Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Carly Wijs: 'Ik vind wel dat vrouwen elkaar meer mogen steunen'

Actrice en schrijver Carly Wijs (54) spreekt met dezelfde eerlijkheid waarmee ze speelt: zonder opsmuk, maar vol gevoel. In gesprek met Nouveau vertelt ze over ouder worden in een wereld die om uiterlijk draait, over vrouwen die elkaar meer zouden moeten steunen én over het moederschap als plek waar schoonheid geen rol speelt. “Ik ben eigenlijk een bange vrouw,” zegt ze. “Maar ik ben wel moedig, dus ik duw een beetje door.”

Carly Wijs

Jij zit toch ook in een wereld die heel erg over uiterlijk gaat?
‘Als ik word gefotografeerd, zoals hier voor Nouveau, ben ik voor een middag een prinses. Dat is natuurlijk wel dankzij de Leco-kwast die over me heen gaat. Maar acteren gaat juist niet over schoonheid. Als het daar wel over gaat, dat is niet het soort werk waar ik in geïnteresseerd ben. In een serie als Oogappels ziet toch ook niet iedereen er mooi afgewerkt uit? Dat zijn gewone mensen. Gewone mensen raken je altijd dieper in het hart. Ik denk daarom niet dat ik er zo’n last van heb dat je schoonheid op een zeker moment verwelkt. Ik vind wel dat vrouwen elkaar meer mogen steunen. Vrouwen zijn zo lang tegenover elkaar gepositioneerd. Wij zouden net zoals mannen een old boys network hebben een old girls network moeten opzetten. Waarin wij oudere vrouwen de nieuwe generatie helpen. Dan moeten we wel ophouden om over uiterlijk te praten, want in dat gesprek blijven we maar met elkaar concurreren. We hebben het ook een tijd lang niet mogen zeggen dat we het leuk vonden om moeder te zijn, omdat we bang waren dat we dan niet meer serieus genomen zouden worden. Het moederschap is trouwens de enige plek die compleet gevrijwaard is van het schoonheidsideaal. Of je mooi of jong bent doet er in die rol niet toe. Kinderen vinden je sowieso oud, maar ook altijd de allermooiste. Schoonheid is in het moederschap geen onderwerp. Hoe fantastisch is dat?’

In de theaterproducties die je maakt leg je juist altijd wel veel engagement.
‘Ik heb een voorstelling voor kinderen gemaakt over terrorisme en ook een productie die ging over het discours over genderidentiteit. Ze waren alle twee heel succesvol, ook in het buitenland. Nu ben ik bezig met een stuk over Els Borst, dat ik gek genoeg en helaas nog niet verkocht krijg. Els Borst leek een vrouw in een grijs mantelpak, maar wat zij als politica voor elkaar heeft gekregen met de euthanasiewetgeving, is onvoorstelbaar. Dat is een filosofische omkeer geweest. We zijn zo gewend aan het feit dat deze mogelijkheid er is, dat we er niet meer bij stilstaan hoe bijzonder haar inzet is geweest. Ze moest destijds bij de paus uitleggen dat ze niet van plan was alle bejaarden te gaan vermoorden! Als arts wist ze waar ze het over had. Op een hele intelligente manier heeft ze haar werk gedaan. Die vrouw voelde zo’n diepe verantwoordelijkheid in het dienen van de Tweede Kamer, was helemaal niet geïnteresseerd in persoonlijke successen. Het is een soorpoliticus dat uitgestorven lijkt. Ze is op een tragisch manier aan haar einde gekomen. Het is een fascinerend verhaal.’

Het moederschap is overduidelijk een groot thema in je leven. Ben jij zelf ook zo close met je moeder?
‘Nu wel. Ik heb enorm gestreden met mijn moeder. Ze was altijd zo angstig. De zorgen voor mijn geestelijk gehandicapte zus hebben die angsten nog meer versterkt. Ik snap het dus wel, maar heb er ook last van gehad. Veel van die emoties projecteerde ze op mij. Ze hing aan me, waardoor ik me enorm tegengehouden voelde. In plaats van ‘kom op, je kunt het’ zei ze ‘doe maar niet, dat gaat helemaal mis’. Ik heb er bij mijn zoon echt op gelet om niet dezelfde fout te maken. Want ik ben eigenlijk ook een hele bange vrouw. Maar ik ben wel moedig, dus ik duw een beetje door. In mijn hart ben ik een egel, maar ik gedraag me als een beer. Toen mijn moeder 85 was, kon ze nog het bloed onder mijn nagels vandaan halen. Ik geef je een voorbeeld. Op een gegeven moment kwam ze me opzoeken in Brussel. Ik haalde haar op van de trein en mijn driejarige zoon bleef maar over dat perron rennen. Terwijl ik die zware koffer van mijn moede aan het sjouwen was, zag ik hem, angstig als ik ben, al voor een trein vallen. Dus op een gegeven moment pakte ik hem kwaad beet en riep streng: ‘En nou is het afgelopen!’ Waarop mijn moeder begon te huilen, en jammerde: ‘Please don’t be angry, it’s only a little boy.’ Hoe denk je dat de omstanders naar mij keken? Die vonden mij natuurlijk een loeder van een moeder. Met dit soort dingen kon ze het me zo moeilijk maken. Maar ze is nu 98. Ze heeft zich op een bepaald moment moeten overgeven aan het feit dat ze verzorgd moet worden. Ze woont nog op zichzelf, ik denk dat ze nooit doodgaat, misschien overleeft ze mij wel. Ze krijgt twee keer per dag thuishulp en samen met mijn zus en haar kinderen zorgen we dat ze elke dag bezoek krijgt. Ze is nu zo lief. Heel dankbaar ook. Haar liefde was er altijd hoor, maar haar angst ook. En die angst heb ik lang verkeerd geïnterpreteerd, namelijk als kritiek op mij. Die kritiek ben ik gaan overnemen, waardoor ik een innerlijke stem heb ontwikkeld die continu tegen me zegt dat ik niet goed genoeg ben.’

'Ik ben blij voor Godfried dat hij het fijn heeft in zijn eentje, maar ik moet wel op zoek nar nieuwe zingeving'

Hoe ga jij om met jouw angsten in de relatie met jouw kind?
‘Ik was ook die moeder die onderaan het klimrek stond en alleen maar gilde: ‘Pas nou toch op!’ Ik zie een kind, ik zie een trap, ik denk dwarslaesie. Tot hij twaalf jaar was, woonden we in Brussel. Daar maakte ik onderdeel uit van een gemeenschap met allemaal zzp’ers die ook in de culturele sector werkten en geen familie in de buurt hadden. We hadden elkaar nodig. Die vaders uit die vriendenkring hielpen me enorm. Leerden Godfried bijvoorbeeld om in het verkeer verantwoordelijkheid te nemen. Dat had ik nooit gedurfd. Ik had die mannelijke energie nodig om hem die vrijheid te kunnen geven. Het moeilijkste aan opvoeden vind ik om niet te projecteren. Ik wil heel graag dat mijn kind gelukkig is. Daarom raad ik hem allerlei dingen aan om te doen, zoals afspreken met vrienden, uitgaan. Dingen waarvan ik denk dat ze hem goed doen. Maar het zijn de dingen die míj gelukkig maken. Mijn zoon is een enorme beta, studeert wiskunde en natuurkunde aan de technische universiteit. Heeft een totaal andere manier van kijken naar de wereld, wordt van heel andere dingen blij. Hij vindt het heerlijk om op zichzelf te wonen, om twee weken lang dezelfde kleren te dragen, zich terug te trekken. Ieders geluk is anders. Om daar mezelf steeds in te corrigeren, dat vind ik moeilijk. Maar ik doe heel hard mijn best. Zoals gezegd, ik probeer moedig te zijn.’

Personality
  • Esther Goedgebuure
  • Stef Nagel