Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Mariëtte Hamer (63): 'Er is altijd een nieuwe kans. Als je hem maar wilt zien'

Exclusief interview met de vrouw die #MeToo aanpakt. Ze was de eerste vrouwelijke voorzitter van de Sociaal-Economische Raad en is nu regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. De zachtmoedige aard van Mariëtte Hamer (63) betekent niet dat ze geen ‘killer instinc...

Mariëtte Hamer (63): 'Er is altijd een nieuwe kans. Als je hem maar wilt zien'

Exclusief interview met de vrouw die #MeToo aanpakt.

Ze was de eerste vrouwelijke voorzitter van de Sociaal-Economische Raad en is nu regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. De zachtmoedige aard van Mariëtte Hamer (63) betekent niet dat ze geen ‘killer instinct’ heeft: ‘Als ik iets wil, zorg ik dat het lukt.’

Alle voorzitters van de Soci­aal-Economische Raad (SER) zijn geportretteerd en hangen bij elkaar in de hal van de SER. Ook ik hang nu in dat rijtje, als eerste vrouw. De kunstenares zei over mij: ‘Ze heeft een lieve lach, zachte ogen, maar ze moet een killer instinct hebben, anders kom je niet zo ver.’

Haha, ze heeft wel een beetje gelijk. Als ik iets wil, zorg ik dat het lukt – maar nooit ten koste van anderen. Zacht in de relatie, stevig op de inhoud. Als ik achterom kijk, denk ik niet: goh, wat een carrière. Ik kijk naar wat er op mijn pad komt en zie dan een kans.

'Ik hoop in het pad te lopen van mijn voorgangers, zoals Neelie Kroes, Jeltje van Nieuwenhoven en Hedy d’Ancona'

Ik hoop in het pad te lopen van mijn voorgangers, zoals Neelie Kroes, Jeltje van Nieuwenhoven en Hedy d’Ancona. Zij inspireerden mij en hopelijk help ik de weg weer vrij te maken voor de nieuwe generatie. Iedereen moet kunnen worden wat hij of zij wil. Daar wil ik aan bijdragen. Zodat er uiteinde­lijk evenveel vrouwen als mannen aan de top komen.

Geboren in Slotervaart 

Mijn wieg stond in Slotervaart, in Amsterdam-West. Dat was toen nog een frisse nieuwbouwwijk, de hoop van de stad. Mijn vader was hoofd van de administratie van de onder­wijsbegeleidingsdienst, mijn moeder huisvrouw. Zij kwamen beiden uit een ondernemersgezin. Mijn ene opa liep met de melkkar op de Ceintuurbaan, de andere had een kapperszaak aan de Eerste Jan van der Heijdenstraat in de Pijp.

'Als mijn ouders ruzie hadden, ging het meestal over de status van de families'

Als mijn ouders ruzie hadden, ging het meestal over de status van de families. Want de Ceintuurbaan was toen een chiquere straat dan de Van der Heijden, maar een kapperszaak was weer deftiger dan een melkboer.

Ja, ze hadden best vaak ruzie. Toch waren ze ook een team. Mijn vader is helaas vrij jong overleden, op zijn drie­ënzestigste. Hij was net met de VUT, ze zouden van het leven gaan genieten. Dat heeft mij geleerd dat je niet teveel vooruit moet plannen, maar van het moment moet genieten.

Ik heb twee broers, Koos en Marc. Mijn moeder kreeg na de eerste het advies geen kinderen meer te krijgen. Later werd dat herzien en kwam ik. Tien jaar later werd mijn broer Marc geboren. Mijn broers schelen zeven­tien jaar. Eigenlijk zijn we alle drie enig kind.

Aan de andere kant zijn we heel erg close. Koos is autistisch. Alleen wist toen nog niemand wat autisme was. Daar heeft hij veel last van gehad. Van mijn vader leerde ik: pak je kansen. Naast zijn baan had hij allerlei bijbaantjes om mijn studie te kunnen betalen. Zo was hij volleybal­trainer en volleybaljournalist.

GEEN TALENT VOOR KOKEN

Ik zat op een christelijke lagere school. Daar kregen alle meisjes het advies huishoudschool. Mijn vader was mijn held. Hij zei tegen de bovenmeester dat hij dacht dat zijn dochter geen talent voor koken had. Daar had hij overigens gelijk in. Zo belandde ik op de havo.

Na school twijfelde ik tussen de lerarenopleiding en de sociale academie. Dat werd uitein­delijk de lerarenopleiding, omdat ik daarmee naar de universiteit kon. Mijn afstudeerrichting was Nederlands en omgangskunde. Erna koos ik voor de studie algemene taalwetenschappen, aan de Universiteit van Amsterdam.

'In 1998 koos ik defini­tief voor de politiek en werd ik Tweede Kamerlid'

Ik was een actieve student. Ik zat in veel commissies en besturen, waarin ik vaak de voorzittersfunctie bekleedde. Na mijn studie koos ik voor het onderwijs. Na zes jaar belandde ik bij het minis­terie van Onderwijs. Ik was al lid van de PvdA sinds 1984, maar werd in die periode steeds actiever voor de partij. Zo zorgde ik mede voor de integratie van de Rooie Vrouwen in het partij­bestuur en werd ik in 1999 eerst vice­voorzitter en later voorzitter van het partijbestuur. In 1998 koos ik defini­tief voor de politiek en werd ik Tweede Kamerlid.

ZWANGER IN DE KAMER

Inmiddels had ik Frank ontmoet, de vader van mijn dochter. Na twee maanden was ik zwanger. Dat hield ik aanvankelijk nog even stil, want zwanger zijn en Kamerlid worden was destijds niet erg gebruikelijk.

'Ik had geen zwan­gerschapsverlof en werkte door tot een week voor de bevalling'

Ik weet nog dat ik op campagne was en een collega mij vertelde dat het niet te combineren was. Maar ja, de baby zat al in mijn buik. Ik had geen zwan­gerschapsverlof en werkte door tot een week voor de bevalling.

Op mijn veertigste werd ik moeder van Iris. Diep gelukkig waren we. Na een maand ben ik weer aan de slag gegaan. Ik kan me nog herinneren dat ik in de auto zat te kolven. Waanzin, maar zo was het toen.

Lange tijd was ik onderwijswoordvoer­der. Ook hield ik me bezig met kinder­opvang, arbeid, emancipatiezaken en zorg. Wat me dreef, was mijn broer Koos. Hij kwam als kind thuis met een rapport met een nul voor gedrag en een nul voor vlijt. Terwijl het een lieve, ambitieuze jongen is. Woedend was ik daarover. Want eigenlijk zeg je dan dat je iemand niet ziet staan.

'Als vrouw moet je ook kansen krijgen en durven pakken om je te ontwikkelen'

Ook dacht ik vaak aan mijn moeder, die niet werkte, maar dat wel graag had gewild. Dat moest anders kunnen, vond ik. Als vrouw moet je ook kansen krijgen en durven pakken om je te ontwikkelen.

Natuurlijk moest ik er hard voor knokken. Ik kwam niet uit een gezin met kruiwagens en moest het op eigen kracht doen. Ik werd vicevoorzitter van de fractie, ondervoorzitter van de Tweede Kamer en verving regel­matig de voorzitter. In 2008 werd ik verkozen tot fractievoorzitter. En in 2014 benoemd tot voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, het adviesorgaan op het gebied van het sociaal-economische beleid.

'Ik heb veel kunnen doen op het gebied van diversiteit en de positie van vrouwen'

Een prachtbaan die ik bijna acht jaar met veel plezier en toewijding vervuld heb. Ik heb ook veel kunnen doen op het gebied van diversiteit en de positie van vrouwen, en de SER staat als een huis. Daar ben ik trots op.

Met Koos is het trouwens allemaal goed gekomen hoor. Hij kreeg werk op de sociale werkplaats in Maassluis, wat hij met veel plezier gedaan heeft. Hij woont hier nu een paar blokken vandaan en komt elke vrijdag eten.

OOG VOOR ANDEREN

Dat de kansen nog niet op waren, bleek wel vorig jaar, toen ik gevraagd werd als informateur. Het was een flinke worste­ling, maar uiteindelijk zijn de partijen met elkaar op één lijn gekomen.

Begin van dit jaar kwamen de gebeur­tenissen bij The Voice naar buiten. Ik kwam in gesprek met het kabinet over de behoefte aan een gecoördineerde plek waar alles samenkomt, en aan een stevig maatschappelijk debat. Uiteinde­lijk ben ik gevraagd dit als regerings­commissaris seksueel grensoverschrij­dend gedrag en seksueel geweld te gaan doen.

'We moeten naar een samenleving waarin men elkaar zo nodig aanspreekt op onacceptabel gedrag'

Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Mijn doel is allereerst zorgen dat bijvoorbeeld in bedrijven meer geregeld is. Goede hulpverle­ning en overal vertrouwenspersonen met een onafhankelijke positie. Maar nog belangrijker is voorkómen: streven naar een samenleving waarin grens­overschrijdend gedrag niet meer wordt geaccepteerd, signalen die wijzen op dit gedrag, sneller worden opgevangen en men elkaar zo nodig aanspreekt op onacceptabel gedrag.

'Heb oog voor anderen. Doe je zelf een stap omhoog, neem dan iemand mee die dat verdient'

Ik kan makkelijk mensen bij elkaar brengen. Ja, ik vind het leuk om te verbinden. Door elkaar uit te nodigen in verschillende netwerken doorbreek je verschillen. Blijf niet in je kleine wereldje zitten, kijk om je heen, help wie je kan helpen. Mijn dochter heb ik ook geleerd: niet iedereen heeft automatisch dezelfde kansen. Heb oog voor anderen. Doe je zelf een stap omhoog, neem dan iemand mee die dat verdient.

Voor mijn afscheid bij de SER hadden twee meiden van vijftien van theaterschool Hofplein een stuk gemaakt over hun migratieachter­grond. Het ging over hoe zij óók gezien en gehoord willen worden. Dat vind ik heel mooi om te zien, zij moeten ook kunnen worden wie ze willen zijn.

'Ik heb niet het gevoel dat ik ergens aan het einde zit, integendeel, het is meer alsof ik op de helft ben'

Deze maand word ik vierenzestig. Weer begin ik helemaal opnieuw, met een baan die niet bestaat, nergens ter wereld. Ik vind het geweldig dat ik zo’n mooie opdracht mag vervullen. Ik heb niet het gevoel dat ik ergens aan het einde zit, integendeel, het is meer alsof ik op de helft ben. Er is altijd een nieuwe kans. Als je hem maar wilt zien.’

Deze reportage heeft eerder in de printeditie van Nouveau gestaan (c) Nouveau / DPG Media 2022

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Powervrouwen
  • Astrid Zuidema