar tegen deuren getrapt en gillend door de tuin gerend, misschien had die angst zich dan niet zo diep in mij kunnen nestelen. Ik was een klein, verdrietig meisje dat groot en sterk probeerde te zijn. Omdat er niets geruststellends meer over was, probeerde ik mijzelf en alle mensen om mij heen gerust te stellen. Geen zorgen, alles komt goed. Natuurlijk was dat gedoemd te mislukken. Onderhuids vrat het aan me.

Het weggestopte verdriet manifesteerde zich in eerste instantie als een enorme ongerustheid om mijn moeder. Ik was doodsbang dat haar iets zou overkomen. En ik was ervan overtuigd dat dat niet zou gebeuren zolang ik in haar buurt was. Mijn vader was immers gestorven toen ik op school zat? Dat was vast niet gebeurd als ik die dag met hem mee was gegaan.

Dus als mijn moeder het plan had opgevat om er alleen op uit te gaan, haalde ik, tot haar grote wanhoop, alles uit de kast om haar van gedachten te doen veranderen. Als ze toch doorzette, stond ik doodsangsten uit en kon ik pas weer rustig ademhalen als ik de sleutel in het slot van de voordeur hoorde omdraaien. Pas toen er, jaren later, een nieuwe man in haar leven kwam, kon ik mijn moeder loslaten. Eindelijk was er iemand die dag en nacht op haar zou letten.

Maar dat betekende niet dat ik van mijn angsten was bevrijd. Nee, die richtten zich gewoon op iemand anders. Op mijn jongste zus bijvoorbeeld. Want wie lette er op haar, nu zij het ouderlijk huis had verlaten en alleen op kamers woonde? Niet onze moeder, die was allang blij dat haar dochters op eigen benen stonden en zij zich volledig aan haar nieuwe echtgenoot kon wijden.

Ik nam mijn taak heel serieus. Als mijn zus op reis was, zorgde ik ervoor dat ik precies wist waar ze was. Als ze ’s nachts uitging of moest werken, checkte ik de volgende dag of ze weer veilig thuis was gekomen. Wat was ik opgelucht toen ze me vertelde dat ze ging samenwonen. Ook zij had nu haar eigen oppas aan huis.

Niet lang daarna ging ik samenwonen. Voor mijn vriend moet het heel vreemd en beklemmend zijn geweest om mij, telkens als hij iets later dan normaliter thuiskwam, hysterisch huilend aan te treffen. Het was maar goed dat hij zijn conclusies trok en bij me wegging, anders had het nog langer geduurd voordat ik bij mezelf te rade ging.

Naarmate ik volwassener werd, werd ik onafhankelijker en rationeler. Ik leerde het mezelf af, me al te druk te maken over het welzijn van anderen. Ik snapte inmiddels dat ik daar niet alleen mezelf, maar vooral ook de ander mee belastte.

Maar doordat ik mijn angsten niet meer op anderen botvierde, sloegen ze naar binnen. Ik kreeg last van duizelingen en was ervan overtuigd dat ik een ernstige ziekte had. Mijn huisarts weet het aan hyperventilatie en gaf me kalmeringsmiddelen. Dat zinde me niet, zeker niet nadat ik in de bijsluiter had gelezen wat de bijverschijnselen konden zijn. Had die man me maar naar een psycholoog gestuurd! Hyperventilatie onderdruk je toch niet met pillen?

En zo modderde ik door. In de loop der jaren ontwikkelde ik mijn eigen coping- en bezweringsstrategieën, die mij lange tijd redelijk op de been hielden. Maar rond mijn vijfendertigste stortte mijn wankele bouwwerk in. Het alleenstaande-moederschap en spanningen op het werk hadden mij zoveel stress opgeleverd, dat een paniekaanval onafwendbaar was. Nooit eerder had ik zo liggen trillen en urenlang zag ik alleen maar sterretjes. Dat sloeg me enorm uit het lood. Ik meldde me ziek en maakte meteen een afspraak bij een psycholoog. Eindelijk.

Of ik daar veel aan heb gehad? Ja en nee. De man was niet geïnteresseerd in mij als persoon, wat ik teleurstellend vond. Wel wist hij mij feilloos uit te leggen hoe angst werkt, hoe die controle krijgt over je lichaam en geest en wat de rol van stress daarin is. Dat gaf me houvast.

Hij zette me ook op het pad van mindfulness en yoga. Daar leerde ik dat je angsten kunt hebben, maar dat je die angsten niet hoeft te wórden. Ik leerde ze te observeren, er niet voor te vluchten, maar in plaats daarvan te kijken welke lichamelijke reacties ze teweegbrengen. Ik leerde, kortom, dat angst voor de angst gevaarlijker is dan de angst zelf.

Je zou denken dat dat alles me gelouterd heeft. Dat zou inderdaad een mooi einde van dit verhaal zijn. Helaas heeft het zo niet gewerkt. Angst is nog altijd een deel van mijn leven. In gelukkige periodes minder, in minder gelukkige periodes meer. Als ik gestrest ben, kan ik zomaar weer worden overvallen door een paniekaanval. Ik weet dat ik het, als ik dagelijks mediteer of yoga-oefeningen doe, kan voorkomen, maar al ben ik ouder, wijzer ben ik niet; als ik het druk heb, sla ik mijn meditatiekwartiertje net zo gemakkelijk over.

Toch kan ik positief afsluiten. Want hoezeer ik ook onder mijn angsten lijd, ze hebben me er nooit van weerhouden te leven. Soms noemen mensen mij een moedige vrouw. Niet omdat ze weten wat ik heb moeten overwinnen om de dingen te doen die ik doe, maar vanwege de niet altijd eenvoudige keuzes die ik maak.

Als ik dat hoor, lach ik een beetje schamper en vertel ik wat er werkelijk in mij omgaat. Dat ik alles wat ik doe, doe met lood in de schoenen, trillende knieën, een dichtgeknepen keel, een zwetend voorhoofd en het gevoel elk moment te kunnen flauwvallen - of erger…

Ze kijken me dan ongelovig aan. “Jij, een angststoornis? Jij bent altijd zo rustig en zen.” Enerzijds is zo’n reactie een opluchting – gelukkig, niemand heeft het door – of zelfs een overwinning – ik heb ze allemaal bij de neus genomen! - aan de andere kant denk ik: dus om serieus genomen te worden moet je eerst instorten en niet meer functioneren? Dan nemen ze maar niet serieus.’



De naam in dit artikel is gefingeerd.

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Openhartig
  • Getty Images