/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F05%2Fota9Duj8JJAIpx1746084541.jpg)
‘Je hebt bruistabletten en zuigtabletten. Ik ben een bruistablet. Ik zit altijd vol met ideeën en breng energie met mij mee, maar dat gaat ook gepaard met onrust en chaos,’ zegt Loes Dingemans. Ze zit aan de grote tafel in de met zorg ingerichte zitkamer van haar huis in Rhoon. De tuindeuren staan open naar het terras aan het water. De omgeving van Rotterdam is altijd haar biotoop geweest vanaf haar kindertijd, die ze omschrijft als haar ‘vrouwenjeugd’ in Pernis.
‘Ik ben opgegroeid met mijn moeder en twee zussen die zes en zeven jaar ouder waren dan ik. Het was een warm nest. Ik was een nieuwsgierig kind en hield enorm van lezen. Ik lag graag naast mijn moeder in bed Pinkeltje te lezen. We hadden het niet breed, maar mijn moeder kon van helemaal niets iets geweldigs maken. We gingen samen oesters en zeekraal plukken langs de kust. We woonden naast een tuin, daar kreeg ik mijn eerste aardbeitje. Ik had altijd drie moedertjes om me heen.
Zachte hand
Ik was 21 toen ik intercedent werd bij een uitzendbureau, Unique. Het leek me geweldig werk: banen voor mensen zoeken. In die tijd moest je 23 zijn voor dat werk, maar tijdens de vakantieperiode mocht ik tijdelijk komen werken. Ik dacht: als ik eenmaal binnen ben, komt het wel goed. En dat was zo. Dat werk was heerlijk voor iemand die zo nieuwsgierig is als ik. Want ik kreeg mensen aan mijn bureau die hun hele levensverhaal aan mij vertelden. En dan moest ik gaan uitvogelen: wat kunnen ze en waar worden ze blij van? Ik ben nooit bewust bezig geweest met een carrière-pad. Maar als ik een functie had, deed ik daar mijn stinkende best voor. Dat viel blijkbaar op. Ik had ook het geluk dat ik altijd mensen om me heen had die me vertrouwden. Zo klom ik langzaam op bij Unique.
Tussendoor heb ik een tijdje in de consultancy gezeten omdat ik nieuwsgierig was naar een andere wereld dan die van het uitzendbureau. Ik was rond de veertig toen Unique me vroeg terug te komen, als algemeen directeur. Ik had toen net een film gezien over een Maori-meisje, Paikea. Een walvis spoelt aan op het strand en de mannen van de stam proberen hem met veel geweld weer de zee in te krijgen, maar dat lukt ze niet. Dan probeert Paikea het, met zachte hand, en haar lukt het wel. Dat verhaal stond voor mij voor vrouwelijk leiderschap. Unique verkeerde in die periode in zwaar weer en ik dacht, wat zou het mooi zijn als ik dit bedrijf weer de goede kant op zou kunnen krijgen. Dus ik deed het. Het was een grote organisatie. Toen ik wegging, waren er zo’n 120 filialen.

Kleinste detail
Op mijn 49ste besloot ik opnieuw voor mezelf te beginnen en weer in de consultancy te stappen. De eigenaar van Pillows Hotels vroeg me te kijken naar het ‘verbeterpotentieel’ van een aantal hotels. Toen mijn rapport hierover klaar was, vroeg hij tot mijn stomme verbazing of ik het bedachte plan zelf wilde uitvoeren – als algemeen directeur. Toen ik begon, had ik te maken met hotels van twee verschillende brands.
Het doel was om met slechts één brand-naam verder te gaan en de beste boetiekhotel-collectie van Nederland en België te worden. We namen alle hotels onder de loep: welk hotel had de potentie een Pillows Hotel te worden en welk hotel niet? Dat was een heftige tijd vol met heftige keuzes. Want als je afscheid neemt van een hotel, neem je ook afscheid van de mensen. Je zet iets nieuws neer en dat gaat met vallen en opstaan, zeker als de ambitie is een hotel te creëren waarbij alles draait om het verwennen van gasten, met aandacht voor het kleinste detail. Je hebt geen idee hoeveel werk daarin zit, ik had dat echt niet voorzien. Het gaat echt tot en met het koekje in de minibar. Ik had natuurlijk ook geen ervaring in de hotellerie.


'Ik heb gebalanceerd op de rand van leven en dood. Ik ben met een noodsmak tegen de grond gegooid en kon niets meer, geen trap op, geen boek lezen.'
Noodsmak
Daarnaast had ik een groot gezin met vier jongens. Het was mooi, maar ook vol en soms stressvol. Mijn ex-partner, de vader van mijn vier zoons, had een belangrijke rol in het gezin, waardoor ik de ruimte kreeg de uren te maken die nou eenmaal nodig zijn om succesvol te zijn. Je aandacht verdelen, dat is echt een kunst. Daar voelde ik me ook weleens schuldig over. Ik houd van zorgen voor mensen. Ik kook graag, ik bak zelf brood voor mijn vier jongens. Als ze jarig zijn, ook al komen er dertig mensen, dan is het eten zelfgemaakt en elke taart is zelfgemaakt. Iets komt in zo’n leven natuurlijk in het gedrang. Ik slaap weinig, maar ik vind het zo heerlijk om om zes uur mijn dag te beginnen. Ik lees even in een boek, check mijn e-mails, maak een wandeling en kook het avondeten voor mijn jongens. Als ik dan op de zaak kom, heb ik al zoveel kunnen doen.
Afgelopen zomer kreeg ik een bacteriële infectie en kwam ik terecht in een septische shock. Ik heb gebalanceerd op de rand van leven en dood. Ik ben met een noodsmak tegen de grond gegooid en kon niets meer, geen trap op, geen boek lezen. Dat was een life changing event. Ik ben blij geboren, maar dit heeft mij nog dankbaarder gemaakt voor iedere minuut die je hebt. Mijn toekomst? Ik heb er zin in, maar ik kijk nooit vooruit en dat doe ik nu ook niet. Dat hoeft niet van mezelf.’
- Renate van der Zee
- Ester Gebuis