Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Emma en Hendrikje Crebolder: 'Het is ontzaglijk belangrijk dat je elkaar blijft vasthouden'

De band tussen dichter en afrikanist Emma Crebolder-van der Velde en haar dochter, voormalig directeur van het Rijkmuseum, Hendrikje Crebolder, wordt gekleurd door verschillende kunstvormen. Een gesprek over verdiepen, verbinden en verdichten.

Emma en Hendrikje Crebolder

Voor de fotoshoot is dichter en afrikanist Emma Crebolder-van der Velde vanuit haar woonplaats Maastricht naar Amsterdam gereisd. Bepaald geen straf, want in de stad waar ze vaak lezingen bijwoont, voordraagt uit eigen werk en afspreekt met uitgevers, wonen ook haar kleindochters – de drie dochters van Hendrikje: Emma, Olivia en Bibi – die ze al te graag in de armen sluit. Het contact tactiel, ze zal er later over uitweiden.

Bij Hendrikje thuis zien we aardse kleuren, Afrikaanse prints en kunst – hadden we anders verwacht van de voormalig directeur development & media van het Rijksmuseum? We interviewen moeder en dochter naast een kunstwerk in verschillende tinten bruin en geel. Kleuren die Emma en Hendrikje onmiddellijk terugbrengen naar Hendrikjes geboortegrond, Sumve, Tanzania.

Wat zijn sterke herinneringen van jullie jaren in Tanzania?

HENDRIKJE: ‘De kleuren, de geuren, de mensen. Ik herinner me heel veel. Voor mij zijn dat dingen die nooit meer uit mijn lichaam gaan, uit mijn systeem. Ik voel een diepe connectie die ik op analytisch niveau niet precies kan uitleggen anders dan dat ik er ben geboren. Ik ben de jongste van het gezin. De middelste zus, Eva, is kunstenaar en de oudste is mijn verstandelijk beperkte zus Irma. Ik ben als enige van ons drieën geboren in Tanzania, toen mijn vader daar werkte als tropenarts. Soms ben ik even terug in Afrika en elke keer als dat gebeurt, voelt het opnieuw bijzonder. De laatste keer overhandigde ik de douanebeambte met veel enthousiasme mijn paspoort. ‘You’re from here’, zei hij toen hij het zag. Ik vertelde hem dat ik naast een tweede naam ook een derde naam heb: Chausiku, Swahili voor ‘van de nacht’ - ik ben bij volle maan geboren. De man vond het zo grappig, hij kwam niet meer bij. Overigens konden mijn zussen de naam niet goed uitspreken, dus dat werd Tatu, ‘drie’ in het Swahili. Mijn familie en vrienden noemen me soms nog steeds Tatu.’

EMMA: ‘We voelen grote liefde voor de geuren en kleuren van Afrika. Drie jaar heb ik daar gewoond. Later ben ik teruggegaan toen ik onderzoek deed voor een Swahili-roman. Je gunt het iedereen om zo jong zo’n leven te leiden. Het is een ervaring die verbreedt, het verruimt je opvattingen over de mensen, de wereld.’

Hendrikje en Emma tijdens de shoot voor de nieuwste Nouveau (Beeld: Elmar Krop)

HENDRIKJE: ‘Mijn moeder ging met haar man mee en in de slipstream mochten wij kinderen mee. Als je het geluk hebt om te ervaren hoe het is om in andere werelddelen te wonen dan kantelt dat inderdaad je kijk op de wereld. Het vergroot je begrip voor anderen. Dat is een les geweest die ik onbewust kreeg van mijn moeder. De verbreding en verruiming van mijn denkbeelden bracht zij mij bij. Enerzijds geografisch, door het wonen in Afrika, maar ook door het hebben van een zus die anders is. De herinnering aan mijn moeder die de Afrikaanse taal letterlijk in huis bracht, is ook sterk. Dat deed ze door de taal te leren, later is ze Swahili gaan doceren, en zich te kleden in Afrikaanse prints.’

EMMA: ‘Ik vond het belangrijk om ogenblikkelijk die taal te leren. Ik ben opgegroeid op het Zeeuwse platteland en kende het belang van taal om contact te kunnen leggen. Ook in Tanzania, een heel ander soort ‘bush’ dan Zeeuws-Vlaanderen, had ik veel contact met iedereen. Ik ging lesgeven, leerde patiënten in het tuberculose-oord aan de overkant van ons huis lezen en schrijven. Ik knoopte praatjes aan met iedereen die ik tegenkwam. Fietste er iemand langs met een kip onder de snelbinders dan ging ik in gesprek. ‘Verkoopt u die kip?’ Hendrikje is niet groot geworden met potjes babyvoeding, maar met tomaten en boontjes, want die groeiden er goed.’

‘Poëzie, literatuur... het is niet per se belangrijk dat je het begrijpt’

Emma

Wanneer kwam de poëzie in uw leven?

EMMA: ‘Poëzie heeft me geboeid en beziggehouden vanaf het moment dat ik nog niet kon schrijven.’

HENDRIKJE: ‘Vanuit Tanzania gingen we in Venlo wonen, waar mijn moeder een literair café begon. Zulks was nieuw voor de regio, het was niet bepaald een Amsterdams vrijdenkend milieu. Mijn moeder was daarin echt baanbrekend. Ze hield lezingen, nodigde bekende schrijvers uit en organiseerde boekpresentaties. Ik herinner me momenten aan de bar dat we wachtten of er überhaupt mensen zouden komen opdagen, wat in die begintijd nog best spannend was. Op die plek presenteerde mijn moeder ook haar eerste poëziebundel, Een hol in de zon, over mijn zus Irma. In de bundel vertelt ze op een geabstraheerde manier over iets wat voor ons heel normaal was, maar dan letterlijk beschreven in minder woorden waardoor het afstandelijker en directer lijkt. Dat maakte indruk. Ineens voelde ik het verdriet van mijn moeder. Een hol in de zon als een gat in mijn hart. Dichten is verdichten, iets heel groots condenseren tot een paar zinnen, waardoor het nog trefzekerder wordt.’

EMMA: ‘Taal is altijd onderdeel van ons dagelijks leven geweest. We hebben het altijd om ons heen gehad. We spraken Swahili, Duits toen we in Venlo woonden en een Venloos dialect. Thuis lazen we heel veel voor. Voor Irma was het een grote vreugde als Hendrikje op zondagochtend een boek uit de kast haalde om haar voor te lezen. Ik kon dichten voordat ik kon schrijven, maar Hendrikje kon voorlezen voordat ze kon lezen. Hendrikje is heel goed in taal.’

Hendrikje en Emma tijdens de shoot voor de nieuwste Nouveau (Beeld: Elmar Krop)

HENDRIKJE: ‘Ik kan ze nog opzeggen, de zinnen uit Irma’s favoriete Dick Bruna-boekje: ‘Er lag een dikke ronde appel midden in het groene gras, die dikke ronde appel huilde omdat hij maar een appel was.’ Over taal werd veel gesproken bij ons thuis. Onze vader was streng; als we een woord niet wisten zei hij: ‘Dan pak je er het etymologisch woordenboek maar bij.’ En daar liep ik dan, schoorvoetend naar de boekenkast, om de betekenis van een woord op te zoeken... Dat draagt absoluut bij aan je woordenschat en los daarvan: achter elk woord zit een wereld. Woorden breken werelden open en ook dát is verruimend voor je geest. Ik houd enorm van taal. Het kan magisch aanvoelen en haast niet uit te leggen zijn. Daarin zit een gemene deler met kunst natuurlijk. Soms zeg ik tegen mijn moeder: ‘Ik begrijp helemaal niks van wat je zegt in dit gedicht.’’

EMMA, LACHEND: ‘Ik ben blij als je dat zegt. Dat moet je blijven doen, want je moet poëzie vooral niet te zwaar maken. Poëzie, literatuur, eigenlijk elke vorm van kunst, het is niet per se belangrijk dat je het begrijpt. Het gaat erom dat je je openstelt. Dan gebeurt er vaak heel veel.’

HENDRIKJE: ‘Zoals je geraakt kunt worden door een woord of een ritme, zo kun je ook geraakt worden door de vorm of kleur van een kunstwerk.’

Hoe kijkt u naar het carrièrepad van uw dochter?

EMMA: ‘Vol bewondering sta ik naast haar. Probeer ik zoveel mogelijk mee te voelen en te doen. Ze is enorm ijverig en plichtsgetrouw. Als kind al. Je hebt kinderen bij wie je moet controleren of ze hun huiswerk maken, deze pientere dame deed alles zelf, nauwkeurig en zorgvuldig. Ik vond het bewonderenswaardig dat ze ging werken in de advocatuur bij Baker McKenzie en later ging werken bij het Rijksmuseum. Maar nog belangrijker vind ik het dat ze eigen keuzes durft te maken en uit eigen beweging durft op te stappen, ook als ze verbonden is aan een groep. Dat heeft ze twee keer gedaan, meest recent bij het Rijksmuseum. Er is lef nodig om te zeggen: ‘Er is nog tijd om op andere wijze mee te doen in het leven. Het is voldoende wat ik op deze plek heb bijgedragen, hier stopt het.’ Ze deed het. Tot ieders grote verbazing stapte ze op en ik sta daar zó achter. Het meest trots ben ik op het feit dat ze Vrouwen van het Rijksmuseum heeft opgericht, het onderzoeksprogramma van het Rijksmuseum waarin een betere genderbalans centraal staat. Voor het eerst in de geschiedenis toont het Rijksmuseum drie werken van vrouwelijke kunstenaars op de Eregalerij. Ook startte ze grote onderzoeksprojecten om vrouwelijke representatie in de kunst te versterken.’

‘‘Bij een kunstwerk zul je nooit lezen ‘Man in zwart pak’, maar wel ‘Vrouw in rode jurk’’

Hendrikje

HENDRIKJE: ‘Ik was het eerste vrouwelijke directielid van het Rijksmuseum, maar we hebben het met een groep gedaan. We richten ons onder meer op vrouwelijke makers in de collectie, op het aanvullen van ontbrekende informatie over afgebeelde vrouwen. Bij een werk zul je nooit lezen Man in zwart pak, maar wel Vrouw in rode jurk. Bij een man staat vermeld wie het is, wat hij doet en bij een vrouw ontbreekt deze informatie compleet. Blinde vlekken zoals deze zijn er altijd geweest in de wereld. Het is mooi dat we dat op een gegeven moment zijn gaan inzien en er een beweging op gang komt die we samen kunnen maken. Zo zijn we in staat om nog meer te vertellen over schilderijen en kunnen we her en der corrigeren. Iedereen die naar musea gaat, moet zich op correcte wijze gerepresenteerd voelen. Dat is heel belangrijk voor mij geweest.’

EMMA: ‘Daar was doorzettingsvermogen voor nodig.’

HENDRIKJE: ‘Het mijne heb ik van huis uit meegekregen.’

EMMA: ‘Tijdens Hendrikjes afscheid, waar overigens vijfennegentig procent van de gasten vrouw was, droeg ik, zonder dat ik het van tevoren had verteld, een gedicht voor uit mijn bundel Toegift.’

Hendrikje en Emma tijdens de shoot voor de nieuwste Nouveau (Beeld: Elmar Krop)

Dat niets vaststaat

Zoals een kind huppelt, niet weet
dat het een oude dans bewaakt,
zo dansen later velen naar de pijpen
van wie hen iets hebben wijsgemaakt.

Maar de anderen dansen niet, stuiteren
en doen aan kleine revoluties. Zij
plaatsen vraagtekens bij de verdeling
van de macht, stampvoeten zij aan zij.

Met kwetsbaren, met mondigen tot
het vastgeroeste lostrilt, tot
de rechtsorde zich omwentelt, zwicht.

Tot ieder medezeggen kan. De wetten
zich haasten vast te leggen
dat niets vaststaat tot het losligt.

Jouw moeder is op veel vlakken een inspiratie. Zo laat ze zien dat je nooit met pensioen hóéft te gaan.

HENDRIKJE: ‘Dat is voor mij een heel belangrijk punt. Met pensioen gaan zouden we minder zwart-wit mogen zien dan wat nu standaard is. Mijn grote wens was om mijn werkende bestaan anders in te richten en het afgelopen jaar heeft me heel veel inzicht gegeven in hoe je het leven op een andere manier kunt invullen. Het voelt als een nieuw mozaïek om te leggen. Ik zit in verschillenden Raden van Toezicht, van onder andere Eye Filmmuseum, TEFAF en Vlisco. Ook zit ik in de Raad van Toezicht van het Prins Claus Fonds voor Cultuur en Ontwikkeling. Ik ben aan het vormgeven hoe ik het de komende jaren wil zien. Een mozaïek is niet rechtlijnig, soms zijn dingen puntig en dan weer recht. Maar uiteindelijk past het en de weg ernaartoe is kleurrijk en uitdagend.’

U schijnt nog elke dag te schrijven.

EMMA: ‘Dat probeer ik elke dag te doen, ja. Ik vind het is verstandig om te doen, anders duurt het lang voordat je er ‘in’ bent en je je stil kunt maken. Van vroeger herinner ik me dat ik achter mijn bureau zat en Hendrikje me op mijn stoel naar achteren duwde om op mijn schoot te kunnen kruipen. Ik werd zowat geplet, maar vond het heerlijk natuurlijk. Het is ontzaglijk belangrijk dat je elkaar blijft vasthouden.’

HENDRIKJE: ‘Mijn jongste dochter Bibi deed dat ook toen ze klein was. Het gemak waarmee ze gewoon kan vragen of ik haar vast kan houden, vind ik ook geweldig. Laatst las ik weer een artikel over hoe belangrijk dat fysieke contact is tussen moeder en dochter. Aanraking heeft een positieve invloed op de gezondheid, vergroot het lichaamsbewustzijn, vermindert stress en vergroot ontspanning. Mooi om je daarvan bewust te blijven. Tactiel contact noem jij dat. Dat zou nou echt een woord zijn waarvoor míjn kinderen nu het etymologisch woordenboek uit de kast moeten halen.’

De nieuwe Nouveau ligt nu in de winkel, of bestel 'm hier!

Dit interview is te lezen in de allernieuwste Nouveau, met covermodel Claudia de Breij.

Personality
  • Tekst: Nicole Gabriëls
  • Elmar Krop