De journaal-anchor blijft altijd overeind, hoe aangrijpend het nieuws ook is.
De kijkers hebben niets aan haar tranen, dus tracht anchor Annechien Steenhuizen (43) ook het bittere nieuws zakelijk te brengen. Maar na de uitzending kan ze plotseling volschieten. Drie keer per week kickboksen helpt.
Vooralsnog heeft Annechien Steenhuizen het prima naar haar zin bij het NOS Journaal. Interessant werk, dat zich goed laat combineren met haar gezin met twee jonge kinderen. Ze werkt namelijk één week op en één week af, waarbij ze in de week-af vrij is en tijd heeft voor andere dingen, zoals de presentatie van Project Rembrandt, kickboksen en, op termijn, een studie rechten. Over dat laatste fantaseert ze weleens: een ander leven, niet meer altijd in de kijker, het roer helemaal omgooien en jurist worden, het liefst mensenrechtenadvocaat.
Zoals mevrouw Clooney?
‘Ja, precies. Maar om Amal Clooney te worden, moet ik mijn haar wel een tijdje laten groeien, haha.’
Wat trekt je aan in dat werk?
‘Hetzelfde wat me ooit aantrok in de journalistiek. Op mijn veertiende wilde ik dat vak in. We keken thuis naar het journaal en daar zag ik correspondenten die de wereld rondreisden en overal onrecht aan de kaak stelden. De wereld een stukje beter maken, dat was mijn droom. Dat correspondentschap is er nooit van gekomen, maar de wereld een stukje beter maken kan altijd nog, als advocaat bijvoorbeeld. Ooit.’
Nu nog niet?
‘Nee, daar moet ik eerst die rechtenstudie voor doen. En op het ogenblik geniet ik nog erg van mijn werk.
Heel fijn dat ik naast het presenteren van het journaal regelmatig iets anders kan doen, zoals nu de tweede serie van Project Rembrandt, waarin we weer op zoek gaan naar de beste amateurkunstschilder van Nederland.
Er hebben zich maar liefst negenhonderd kandidaten aangemeld, er wordt wat afgeschilderd in ons land. In dat programma kan ik meer mezelf zijn, losser, met wat meer humor, meer de Annechien die ik in het gewone leven ben. Het is een soort buitenspelen voor me.‘
Is het journaal dan zo’n strak harnas?
‘Om te beginnen moet alles in vijfentwintig minuten gebeuren, dat betekent dat je per item zo’n twintig tot hooguit vijftig seconden ter beschikking hebt. Dus moet alles worden gecomprimeerd. Mijn teksten maak ik samen met een eindredacteur, elk woord wordt gewogen. Tot vlak voor de uitzending blijf ik aan die teksten schaven, verander ik alsnog een woord dat me niet zint, dat te wollig is of de cadans verbreekt.
- Roger Neve