Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Programmamaker Coen Verbraak: 'Ik ben mijn ex nog uitleg verschuldigd'

Cisca Dresselhuys in gesprek met de man die normaal gesproken de vragen stelt. Coen Verbraak (51) koos het beroep waarin je alles aan iedereen kunt vragen en dat doet hij met toewijding. De journalist, presentator en documentairemaker geniet dan ook van zijn vak: 'Het is mijn paspoort tot de were...

Programmamaker Coen Verbraak: 'Ik ben mijn ex nog uitleg verschuldigd'

Cisca Dresselhuys in gesprek met de man die normaal gesproken de vragen stelt.

Coen Verbraak (51) koos het beroep waarin je alles aan iedereen kunt vragen en dat doet hij met toewijding. De journalist, presentator en documentairemaker geniet dan ook van zijn vak: 'Het is mijn paspoort tot de wereld.'

Coen over zijn moeder

"Op een aantal punten lijk ik veel op mijn moeder Tonny van Niele. Ik beschouw mezelf ook meer als een moeders- dan als een vaderskind. Onze sterke band heeft, denk ik, veel te maken met het feit dat ik na mijn geboorte negen maanden in het ziekenhuis heb gelegen met een bedreigende ziekte.

Tot mijn twaalfde heb ik regelmatig in ziekenhuizen gelegen, ik was een zwak jongetje. Elke dag was mijn moeder er, ook toen ze er drie uur voor op en neer moest reizen van Assen naar Groningen, toen ik daar in het Academisch Ziekenhuis lag.

In haar jonge jaren was ze verkoopster, maar na haar huwelijk heeft ze nooit meer een baan gehad; haar roeping was “moeder worden”. Daar was en is ze heel goed in; beter dan in koken, eerlijk gezegd.

'Haar macaroni met Conimex-nasikruiden erdoor vind ik nog altijd heel smakelijk'

Hoewel, haar macaroni met Conimex-nasikruiden erdoor vind ik nog altijd heel smakelijk. Ik maak dat ook vaak voor mezelf, maar dan met maggi, want maggi maakt alles lekkerder, vind ik.

Mijn nieuwsgierigheid en snelle reactievermogen heb ik van haar geërfd; belangrijke eigenschappen voor een journalist, wat ik vanaf mijn dertiende intens graag wilde worden. Dus je kunt wel zeggen dat mijn moeder op verschillende fronten heel belangrijk voor me is geweest en nog steeds is.

Zij volgt m’n werk, belt me na elke tv-uitzending op met de vaste tekst: “Ik ben heel trots op je. Je vader ook, hoor”, maar die heb ik dat nog nooit horen zeggen. Toen ik de Sonja Barend Award won, vroeg mijn moeder of zij die even mocht hebben. Ze is er het hele bejaardencomplex, waar mijn ouders wonen, mee doorgegaan.

Op haar negentigste is ze nog heel energiek; doet zelf boodschappen, kookt, speelt graag spelletjes. Maar niet met mijn vader, want die kan niet zo goed tegen zijn verlies en mijn moeder zal niet nalaten herhaaldelijk te vertellen dat ze van hem gewonnen heeft.

'Op een donkere dag zegt zij: “Volgens mij breekt de zon door”, terwijl ik denk: moet je zien wat een wolk daar aankomt'

Ze is best brutaal, gek op aandacht en heeft een zonnig karakter, iets waar ik jaloers op ben. Op een donkere dag zegt zij: “Volgens mij breekt de zon door”, terwijl ik denk: moet je zien wat een wolk daar aankomt.

Als zij een kamer binnenkomt, gaat de zon een beetje op, zo’n soort mens. Ze waardeert iets kleins als iets groots, een kopje thee als iets bijzonders. En altijd grappen maken. Ze vindt het nog steeds leuk om met een gekke muts op een verjaardagsfeest binnen te stappen.

'Haar enthousiasme werkt meestal aanstekelijk. Mijn vader vindt dat helemaal niks, maar laat haar gaan'

Je ziet in haar nog steeds het straatschoffie van vroeger. Als kind schaamde ik me daar enorm voor - “O, nee mam, niet weer” - nu vertedert ze me met haar gedrag. Haar enthousiasme werkt meestal aanstekelijk. Mijn vader vindt dat helemaal niks, maar laat haar gaan.

Ze vormen een aan elkaar gewaagd stel. Mijn vader is meer van het hoofd - hij was bouwkundige - mijn moeder van het hart en de intuïtie. Opvallend: mijn moeder omhels ik, mijn vader geef ik een hand. Beiden zijn goed gezond. “Er is nooit in ze gesneden”, zoals een tante ooit zei. Ik vrees de dag dat mijn moeder er niet meer zal zijn. Iemand die je zo nabij en lief is en die je zo goed kent, vind je nooit meer."

Coen over zijn levensmissie

"Dat is de journalistiek. Wat ben ik daar gelukkig door geworden. Op m’n dertiende wist ik dat ik journalist wilde worden en op m’n zeventiende maakte ik er serieus werk van door een brief te schrijven aan Joop van Tijn, toen een bekende journalist bij Vrij Nederland, die ik regelmatig in het tv-programma Het Capitool zag.

Het leek me geweldig dat je gewoon mensen kunt opbellen met de vraag: “Kan ik u interviewen?” en dat ik hun dan alles mocht vragen. En dat waren dan meestal bekende mensen, die je normaliter nooit zou ontmoeten. Journalistiek was voor mij de opening naar alles, het paspoort tot de wereld.

'Zo werd Van Tijn mijn mentor, door wie ik me beschermd en gezien voelde'

Van Tijn belde me na dat briefje op en zei: “Kom maar een keer langs”. En zo werd hij mijn mentor, door wie ik me beschermd en gezien voelde. Ik geniet van mijn werk. Ik denk altijd: het is een hobby en daar verdien ik dan mijn geld mee.

Jarenlang heb ik niets met mijn studie Geschiedenis gedaan. De laatste tijd verandert dat. Mijn werk wordt geëngageerder, urgenter. Ik ben de vijftig voorbij en merk: hé, m’n studie komt terug.