/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F03%2FZAfpS08NPn686t1741182049.png)
Naast haar werk als notaris zet Hilde Rodriguez-Taekema zich in voor het behoud van de Arubaanse natuur en is ze betrokken bij een stichting die fietsen op het eiland stimuleert. Ze bekommert zich ook om het lot van straathonden; drie van haar vijf honden komen van de straat. ‘Ik kom ze gewoon tegen,’ zegt ze lachend. ‘Mijn man gelooft het niet, maar een van hen sprong gewoon bij me in de auto.’
Jeugd
Hilde groeide op in een gezin met vier kinderen in een dorp aan de rand van de Veluwe. Toen droomde ze van een carrière als militair. 'In de buurt waren veel kazernes en in die tijd bestond er nog dienst plicht, dus je zag veel van het leger. Een gedisciplineerde opleiding, dat trok me aan. Maar daarvoor had ik niet de fysieke training gehad. Ik wilde ook wel dierenarts worden, want ik ben een echte dierenliefhebber, maar daarvoor had ik weer niet het juiste vakken pakket. Uiteindelijk werd het rechten. Ik koos voor het notariaat, want dat is de meest onpartijdige richting. Ik dacht: als advocaat zou ik nooit iemand willen verdedigen van wie ik weet dat hij een misstap heeft begaan.'
'Ik rondde mijn studie in recordtempo af en ging op mijn drieëntwintigste aan de slag bij een kantoor in Utrecht. In die tijd was het notariaat nog een mannenzaak. De meisjes waren de secretaresses en zo werden ze ook genoemd, ‘de meisjes’. Ik was op dat kantoor de enige vrouwelijke kandidaat-notaris. Als ik binnen kwam, dachten ze eerst dat ik de koffie kwam brengen, maar dan pakte ik een notitie blok en zei: vertelt u maar, wat wilt u regelen?'

Jongens als receptionisten
'Het was een leuk kantoor, maar ik droomde toch van een beetje avontuur. Ik ging naar Aruba met vakantie, leerde salsa dansen en keek of ik misschien kon werken op de Antillen of in Suriname. Dat lukte niet, maar toen kwam ik op een salsa feest mijn huidige man tegen. Hij kwam uit Aruba en deed een opleiding tot intensive careverpleegkundige in Nederland. En hij kon héél goed dansen.'
'Hij zei tegen me: ‘We kunnen óf een plan maken om in Nederland te blijven óf een plan maken om naar Aruba te gaan.’ Het werd Aruba. Toevallig was daar een notaris die acuut hulp nodig had, dus ik kon meteen aan de slag. Dat was ook mijn voorwaarde. Ik wilde niet met mijn man meegaan met het idee dat ik daar wel iets zou zoeken, daarvoor waren mijn vooruitzichten in Nederland te goed.'
'Zo ben ik dus in 1993 in Aruba gaan wonen. De eerste maanden woonden we bij mijn schoonouders, wat voor mij wel bijzonder was. Ik bracht een labrador puppy mee, maar in Aruba is het niet gebruikelijk dat honden binnen rondlopen, dus dat riep weleens irritaties op. Ik was bovendien zwanger en er kwamen allemaal goede adviezen op me af die me niet allemaal evenveel aanspraken.'
'Ook het notariaat bleek anders. De wet geving is wat ouder, daardoor stootte ik weleens mijn neus. Zelfs de kleding voorschriften op kantoor waren anders: ik mocht geen lange broek aan en er werd verwacht dat ik panty kousen droeg. Dat was wennen, met 32 graden. Na zeven jaar kreeg ik de kans mijn eigen kantoor te beginnen. Ik begon in een huur kantoor, met een groepje van vijf vrouwen. Dat ik altijd met vrouwen heb gewerkt, is overigens toeval: de meest geschikte personen waren gewoon vrouwen. Ik heb wel twee jongens in dienst gehad als receptionist. Dat vond ik leuk, dat ze in een omgekeerde rol zaten. In Nederland zie je vaak een vrouw achter de balie.'
Strikt en gedisciplineerd
'Ik kreeg drie kinderen, twee meisjes en een jongen, en we vingen ook een tijd twee Jamaicaanse tienerjongens op die uit moeilijke omstandigheden kwamen. Ik heb samen met een architect mijn eigen kantoorgebouw ontworpen, met in mijn achterhoofd het plan om daar ook mijn kinderen op te vangen als ze uit school kwamen.'
'Omdat we met allemaal vrouwen waren, paste ik de kantoor tijden aan aan de school tijden, zodat mijn medewerksters hun kinderen van school konden halen. In Aruba komen kinderen om 13 uur uit school en mijn kinderen kwamen dan bij mij op kantoor. Ik heb in het souterrain een grote keuken en een ruimte waar ze konden ontspannen, eten en douchen. Zij zaten dan beneden en ik kon tot vijf uur doorwerken.'
'Discriminatie bestaat nu bestaat nu eenmaal als je geen Jansen of De Vries heet'
'Je moet in Aruba creatief zijn als het gaat om wonen en vrijetijdsbesteding, want er is veel minder aanbod. Ik organiseerde veel zelf. En het lukt altijd wel om mensen te vinden die gezamenlijk een kinderkamp, een actie voor natuurbehoud of een sportevenement willen organiseren. Ik ben dankbaar dat het allemaal goed is gegaan met mijn kantoor en met onze kinderen. Ze zijn hier opgegroeid, maar op hun achttiende naar Nederland gegaan voor hun opleiding. Ze begonnen daar met een zekere achterstand, want discriminatie bestaat nu eenmaal als je geen Jansen of De Vries heet. Maar ze hebben allemaal een master gedaan en een fijne baan gevonden. Het was wel zwaar om elke keer weer afscheid te nemen als ze terug naar Nederland gingen. Ik woon nu meer dan dertig jaar in Aruba en het mooie daarvan is allereerst het klimaat. Ik heb geen winterjas nodig en ik kan altijd ontbijten in de tuin. Natuurlijk heb ik aan dingen moeten wennen. De emoties zijn hier wat anders en ik word weleens bekeken als een ‘makamba’, een Nederlander. Het is belangrijk om je bescheiden op te stellen en je voelsprieten uit te steken om te zien wat je goed doet en wat beter kan.'

'Dit jaar word ik vijfenzestig, dan moet ik stoppen met werken. Ik kijk met voldoening terug. Er zijn weleens mensen die zeggen: ‘Hoe heb je het allemaal gedaan?’ Gelukkig heb ik weinig slaap nodig, vijf uur is voor mij genoeg. Maar ik denk dat het ook helpt dat ik nogal gedisciplineerd en strikt ben. Ik heb een duidelijk beeld van wat ik wil of hoe het zou moeten. Ik denk dat het anders niet was gelukt om dit allemaal van de grond te krijgen.'
- Tekst: Renate van der Zee
- Jonathan Petit & Jose