Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Maarten Heijmans: ‘Het liefst kies ik projecten uit waar ik een beetje bang voor ben’

Maarten Heijmans heeft een ultradivers cv en een volle agenda. Dit jaar schittert de acteur en zanger in een opera, een musical, een ‘esoterische’ toneelvoorstelling en een Netflix-serie. Last but not least maakt hij een gamepodcast én doet hij een theatertournee met Cor Bakker.

Maarten Heijmans

We spreken Maarten Heijmans in het hoofdstedelijke Concertgebouw. Hij heeft inmiddels een geschiedenis met deze locatie, vertelt hij. 'Vanaf mijn zevende tot mijn achttiende zat ik op allerlei jeugdkoren en traden we hier weleens op. Als kind heb je helemaal niet door hoe speciaal het is dat je in zo’n setting het Requiem van Fauré of de Matthäus-Passion zingt met een orkest.' Glimlacht: 'Ik vond die muziek destijds ook niet heel mooi. Ik luisterde liever naar 2 Unlimited.'

Door de jaren heen trad Heijmans diverse keren op in Het Concert­ gebouw en in juli staat hij er opnieuw met pianist Cor Bakker. Hun muzikale 'Ramses’ nummers zijn zo sterk. Dat voorstelling Ramses enzo, die volgend jaar landelijk in theaters te zien is, voelt als een 'intiem, ongedwongen programma', zegt Maarten. 'Het heeft de sfeer van een huiskamerconcert. De helft is waar wij die avond zin in hebben. Bij dat laatste moet je denken aan een nummer van Michael Jackson, maar ook van Herman van Veen, Maarten van Roozendaal of Kermit de Kikker.'

Elf jaar geleden beleefde jij je doorbraak als Ramses in de gelijknamige tv-serie. Sindsdien heb je vaker Shaffy’s repertoire gezongen. Je bent nog steeds niet uitgekeken op zijn oeuvre?

'Ramses nummers zijn zo sterk. Dat zijn gewoon grootse werken, zeker die uit zijn hoogtijdagen; ze druipen van de kwaliteit, tekstueel en muzikaal. Dat is zeldzaam. Daarom vind ik het belangrijk dat zijn werk in leven blijft. Na de serie Ramses wilde ik niet in de uitverkoop gaan met Shaffy, dat het zou voelen alsof ik liep te leuren met wat ik op tv had gedaan. Daarom heb ik eerst een concertreeks gedaan, waarin ik Shaffy volledig op mijn eigen manier bracht, dus met totaal andere arrange­menten. Daarvan heb ik in 2019 een album gemaakt. In het programma met Cor pak ik het anders aan. Ik zing de nummers in klassieke Shaffy-stijl, maar leg de focus op de vertelling: elk nummer zie ik als een monoloog.'

Wanneer voelde jij: ik wil op een podium staan?

'Toen ik als jongetje voor het eerst Michael Jackson op televisie zag optreden. Mijn moeder deed me in die tijd op koor, want ik was altijd aan het zingen en liedjes aan het bedenken in mijn hoofd. Michael Jackson zag ik als een supermens die van alles kon. De videoclip Bad maakte veel indruk op me. Ik vond dat heavy shit, met die stoere Michael en die gangsters die ik echt niet in een donker steegje wilde tegenkomen. Terwijl, als je die clip nu terugkijkt, je een feminiene man ziet die macho doet in leren kleding, en die gangsters zijn lieve musicalmannen. Toch denk ik dat ik toen al voelde: zij pretenderen de gevaarlijkste mannen van de wereld te zijn, maar tegelijker- tijd doen ze een split en aan jazzballet. Als kind spot je meteen: dit is gespeeld, er is een dubbele laag. Maar juist doordat je mag zien dat iets niet waar is, geloof je dat het waar is. Daar gaat kunst over voor mij.'

Beeld: Nine IJff

'Het duurde lang voordat ik dat imposter syndrome een beetje kon afschudden'

Klopt het dat je pas sinds de tv-serie Ramses gelooft dat je kunt acteren?

'Ja. Daarvoor dacht ik altijd: ik sta weliswaar in een toneelstuk, maar eigenlijk fop ik de boel, want mensen weten niet dat ik helemaal geen acteur ben. Heel erg dat imposter syndrome, ja. Het duurde lang voordat ik dat een beetje kon afschudden. Nog steeds vind ik mezelf geen typische acteur. Daarbij denk ik eerder aan een Bram Suijker of een Claire Bender. Ik heb er lang aan getwijfeld of ik kon acteren – en nog steeds weleens – omdat mijn eerste voorbeeld dus Michael Jackson was. Hij was meer een entertainer en ik voel mezelf ook meer een performer in de breedte dan een typische acteur.'

De Gouden Kalf die je won voor Ramses gebruikte je een tijdje als wc-rolhouder.

'Klopt, vanuit het idee 'ik moet er niet in gaan geloven dat ik die gelauwerde acteur ben', want dan heb ik mezelf gelabeld en moet ik aan iets voldoen ofzo. Terwijl ik nu denk: je mag best trots op die prijs zijn en hem ownen, en tegelijkertijd beseffen dat een prijs ook maar een prijs is.'

Wat ligt dichter bij je: zingen of acteren?

'Het meest blij word ik van de afwisse- ling. Die heb ik dit jaar ruimschoots.'

Wat komt er allemaal aan?

'Een Netflix-serie over een blinde detective: Blind Sherlock. Daarin heb ik een rolletje als trieste, cokeverslaafde boef. Vanaf juni ben ik te zien in Hadestown: een Amerikaanse musical die op Broadway en West End al jaren een groot succes is. Mijn rol als verteller deel ik met Claudia de Breij. We brengen de Griekse tragedie Orpheus en Euridyce, maar dan in een kroegsetting in New Orleans. Mij is gevraagd om auditie te doen en ik heb nog nooit zo’n lange auditieprocedure doorlopen – twee maanden – omdat het internationaal langs allerlei kanalen moest. Dan is er nog de Driestuiversopera van Bertolt Brecht, een klassieker à la Hamlet, die ik heel graag ooit wilde doen. Het is een mix van cabaret, toneel en zang en alle rollen worden gespeeld door operazangers, behalve de mijne. Ik speel Mackie Messer, een charmante moordenaar met een zwart hart. Stout mogen zijn in een rol is altijd leuk: om die verkleedkist open te trekken en in een gesimuleerde omgeving dingen te doen die in het echte leven nooit zouden mogen.'

Beeld: Nine IJff

In december ben je te zien bij Internationaal Theater Amsterdam.

'Ik zat daar voorheen vast, maar voelde op een gegeven moment dat ik mijn eigen keuzes wilde maken, in plaats van dat ik stukken toegewezen kreeg. Ik kom terug voor Oer en andere tijden, een voorstelling over een dorp in Polen meer dan honderd jaar geleden, dat wordt binnengevallen door de Russen. Niet de mensen maar de natuur die onveranderd blijft ten opzichte van alles wat zich afspeelt, staat centraal. Behoorlijk esoterisch eigenlijk.'

Hoe selecteer jij projecten?

'Vaak is het een kwestie van gevoel. Niet altijd: soms heb je geen werk, dan moet je gewoon iets aannemen. Momenteel heb ik de luxe dat ik projecten kan uitkiezen op: zijn de mensen met wie ik ga werken interessant, ben ik er een beetje bang voor – dat iets me uitdaagt vind ik altijd een goede graadmeter – en spreekt het materiaal me aan? Dat ik op een punt ben beland dat ik ook met gerust hart nee kan zeggen tegen dingen die niet goed voelen, is heel fijn.'

Beeld: Nine IJff

Je bent eenenveertig. Was veertig worden een ding?

'Ik vond het wel een soort wake-up- call. Zo van: laten we er vanuit gaan, in het meest gunstige geval, dat ik tachtig word, dan ben ik nu al op de fucking helft. Toen ik in de dertig was voelde ik me een twintiger en nog heel verbonden met jongeren. Als je veertig wordt, krijg je door: ik behoor nu tot de status quo, ben representatief voor datgene dat bevochten moet worden door de jeugd. Daarnaast realiseer ik me meer dat tijd kostbaar is en dat ik bewuster wil leven. Hierbij horen dingen doen die ik leuk vind, zoals de podcast over videogames die ik maak met mijn vriend Keez Groenteman.

Veel mensen, zeker van een oudere generatie, verbazen zich over mijn passie voor gamen, alsof dat minder zou zijn dan film, muziek of theater. Maar ik zie het als een betoverende kunstvorm.'

Naast gamen speelt motorrijden een grote rol in je leven.

'Reizen per motor, vooral door Azië, is een gelukzalig dingetje voor mij. In drukke periodes is motorrijden, door bijvoorbeeld Mongolië of Japan, een goede manier voor mij om letterlijk afstand te nemen van alles. Helemaal in je eentje op de motor een mooie omgeving aan de andere kant van de wereld verkennen, alles gereduceerd tot het moment, want met motor- rijden moet je erg in het hier en nu zijn, anders ben je dood. Waarom Azië me zo trekt? Misschien vanuit een gevoel van 'ik kom daar voor een deel vandaan', want mijn grootouders waren Aziatisch. En ik vind de cultuur ontzettend interessant.'

‘Ik houd ervan om buiten mijn comfortzone te gaan, ja, want daarbuiten ligt je ware zelf – of: degene die je potentieel kunt worden’

Je bent net terug van een retraite. Doe je zoiets vaker?

'Af en toe. Voor mij is zoiets een goede manier om mijn eigen zelfsabotage- mechanieken onder ogen te zien. Een retraite haalt je niet weg van alles, maar confronteert je met wat er is en drukt je met je neus op de feiten. Ik houd ervan om buiten mijn comfortzone te gaan, ja, want daarbuiten ligt je ware zelf – of: degene die je potentieel kunt worden.'

Over potentie gesproken: lonkt Hollywood?

'Niet meer zo. Natuurlijk zou een rol in een Amerikaanse productie fantastisch zijn, al was het maar omdat acteurs daar voor een scène tien keer zoveel tijd krijgen als wij hier, want de budgetten zijn veel groter. Nadat ik tien jaar geleden een International Emmy Award won voor Ramses, had ik een paar ingangen in Hollywood en ben ik daar een paar weken van auditie naar auditie gegaan. Zat ik daar op de gang van zo’n Hollywoodstudio ineens naast Amerikaanse acteurs wier serie ik net gebinged had, zoals Vincent Kartheiser van Mad Men. Heel grappig. Ik kwam alleen net niet door die audities heen. Om het te maken in Amerika, moet je daar ook fulltime zijn en ik wilde mijn hier opgebouwde carrière niet links laten liggen. Maar je weet nooit, wie weet pull ik wel een Christopher Waltz-je; de acteur die op zijn vijftigste ineens door Quentin Tarantino werd gecast voor Inglourious Basterds en een filmster werd. Dat is hem overkomen doordat hij in Duitsland trouw bleef aan zijn wortels, als theater- en film- acteur.'

Koester je nog dromen?

'Het lijkt me een uitdaging om ooit te regisseren. Op de basisschool liet ik kinderen uit mijn klas al vaak scènes uit televisieprogramma’s van de dag ervoor naspelen. Ambitieus ben ik niet, niet in die zin dat ik mijn loop- baan enorm belangrijk vind, of dat ik een bepaalde status of roem wil behalen. Belangrijker vind ik dat ik voor kwaliteit sta in een rol of project, dat ik mensen niet teleurstel. Het mag nooit minder dan het beste zijn.'

Maarten in het kort

Maarten Heijmans (Amsterdam, 1983) groeide op in de Zuidoostbeemster. Zijn eerste grote rol was in de musical Oliver! (1999). Hij doorliep de Amsterdamse Kleinkunstacademie en de Toneelschool en brak door als Ramses Shaffy in de tv-serie Ramses. Op zijn cv prijken onder meer Het Klokhuis, musicalvoorstellingen De Gelaarsde Poes en Soldaat van Oranje, evenals sciencefictionserie Arcadia, die in zeventien landen te zien was. Verder schitterde hij in romcoms Weg van jou en Wat is dan Liefde, het drama Mijn Vader is een Vliegtuig en de boekverfilming Een Schitterend Gebrek. Hij was zeven jaar vast ensemblelid bij Internationaal Theater Amsterdam. Voor zijn rol in toneelvoorstelling Ibsen Huis won hij een Arlecchino.

Dit interview met Maarten Heijmans komt uit de nieuwste Nouveau. Vanaf 5 juni in de winkel!

Personality
  • Tekst: Thalia Brandt
  • Nine IJff