Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Sonja Barend: 'Soms jeuken mijn handen om die ene vraag te stellen'

In één adem uitlezen: De appel in het Paradijs. Ze is terug met een nieuw boek en daarin laat talkshow-koningin Sonja Barend zich kritisch uit over racisme, vertelt ze over het nooit verdwijnende beeld van haar weggevoerde vader en haar verlangen naar knuffelen. Tachtig is Sonja Barend en haar re...

Sonja Barend: 'Soms jeuken mijn handen om die ene vraag te stellen'

In één adem uitlezen: De appel in het Paradijs.

Ze is terug met een nieuw boek en daarin laat talkshow-koningin Sonja Barend zich kritisch uit over racisme, vertelt ze over het nooit verdwijnende beeld van haar weggevoerde vader en haar verlangen naar knuffelen.

Tachtig is Sonja Barend en haar repu­tatie als koningin van de talkshow staat veertien jaar na haar afscheid nog steeds als een huis. Een ander zou na zo’n carrière op haar lauweren rusten, met hooguit af en toe nog een tv-optre­den ter streling van het ego.

Twee jaar was ze, toen haar Joodse vader werd weggevoerd

Zo niet La Barend. Zij stak drie jaar geleden haar nek uit met haar boek Je ziet mij nooit meer terug, een zeer persoonlijk verhaal dat zich toespitst op haar trauma rond haar joodse vader, die de Tweede Wereldoorlog niet overleefde. Twee jaar was ze pas toen hij uit huis werd weggevoerd, en de coöperatieve rol van haar moeder daarbij bleef altijd een raadsel.

De vrouw die in de tv-studio nooit genoegen nam met vaag­heden, toonde zich onverwacht kwetsbaar als het ging om de onbeant­woorde vragen die haar al haar leven lang kwellen. Tegelijkertijd liet ze zich kennen als een opvallend krachtige auteur, die juist door haar sobere, niet-sentimentele stijl weet te raken.

Sonja vertelt over leven in de luwte aan een Amsterdamse gracht

Nu is Sonja Barend terug met een tweede, zeer persoonlijk boek: De appel in het paradijs. De omvang – zeventig pagina’s - lijkt bescheiden, maar het soortelijk gewicht is hoog. In een monoloog vol treffende obser­vaties vertelt Barend over haar hui­dige leven in de luwte met haar man, architect Abel Cahen, aan een Amsterdamse gracht.

‘Hier in het dorp met een hemelse omgeving worden mensen honderd jaar'

Ze beschouwt de coronacrisis, die in haar een ‘niet te stillen knuffelbehoefte’ opwekt, en beschrijft een welkome reis naar het tweede huis op het vredige Franse plat­teland: ‘Hier in het dorp met een hemelse omgeving worden mensen honderd jaar. En waarom zou je niet? Met een groentetuintje, een fruitboom, een stok­brood en een flesje wijn.'