/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F06%2FVWLlnOGFIeQSX21748948071.png)
Op een zonnige donderdagmiddag spreken we Nicci Gerrard (66) en Sean French (65) in een vergaderruimte bij Gerrard en Sean hun Nederlandse uitgeverij, met thee en dé perfecte chocokoeken. Nicci: ‘We French leveren met zijn inmiddels zo vaak in Nederland geweest dat het me niet meer verbaast dat je geen melk krijgt bij de thee.’
Ze vertelt dat zij en echtgenoot Sean een tikje van slag zijn. ‘Het was een stressvolle reis. We zijn met de trein van Londen naar Amsterdam gekomen. We moesten overstappen in Brussel en daar is mijn handtas gestolen. Mijn portemonnee, met al mijn pasjes en rijbewijs, mijn paspoort, mijn telefoon, mijn zonnebril; mijn hele leven is weg! Maar het is opgelost. Ik kan morgen naar het Britse consulaat in Den Haag en krijg dan een tijdelijk paspoort. Het komt goed. Kom dus maar op met je vragen.’
Hoe komt een verhaal tot jullie?
NICCI: ‘Elke september gaan we samen op wandelvakantie, in Frankrijk of Italië. We lopen van hotel naar hotel en plannen ons volgende boek.’
SEAN: ‘We denken niet na over wat mensen bang maakt. Wij vragen ons af wat onszelf angst aanjaagt, wat ons bezighoudt.’
NICCI: ‘In ons laatste boek zat Tyler Green dertig jaar opgesloten voor moord. Als hij eindelijk vrij is, gaat hij naar een diner waarvoor hij zijn oude vrienden heeft uitgenodigd. Er zit een groot gat tussen hun jongere zelf en degenen die ze nu zijn. Iets waar wij, twee zestigers, erg mee bezig zijn, merk ik. Je wordt ouder, kijkt terug. Heb ik het goed gedaan? Wat had beter gekund? Waar heb ik spijt van?’
SEAN: ‘Dat een groep vrienden elkaar niet vertrouwt, vinden wij een interessant uitgangspunt. De meeste mensen zijn niet bang voor hun vijanden – want wie heeft er nou écht vijanden? – maar voor hun vrienden. Wat zeggen zij over je als je er niet bent? Hoe goed kennen jullie elkaar nou echt?’
NICCI: ‘Wat ons interesseert is de ‘gekke’ geest, normale mensen met geheimen. Wij zijn niet van de seriemoordenaars, wij schrijven over gewone mensen en gewone families. Hoe een doorsnee persoon een verkeerde afslag neemt en in een horrorverhaal terechtkomt. Al moet ik hier wel een kanttekening bij plaatsen. Want wat is gewoon? We zijn te veel bezig met hoe het zogenaamd hoort, vooral vrouwen. Je moet je op een bepaalde manier gedragen, er op een bepaalde manier uitzien, je op een bepaalde manier voelen. Sean en ik zijn verzot op vrouwen die tegen de heersende moraal ingaan. Die nee zeggen. Onder de oppervlakte van veel mensen sluimert er van alles. Woede, bitterheid, ‘verboden’ gevoelens. Wij schrijven graag over mensen bij wie deze emoties omhoog komen.’
‘We doen altijd net of mensen die verschrikkelijke dingen gedaan hebben, heel anders zijn dan wij. Maar dat is niet zo. Over de schreef gaan zit maar één stap bij je vandaan.’
Schuilt er een moordenaar in ons allemaal?
NICCI: ‘Ik wéét dat dat zo is! Het is allemaal niet zwart en wit. Dat je alleen maar kwade of goede mensen hebt. Iedereen heeft goed en kwaad in zich.’
SEAN: ‘De meeste mensen worden gedood door personen die ze kennen, partners, familieleden, buren. Het heeft te maken met emotie. We hebben allemaal weleens een vreselijke ruzie gehad. En soms gaat het een stap te ver.’
NICCI: ‘We doen altijd net of mensen die verschrikkelijke dingen gedaan hebben, heel anders zijn dan wij. Maar dat is niet zo. Over de schreef gaan zit maar één stap bij je vandaan.’
Heb je een sinistere geest nodig om jullie soort boeken te schrijven?
NICCI: ‘Ik denk dat wij niet meer sinister zijn dan onze buren. Iedereen heeft gekke hoekjes in zijn geest. Hoe meer Sean en ik samen schrijven, hoe vreemder ik hem vind.’
SEAN: ‘Mensen denken dat het leven heel veilig is. Wat Nicci en ik gemeen hebben, is dat wij beseffen dat het leven fragiel is. Het is zo makkelijk om een kras op te lopen. Zoals wij vandaag op station Brussel. Wat als het een gewapende beroving was geweest? Het gevaar is altijd maar één stap bij je vandaan. En die ene stap, díé interesseert ons.’
Ooit een boek niet afgemaakt?
NICCI: ‘Drie keer. Eén keer zijn we gestopt op een derde, één keer op de helft en één keer toen het boek al af was. Bij dat boek klopte er iets niet. Er zat iets niet goed in het midden stuk. We waren toen al bezig met ons volgende boek. We werden zo mee gesleept door dit nieuwe verhaal dat we wisten dat het vorige niet goed genoeg was. Dat nieuwe boek was in twee maanden af. Het voelde meer urgent. Een goed verhaal schrijft zichzelf. Dat andere boek is eerst in de ijskast gezet en later afgevoerd naar de prullenbak.’
Jullie laatste boek is een nieuwe zaak voor rechercheur Maud O’Connor. Zou zij een vriendin van jullie kunnen zijn?
SEAN: ‘We hebben twee leading lady’s, Maud O’Connor en Frieda Klein. Frieda kan geen vriendin van ons zijn. Die is te eng!’
NICCI: ‘Frieda kijkt dwars door je heen en is heel intimiderend. Van Maud houden we. Ze heeft veel zelfvertrouwen en staat haar mannetje. Ze laat zich niet pesten en heeft een klassiek soort eergevoel. Ze is fris en cool. Als zij mijn vriendin zou willen zijn, zou ik me vereerd voelen.’
Wat is de beste thriller ooit geschreven?
NICCI: ‘Woman in white door Wilky Collins, een Victoriaanse gothic thriller. Een groot en dik boek, geschreven in 1860. Sommige thrillers blijven je niet bij om het plot, maar om de karakters en de setting. Dat is hier het geval.’
SEAN: ‘Als mensen zeggen dat ze nog nooit een thriller hebben gelezen, raad ik John le Carré aan met The Spy Who Came in from the Cold. Fantastische setting, goede personages en een slim en bevredigend verhaal. Als je dit boek niet leuk vindt, dan is thriller niet jouw genre.’ ●
- Interview: Sandra ten Brink
- Johnny Ring