Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Jan Slagter stopt volgend jaar als directeur van Omroep Max

Jan Slagter over de veranderingen bij Omroep Max en zijn moeizame relatie met zijn moeder: 'Pas toen ze dement werd, zag ik haar zachte kant.'

Jan Slagter: 'Pas toen mijn moeder dement werd, zag ik haar zachte kant'

Jan Slagter (69) stopt volgend jaar als directeur van Omroep Max, ''Ik vind het nog steeds hartstikke leuk - althans, het bedenken van programma’s", stelt de omroepbaas in de Volkskrant. "Want waar ik wél klaar mee ben in dit dorp is het besturen, de vergaderingen en de werkgroepen. Op dat gebied ga ik het pitje binnenkort lager zetten."

Omroep Max

Slagter richtte in 2002 Omroepvereniging MAX op, omdat hij vond dat er te weinig programma’s voor 50-plussers werden gemaakt. MAX kreeg in 2005 een aspirant-status, vijf jaar later werd MAX een volwaardige omroep.

"Ik ben trots op wat we hebben bereikt," zegt hij. "We zijn de grootste omroep van Hilversum, met 430 duizend leden. We hebben het grootste weekblad van Nederland, met een oplage van 230 duizend stuks."

Toegevoegde waarde

En dat terwijl hij in het begin met de nek werd aangekeken: "Ze vonden me een rare man, een idioot, met een rollator-omroep. Nou, we zijn nu een toegevoegde waarde binnen het bestel. En toch voel ik dat dedain soms nog steeds. In het begin waren er mensen die mijn hand niet wilden schudden, die me negeerden. Ik keek nog net niet onder mijn auto als ik ’s avonds vertrok, het was echt vijandig. Heel bizar."

Jan spreekt in het interview verder over hoe moeizaam het werken binnen het bestel is, dat hij altijd een luisterend oor heeft voor gecancelde collega's als Matthijs van Nieuwkerk en Tom Egbers, over de keerzijde van woke en over zijn podcast met Cisca Dresselhuys. Onze mannenfluisteraar sprak eerder met Jan over zijn leven voor Nouveau, dat interview lees je hier: 

Mensen gelukkig maken, daar wordt hij echt blij van. Of het nu zijn eigen gezin is, zijn personeel of ‘zomaar’ mensen die in de ellende zitten. En dat terwijl Jan Slagter (67), directeur van omroep MAX, van huis uit bitter weinig zorgzaamheid gewend is.

Jan over zijn moeder Gretha van Delft

Aan zijn jeugd bewaart Jan gemengde herinnerin­gen. Het was thuis vooral streng, er moest veel en er werd regelmatig gestraft als de kinderen zich niet aan de regels hielden.

Maar één goed ding heeft hij in elk geval geërfd van zijn moeder, Gretha van Delft: de zorg voor anderen. Ze was een driftige, dominante vrouw, van het type ‘moeders wil is wet’, wat wel bleek uit het feit dat ze in de kerk heel hard, boven alles en iedereen uit zong en al begon te stofzuigen als de visite nog in de kamer zat; zij vond het dan wel mooi geweest.

Tegelijkertijd was ze zeer begaan met het lot van anderen. Ze was een echte doener, iemand die graag met haar handen werkte. Zowel zij als haar man zetten zich in voor anderen, moeder als voorzitter van het kerkelijke comi­té Meeleven en vader als vrijwilliger bij het Rode Kruis.

‘Als ik nu terugkijk op mijn moeders leven en hoe ze als moeder was, begrijp ik veel. Ze kwam uit een kil, streng gereformeerd gezin met zeven kinderen, waar de meisjes niet doorleerden, maar werden klaargestoomd voor een dienstbaar leven als echtgenote en moeder.

'Als je zo opgroeit, is het niet gek dat je zelf later ook geen knuffelaar wordt'

Na de lagere school was het direct werken geblazen en het inkomen thuis afgeven. Weinig liefde. Als je zo opgroeit, is het niet gek dat je zelf later ook geen knuffelaar wordt. Ik kan me tenminste niet herinneren dat ik ooit door mijn moeder geknuffeld ben.

Misschien dat mijn jongste broer Henk daar anders over dacht. Hij was haar lieveling. Helaas is Henk jong overleden aan aids, een enorme klap voor mijn ouders. Hij was, meer dan ik, degene die leuke uitjes met mijn moeder maakte, naar de Bijenkorf of voor een kopje koffie met een tompouce naar Scheveningen.

'Als mijn moeder me weleens sloeg met zo’n houten C&A-hangertje en dat brak, zei ik: “Zal ik een nieuw kapstokje pakken?'

Ik was een lastig kind, niet gevoelig voor straf. Als ik thuis in de hoek moest staan, pakte ik een boek en bleef daar rustig drie uur zitten, totdat iedereen vergeten was dat Jan nog ergens in een hoek zat. Als mijn moeder me weleens sloeg met zo’n houten C&A-hangertje en dat brak, zei ik: “Zal ik een nieuw kapstokje pakken?”.

Op school was ik ook onhandelbaar, ik heb alle mulo’s van Den Haag gezien; het is aan mijn vader te danken, die me tot drie uur ’s nachts overhoorde, dat ik uiteinde­lijk mijn diploma heb gehaald.

Mijn moeder was eigenlijk niet in de wieg gelegd voor een huwelijk dat bestond uit schoonmaken, kinderen krijgen en koken. Op haar vijf­tigste, toen wij onszelf wel konden redden, solliciteerde ze stiekem als caissière bij V&D, waar ze werd aangeno­men. Toen móest ze thuis wel vertellen dat ze een baan had.

'Heerlijk vond ze het, onder de mensen zijn en, ook heel belangrijk, zelf geld verdienen'

Heerlijk vond ze het, onder de mensen zijn en, ook heel belangrijk, zelf geld verdienen. Dat besteedde ze zeker niet aan het huishouden, dat spaarde ze, voor de vakantie of een dure, zijden blouse van de Bijenkorf, die ze met Henk ging kopen.

Dat ze twee homoseksuele zoons had, mijn broers Taco en Henk, was voor mijn moeder eigenlijk erger dan voor mijn vader - ze had nog wel zo gehoopt op een mooie bruiloft van Henk, met koetsjes en een bruid in een witte jurk - maar beiden zeiden: “We zullen altijd van jullie blijven houden.”

Aan het eind van haar leven werd ze dement en kreeg ik ineens een lieve moeder, die mijn hand vasthield en zei hoe fijn ze het vond dat ik bij haar zat in het verpleeghuis. Toen zag ik eindelijk haar zachte kant.’

Jan over zijn levensmissie

‘Die is heel eenvoudig: ervoor zorgen dat het goed gaat met iedereen in mijn omgeving. Dat geldt in eerste instantie voor mijn vrouw en twee zoons.