Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

De vrouwen van… Edwin Rutten

'Chagrijnig ben je maar in je eigen tijd, zegt mijn vrouw.' Ruzie maken is onmacht, vindt zijn vrouw Annett. Dat gebeurt dus niet in huize Rutten. Ze zijn al meer dan 33 jaar samen. Zanger, acteur en presentator Edwin Rutten (77): ‘Mijn antenne staat niet meer op een andere vrouw gericht, zo gaat...

De vrouwen van… Edwin Rutten

'Chagrijnig ben je maar in je eigen tijd, zegt mijn vrouw.'

Ruzie maken is onmacht, vindt zijn vrouw Annett. Dat gebeurt dus niet in huize Rutten. Ze zijn al meer dan 33 jaar samen. Zanger, acteur en presentator Edwin Rutten (77): ‘Mijn antenne staat niet meer op een andere vrouw gericht, zo gaat dat in een goed huwelijk.’

Edwin over zijn moeder Anja Galis

 ‘Mijn moeder was een leeuw, met alle voor-en nadelen. Ze kon je fel tegen alles en iedereen verdedigen, de andere kant van de medaille was dat ze slecht kon delen. Ze vond mij echt haar jongen, wat ik soms lastig vond, vooral toen ik vriendinnetjes begon te krijgen. Ze was gewoon een beet­je jaloers. Ze vond die meisjes eigenlijk nooit goed genoeg voor me.

Ze had een uitstekende smaak. Ze trok me de suède brogues van mijn vader aan en gaf me mijn eerste rode pullover en gestreepte overhemd. Ook liet ze een caesarkapsel bij me knippen, omdat zij dat mooi vond . Ik liep dus met mijn haar naar voren. Maar ik vond het allemaal best.

In mijn gymnasiumtijd speelde ik een paar keer per week in een bandje met Rogier van Otterloo en René Holdert, waar­door ik tot mijn grote plezier de deur uit kon. Dat zag mijn moeder natuur­lijk. “Ik zie het al, je staat als een paard in de stal aan zijn touw te trekken, je wilt weg. Nou ja, ik kan toch niet tegen je op”, zei ze dan.

Mijn ouders kwamen soms in het studentencafé onder het Lido naar ons luisteren. Rogier en René, die niet zo’n goeie band met hun moeder hadden, vonden dat fantastisch, maar ik dacht vooral: wanneer donderen jullie nu eens op? Voor de oorlog was mijn moeder getrouwd; uit dat huwelijk kreeg ze mijn zusje en mij.

Aan het eind van de oorlog scheidde ze en kwam de man in beeld die ik als mijn echte vader beschouw: filmer en schrijver Gerard Rutten, die in 1932 de Biënnale in Venetië had gewonnen met  zijn film Dood Water. Ik heb zijn naam aange­nomen, officieel, via een koninklijk besluit.

Gerard en mijn moeder hebben elkaar in 1945 ontmoet in het Victoriahotel in Amsterdam. Hij was vijftien jaar ouder, een flamboyante man in een fantastisch kapiteinsuniform, oud-Enge­landvaarder, adjudant van koningin Wilhelmina, later lid van de staf van prins Bernhard; een spannende man-in-een-jeep.

Na de troonsaf­stand van Wilhelmina in 1948 kreeg hij banen aangeboden als minister en cultureel attaché in Amerika, maar hij wilde weer filmen, zijn grote passie. Maar ja, daar was kort na de oorlog niet echt behoefte aan, dus het was bij ons wel­eens armoe. Daar heeft mijn moeder zich uit­stekend in geweerd. Zij ging werken bij de knipseldienst Vaz Dias en later bij de prenten­zaak Van der Meer in de P.C. Hooftstraat.

'Als ik in uw garen- en bandwinkel kom, ga ik toch ook niet afdingen'

Op provisiebasis, dus elke verkoop telde. Ooit kreeg ze de heer Dreesmann in de zaak, die begon af te dingen op een prent, waarop mijn moeder zei: “Als ik in uw garen- en bandwinkel kom, ga ik toch ook niet afdingen”. Ja, ze was goed van de tongriem gesne­den en geestig. Op haar 65ste werd ze weduwe. Daarna heeft ze geen man meer gehad. “Niemand is zo interessant als Gerard,” zei ze.

Vanaf 1990 logeerde ze vaak bij ons, we maakten dan ritjes en gingen uit eten, dat vond ze allemaal heerlijk. Aan het eind van haar leven is ze gaan dementeren en werd ze in een verpleeghuis in Naarden opgenomen. In die tijd speelde ik in de musical Annie. Toen we in het Spant! in Bussum optraden, heb ik kaartjes gekocht voor haar en 25 verzorgsters en cliën­ten uit het huis. Het was fantastisch.

'In de relatie met mijn moeder ben ik vaak een pleaser geweest'

Ik ben blij dat we haar tot het eind toe zo goed verzorgd hebben. In de relatie met mijn moeder ben ik vaak een pleaser geweest. Doordat ik proble­men niet uitsprak, zijn er periodes geweest dat we elkaar weinig zagen. Mijn vrouw Annett zorgde er altijd voor dat het contact weer hersteld werd. Dat contactherstel kan ik iedereen aanraden. Als je het niet doet, kun je daar veel last van krijgen.’

Edwin over zijn vrouw Annett Andriesen

‘Wij hebben nooit ruzie. “Ruzie is onmacht, chagrijnig ben je maar in je eigen tijd,” zegt ze. We kennen elkaar nu ruim 33 jaar en zijn meer dan 25 jaar getrouwd. We hebben lang om elkaar heen gedraaid, omdat we allebei in een tanende relatie zaten, die we netjes wilden afwikkelen. Ik was toen 44, had een huwelijk van 12 jaar en een tweede relatie achter de rug, zij was een paar jaar jonger.

Onze eerste ontmoeting was in de VARA-studio, waar we in een gang zaten te wachten tijdens een open dag van het conservatorium. Na tien minuten schijn ik gezegd te hebben: “Ik geloof dat ik u een heel leuke mevrouw vind”. Toen ik daarna iets moest vertellen over jazz­muziek, ging ik een ballad zingen. Dat deed ik gewoon voor haar, zou ik anders nooit gedaan hebben op zo’n voorlich­tingsdag. Ik wilde echt voor haar zin­gen.

Daarna duurde het nog een hele tijd voordat we iets met elkaar kregen. Zoiets gebeurt natuurlijk niet als je op dat moment een goede relatie hebt, maar die hadden we allebei niet. Sedert ik happy ben met Annett, staat mijn antenne niet op een andere vrouw gericht. Ze is een wijze vrouw; mild, hartelijk, vrijgevig, nooit drammerig, ze heeft humor en hersens. Ze kan heel duidelijk uit de hoek komen, maar nooit drammerig.

Wij zijn totaal niet jaloers op elkaar of elkaars werk. Ik heb veel van haar geleerd op het gebied van klassieke muziek. Zij is operazangeres, mezzosopraan. Dat zijn, zoals ze het zelf noemt, de veldwerkers in de opera; bescheiden, maar onmisbaar. In 2017 is ze gestopt met haar carrière. Ze heeft op mooie plekken gezongen, zoals La Scala in Milaan.