Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Cesar Zuiderwijk: 'Op Schoevers was ik de enige man'

Nouveau Exclusive: Mannenfluisteraar Cisca Dresselhuys in gesprek met de beroemdste drummer van Nederland.

Cesar Zuiderwijk

Vijftig jaar lang was hij de drummer van Golden Earring. Vorig jaar stopte de wereldberoemde band nadat bij gitarist George Kooymans ALS was geconstateerd. Maar Cesar Zuiderwijk (74) zit niet bij de pakken neer ‘Dingen gebeuren nu eenmaal, ook nare dingen. Daar kun je niets aan veranderen, that’s it.’

CESAR OVER ZIJN MOEDER

Als enig kind had hij de volle aandacht en liefde van zijn ouders. Hij hield van beiden, maar z’n vader was toch wel zijn grootste vriend. ‘Ik denk het meest aan hem terug, hij was altijd met me bezig. Overal bracht hij me op de fiets heen, naar het strand, voetballen, turnen. Aan zijn hand liep ik het circus binnen, daar waren we allebei gek op.

Privéfoto

Natuurlijk hield ik ook van m’n moeder, Hendrika Harland, door iedereen Henny, Rika, Riek of Riet genoemd, maar mijn vader noemde haar altijd ‘lieverd’. Ze hadden een goed huwelijk. Ik herinner me eigenlijk geen enkele ruzie, of het moet die ene keer geweest zijn toen ik m’n vader halverwege de trap naar buiten zag omdraaien om m’n moeder een kus te geven. Ik denk dat ze toen woorden hadden gehad.

Dat ik enig kind was, was een bewuste keuze, heel vooruitstrevend voor die tijd. Ze hebben tot na de oorlog gewacht om mij te maken. Mijn vader was toen vijfendertig, m’n moeder drieëndertig. Beiden kwamen uit gezinnen met negen kinderen, dus van huis uit waren ze anders gewend.

Privéfoto

Ik heb me nooit eenzaam gevoeld, er waren altijd vriendjes, neefjes en nichtjes om mee te spelen. M’n moeder was een lieve, sociale vrouw, altijd in de weer met zussen, broers, neven en nichten. Een gehandicapte zus van haar woonde bij ons in huis, zij was een soort tweede moeder voor me.

Omdat m’n vader conciërge was bij de gemeente, woonden we op de bovenverdieping van een groot gebouw van Gemeentewerken in Den Haag, waar ik de hele zolder voor mezelf had. Ik heb er zelfs leren rolschaatsen.

Mijn moeder liep vaak rond in dat gebouw met al die mensen, maakte hier en daar een praatje. Ze was echt een vrouw die van mensen en lachen hield. Mijn vader was negenenveertig toen hij longkanker kreeg. Daar was in die tijd nog weinig aan te doen.

Hij lag lang thuis op bed. Vaak kwamen er collega’s, vrienden en familie op bezoek. Omdat hij niet hield van treurigheid, had hij allerlei goochel­trucjes geleerd, waarmee hij de sfeer opfleurde.

Ik zat op school toen hij overleed. Kwam de rector, die een hekel aan me had, me uit de klas halen met de woorden: ‘Zuiderwijk, ga maar naar huis, je vader is over­leden.’

Die fietstocht naar huis staat me nog glashelder voor de geest; elke stoeptegel, elk stoeprandje, het was een lijdensweg. Mijn moeder heeft daarna twee jaar nauwelijks geslapen, ze leed echt aan liefdesver­driet.

Omdat we in de dienstwoning woonden, moesten we het huis uit. Om de zinnen te verzetten, is ze gaan werken, bij de Bijenkorf, wat haar echt goed deed.

Privéfoto

Ik ben lang thuis blijven wonen, tot m’n zeven­entwintigste. Dat ik drummer werd, vond ze aanvankelijk helemaal niks, ze was meer van de diploma’s. Ik heb, om haar een plezier te doen, nog op Schoevers gezeten om secre­taris te worden. Ik was er de enige man.

Brunopress

Gelukkig heeft ze de successen van de Earring nog zo’n vijftien jaar meegemaakt. Ook zij is niet oud geworden, negenenzestig. In haar dagboek uit 1983 las ik ergens de zin ‘de pijn begint’. Ze voelde wel iets aankomen. Ze bleek alvleesklierkan­ker te hebben, waaraan ze na vier maanden is overleden. Ik zou net naar de VS gaan met de Earring. Ik zei: ‘Mam, ik blijf bij je, ik ga niet mee.’

‘Onzin,’ zei ze, ‘ik wil dat je gaat. Als het zover is, krijg ik een drankje van de dokter en dan kom je daarna terug.’ We hebben afscheid genomen, tegen elkaar aan gelegen en elkaar daarna lang uitgewuifd. Ik kwam inderdaad pas terug voor de begrafenis. Ik heb dat mezelf nooit kwalijk genomen, we hadden het besproken, het is zo gegaan, ik had er niets aan kunnen veranderen.’

CESAR OVER ZIJN LEVENSMISSIE

‘Die heb ik niet. Ja, ik hoop natuur­lijk dat het goed gaat met m’n vrouw en kinderen, dat ik nog een tijdje van ze mag genieten, doodsimpel.

Iris Planting voor Nouveau

Maar dat is geen levensmissie. Eerlijk gezegd vind ik mensen met een missie meestal niet aardig, omdat ze vaak op zoek zijn naar iets wat ze nog niet hebben, maar wel wíllen hebben: macht, geld, invloed. Die dingen proberen ze als een bezetene via de ellenbogen te verkrijgen: heel negatief vind ik dat. Dat zijn ook de mensen die altijd bezig zijn met hun carrière: ben ik wel genoeg op televisie en radio en in de krant? Nou ja, als je dan toch per se iets van een missie wil horen: zo gezond mogelijk leven. Dat doe ik dankzij mijn moestuin. Verder vind ik het fijn om als drummer mensen dingen mee te geven waardoor ze na een theateroptreden van mij naar huis gaan met het idee dat ze echt wat geleerd hebben.’

CESAR OVER ZIJN KANTELPUNT

‘Daar heb ik er wel een paar van. Natuurlijk de vroege dood van mijn vader, waardoor ik pas echt aan het drummen ben geslagen.

Getty Images

Dat had ik nodig om m’n emoties kwijt te kunnen. Ik was dertien en had alleen maar augurkenblikken en mayonaise-emmers tot m’n beschikking. Maar van toen af wist ik zeker: ik wil drummer worden.

Iris Planting voor Nouveau

Nog een belangrijk kantelpunt: de geboorte van mijn eerste kind. Dat was het moment waarop ik besefte dat mijn leven wat minder rommelig en impulsief moest worden. Ik ben toen getrouwd. Later kregen we nog een dochter. Met m’n eigen handen heb ik dat meisje uit de buik van haar moeder mogen halen, zoiets vergeet je nooit meer.

Getty Images

Dat we vanwege de ziekte van gitarist George Kooymans na vijftig jaar gestopt zijn met Golden Earring, mag je ook wel een kantelpunt noemen. Gelukkig speelde ik al een tijd in een andere band, Sloper. Daarnaast heb ik een eigen theatershow De naakte waarheid, dus ik zit niet duimendraaiend thuis, maar ik mis de Earring heel erg, want behalve collega’s zijn we ook echte vrienden.

Brunopress

Ik spreek George nog geregeld, hij woont bij me in de buurt. Net als ik is hij een nuchter mens. Hij heeft ALS, het is niet anders, we zitten zeker niet te sippen samen.

Getty Images

Ik maak nu in mijn eentje een theatertournee waarin ik vertel over drummen, dingen laat horen en het publiek me alles mag vragen. Al met al gaat het me goed, fysiek heb ik geen klachten en met m’n gezin gaat het ook goed.

In Den Haag, waar ik vooral in de winter woon, heb ik een mooi appartement. Als jongetje van zeven voetbalde ik bij PDK, Promotie door Krachtinspanning, en dan fietste ik over de Groot Hertoginnelaan naar de voetbalvelden. In die straat staan allemaal mooie huizen. Eén sprong er voor mij uit. Als ik daar langsreed, dacht ik altijd: wat een kasteel, daar woont vast een ridder of zo. En daar woon ik nu zelf.

Iris Planting voor Nouveau

In de zomer zitten we meestal in Baarle-Nassau, waar we een moestuin hebben. Moet je ook mee leren omgaan trouwens. Afgelopen zomer had ik twee dagen te laat een net over de bessen gegooid. Waren ze al allemaal opgegeten door de vogels. Net als de kersen, daar was ik ook te laat bij, in één dag allemaal weg. Kersfest, noemen we dat. De kruisbessen heb ik zelf kunnen opeten, die vinden de vogels veel te zuur.’

Dit interview heeft eerder in de printeditie van Nouveau gestaan (c) Nouveau / DPG Media 2022

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in