Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Ambassadeur Caecilia Wijgers over de evacuatie in Kabul

Ambassadeur Caecilia Wijgers over de evacuatie in Kabul

'We wisten dat het nooit ging lukken om iedereen weg te krijgen'

Ze probeerden in chaotisch Kaboel zo veel mogelijk mensen te evacueren. Caecilia Wijgers, ambassadeur in Afghanistan, en militair commandant Tijs vertellen in het Algemeen Dagblad over acht dagen tussen doodsangst en vrijheid. ,,We wisten dat het nooit ging lukken om iedereen weg te krijgen.”

Caecilia Wijgers is net op het vliegveld van Kaboel als ze onder militaire begeleiding gaat kijken bij één van de ingangen. Als de ambassadeur haar hoofd boven de poort uitsteekt, vliegen de talibankogels haar om de oren.

Voor ze naar beneden duikt, ziet ze nog net een glimp van iemand die met een oranje vlaggetje zwaait

Ráák, vreest ze even, maar de kogels gaan de lucht in. Voor ze naar beneden duikt, ziet ze nog net een glimp van iemand die met een oranje vlaggetje zwaait. Een Nederlander die weg wil. Uit Kaboel. Uit de chaos daar. Met een samengeknepen stem: ,,Dat waren míjn mensen.”

'Bij de eerste verkenning zag ik al: deze mensen gaan we niet ‘even’ binnenhalen'

Bij die East Gate staan duizenden mensen, die uit alle macht met hun reispapieren of buitenlandse paspoort wapperen. Tijs*, militair commandant van de evacuatieoperatie, laat het op een filmpje zien dat de militairen zelf hebben gemaakt. De situatie bij de andere poort, de North Gate, is niet anders. Er is paniek, er is angst. Mensen willen nú weg. ,,Bij de eerste verkenning zag ik al: deze mensen gaan we niet ‘even’ binnenhalen.”

Wijgers kreeg de opdracht om leiding te geven aan de evacuatie. ,,Maar bij die poort, op dag één, wist ik dat dit een militaire missie was.” Vanaf dat moment doet ze alles samen met Tijs: als er met Den Haag wordt overlegd gaat dat op één satelliettelefoon met een kabeltje: Caecilia het ene oortje, Tijs het andere. De koppen letterlijk bij elkaar.

Keukentafel

Een week na hun vertrek uit Kaboel kijken Caecilia (54) en Tijs (38) in Amsterdam aan de keukentafel van de Airbnb van de ambassadeur, hartje Jordaan, terug op een onmogelijke missie. De militairen verwachten rond de 500 mensen – Nederlanders of mensen met een Nederlandse link – in veiligheid te kunnen brengen. Het werden er uiteindelijk 2500. Missie geslaagd, zou je zeggen. Maar er bleven ook vele honderden mensen achter.

Dat de omstandigheden moeilijk zouden zijn, dat wisten de ambassadeur en de militair wel. Als commando kende Tijs het vliegveld; hij was er eerder ‘voor een ander klusje’. Maar nu komt hij in ‘een Mad Max-achtige wereld’ terecht: één enkele landingsbaan met verlaten gebouwen en overal militairen. De Nederlandse special forces regelen een oud logistiek pand, ooit gebruikt door Duitse militairen, en maken er een Nederlandse compound van. Tijs: ,,We hadden voor 72 uur water, wapens, munitie mee, communicatieapparatuur en een hoop slimme plannen.”

Commando Tijs: "Ik kreeg wel eens de vraag uit Nederland: ‘Tijs, daar staat een Nederlan­der, kun je die even oppikken?’. Dat kón dus niet"

Als de taliban op zondag 15 augustus Kaboel als laatste grote stad in Afghanistan veroveren, is Wijgers in Nederland. ,,Ik vond het verschrikkelijk dat ik hier was, natuurlijk. Ik voel me verantwoordelijk.” Maar zoals dat bij ambassades in gevaarlijke gebieden gebruikelijk is, wisselen de ambassadeur en haar plaatsvervanger elkaar na een aantal weken af. ,,De verwachting was dat het pas later crisis zou worden. Daar planden we op, dán wilde ik er weer zijn.”

‘Vers’ team

Het ambassadeteam dat nog wel in Kaboel was, is dan na een serieuze Amerikaanse waarschuwing vertrokken van de ambassade naar de luchthaven en verlaat een dag later het land. Er kwam veel kritiek op, hoorde ook Wijgers. Er werd gezegd dat haar vervanger als ‘een dief in de nacht’ was vertrokken.

,,Echt onterecht. Als je huis in brand staat, moet je er toch eerst uit zien te komen voor je andere kunt redden?” Zonder militairen, zegt ze, kon het personeel niets beginnen in de chaos op Hamid Karzai International Airport. Besloten wordt dat zij met een ‘vers’ team plus militairen naar Kaboel gaat.

Commando Tijs is op vakantie in Saint-Tropez als hij maandagochtend 16 augustus om 10 uur wordt gebeld: je moet naar Nederland komen. Hij pakt zijn spullen en rijdt naar huis. Daar komt hij om 02.15 uur aan. Om 03:15 uur wordt hij opgehaald om naar het vliegveld van Eindhoven te gaan. Droogjes: ,,Dat is dus een uur later.” Onderweg stuurt hij Wijgers een appje: ‘Hallo, ik ben Tijs’. Nu, zegt hij, is het net alsof ze elkaar al jaren kennen. Ze vullen elkaars verhalen aan, wisselen blikken van verstandhouding uit.

In het vliegtuig maken de commando’s, special forces van de mariniers en militairen van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten met de diplomaten ‘al brainstormend’ een plan en worden de taken verdeeld. Zo gaan de mariniers mee in de vliegtuigen die – soms wel vier keer per dag – tussen Kaboel en het Pakistaanse Islamabad pendelen. ,,Dat was op verzoek van de crew. Het was daar niet heel veilig om op te stijgen en te landen”, zegt Tijs. Als er iets mis zou gaan, konden de mariniers in elk geval nog weerstand bieden tegen de taliban.

Kritiek

Uit Nederland komen vragen en klinkt kritiek waardoor Tijs en Caecilia het gevoel krijgen: men begrijpt niet hoe het dáár was. Er is geen poort met een deur waarop je kan kloppen en dan binnen kan wandelen. ,,Ik kreeg wel eens de vraag uit Nederland: ‘Tijs, daar staat een Nederlander, kun je die even oppikken?’. Dat kón dus niet.”

Commando Tijs: "Ik kreeg wel eens de vraag uit Nederland: ‘Tijs, daar staat een Nederlander, kun je die even oppikken?’ Dat kón dus niet"

Hij pakt een vel papier en tekent een rechthoek: de poort waar de militairen stonden. Voor die poort zet hij heel veel stippeltjes: de wanhopige mensen. Van één zo’n stipje – in de verte – maakt hij een rondje: een Nederlander. ,,Die krijg je daar dus niet uit.” Want, zegt hij terwijl hij een ovaaltje schetst pal vóór de ingang, dáár stond de taliban. Om de menigte in bedwang te houden schieten ze in de lucht – de Amerikanen doen dat soms ook – en slaan met zwepen. ,,Toen dacht ik wel: het is echt een gekke wereld.”

Commando Tijs: "We doen veel dingen die niet zichtbaar zijn. In the end zijn die bussen wel aangekomen hè?"

De militairen verzinnen een alternatief voor de twee poorten die weliswaar open waren maar onbereikbaar. Een paar kilometer van de East Gate is nog een poort, de Abbey Gate, die dan nog dicht zit en waar geen grote mensenmassa staat. Tijs: ,,Nederland was het eerste land dat die route zag. Een vent van mijn team had bij de East Gate een Nederlander uit de rij getrokken en geïnstrueerd om de muur naar links te volgen tot hij bij Abbey Gate kwam. En warempel: een minuut of 25 later zien we daar die man opduiken. Toen dachten we: dit is de key om veel mensen weg te krijgen.”

Evacués dragen iets oranjes als herkenningspunt voor de Nederlandse militairen

De Nederlanders maken kaartjes met de route naar de ‘geheime’ poort, ‘Holland Spot’. Als evacués die krijgen, zo is de gedachte, dan kunnen ze bij de poort komen. Dat lukt niet altijd. Uiteindelijk gaan belteams op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag evacués bellen om ze naar de poort te praten. Ze dragen iets oranjes als herkenningspunt voor de Nederlandse militairen. Uiteindelijk komt, zegt Tijs, op één dag zelfs 500 man via Abbey Gate binnen – met een oranje sjaal om de nek of vlag in hun hand.

Evacués moeten dan wel via een soort open riool. Aan de andere kant van die beruchte sloot halen de Nederlandse militairen een stuk uit het opgerolde prikkeldraad om evacués over de betonnen wand te trekken, naar veiligheid. Wijgers: ,,Er was geen elegante entree.”

Schermafbeeldingen misbruikt

Als ‘toegangsbewijs’ konden evacués hun Nederlandse paspoort gebruiken of de e-mails die het ministerie naar evacués stuurden. De militairen wisten dan: díe mensen moesten naar binnen. Maar van dat systeem werd ook misbruik gemaakt. Ook met schermafbeeldingen van de bewuste mails kwamen mensen binnen. Bij de eerste identificatiecheck van een consulair team binnen de poort bleek die persoon dan niet op de evacuatielijst te staan. Tijs: ,,Hoe hard het ook is, die zet je dan wel weer buiten neer. We kunnen niet heel Kaboel evacueren.” De opdracht uit Den Haag was duidelijk: alleen mensen op de lijst mogen mee.

De eerste vier dagen – tot ambassadeur Michel Rentenaar uit Irak wordt ingevlogen, mét extra medewerkers en militairen – slaapt niemand van het team. De commando’s worden daarop getraind, zegt Tijs, maar ook het ambassadepersoneel werkt klokje rond. Soms kijkt hij Caecilia aan en zegt: ,,Jij bent echt een bikkel.” Zelf denkt ze dat haar ‘superconditie’ – ze trainde in Kaboel altijd met haar beveiligers – haar door die dagen heen heeft gesleept.

Als er steeds meer volle vliegtuigen uit Kaboel vertrekken, wordt de situatie op de luchthaven grimmiger. De mensen buiten de poort verliezen hun geduld, Amerikaanse inlichtingendiensten horen over een mogelijke aanslag. Wijgers: ,,Uit Nederland kwam de enorme druk om tot het laatste moment mensen weg te halen. Maar het tijdsvak dat we hadden werd steeds kleiner. We wisten dat het nooit ging lukken om iedereen weg te krijgen.”

Ambassadeur Caecilia Wjgers: "GROUND ATTACK! GROUND ATTACK! Daar gaan je haren recht van overeind staan"

Ook doordat de evacuatielijst steeds langer wordt: er komen steeds meer Afghanen bij die voor Nederland hebben gewerkt op elke manier dan ook en zeker 1250 mensen met een Nederlands paspoort die – ondanks het negatieve reisadvies – in het land blijken te zijn. ,,Daar heb ik geen mening over”, zegt Wijgers. ,,Wij zijn áltijd verantwoordelijk voor het helpen van Nederlandse burgers.”

Terwijl de dreiging toeneemt, krijgen Caecilia en Tijs van de Amerikanen te horen dat ze op donderdag 27 augustus moeten vertrekken. Een dag eerder dan gehoopt. Tijs laat de Amerikanen weten dat ze op het laatst mogelijke moment, tussen 22:00 en 23:59 uur, nog evacuatievluchten willen uitvoeren.

Drie bussen met Nederlanders die bijna een etmaal vast staan ondanks de deal die de Amerikanen met de taliban hebben gesloten, kunnen op het nippertje nog naar binnen en de evacués vliegen naar veiligheid. Of en welke rol de special forces daarbij hebben gespeeld, kan Tijs niet zeggen. Ook niet of en hoe vaak zijn mannen ook buiten de poort mensen hebben opgehaald. ,,We doen veel dingen die niet zichtbaar zijn. In the end zijn die bussen wel aangekomen hè?”

Ambassadeur Caecilia Wijgers: "This is it, ik heb er geen controle meer over. En ik leef"

Dan gaat het mis: een zelfmoordterrorist blaast zich op bij de Abbey Gate, de poort die de Nederlanders gebruiken voor de evacuaties. De poort naar het vliegveld gaat dicht, de Nederlanders moeten mensen terugsturen. Als je Wijgers vraagt op welk moment ze bang is geweest, noemt ze dat moment, die ‘grote knal’. ,,Ik kan het gevoel nog oproepen, het geluid van het alarm horen. GROUND ATTACK! GROUND ATTACK! Daar gaan je haren recht van overeind staan.”

Ambassadeur Caecilia Wijgers: "Er is dan geen tijd om te vragen: mag ik mijn toilettasje nog meenemen of zoiets"

Het Nederlandse team moet weg – en snel ook. De C-130, het Nederlandse toestel, kan landen. Wijgers weet nog hoe snel de auto reed die hen naar de startbaan bracht. In een soort roes wordt het ambassadepersoneel door de militairen naar het vliegtuig geleid. Wijgers: ,,Er is dan geen tijd om te vragen: mag ik mijn toilettasje nog meenemen of zoiets.” Op de laatste vlucht – de ‘extractie’, aldus Tijs – zitten geen evacués meer. Wijgers zat ‘ergens tussen de bagage’. ,,Je stijgt op en hoopt dat alles goed komt. This is it, ik heb er geen controle meer over. En ik leef.”

Later horen ze dat bij de aanslag veel doden te betreuren zijn, waaronder dertien Amerikaanse militairen. Tijs: ,,Ik krijg er nog kippenvel van. We hebben de hele week gewerkt bij die poort.” Hij weet: daar hadden óók Nederlanders bij kunnen zitten. ,,Dan had ik hier wel anders gezeten.”

Commando Tijs: "Als je daar staat en je hebt een kind in je armen en een radeloze moeder aan de andere kant van de poort… Dan kun je commando zijn, maar dat doet wel wat met je"

Hij laat weer foto’s zien. Van uitgeputte, angstige mensen buiten de poort en van opgeluchte gezichten van twee vrouwen binnen de poort. ,,Je ziet ze ontspannen, ze voelden zich veilig.” Ze zitten in de laadbak van een witte pick-uptruck die de militairen zich ‘op creatieve wijze’ hebben toegeëigend om mensen van de poort naar een wachtruimte een kilometer of zes verderop te brengen. Op de zijkanten staat NLD en zijn met rode en blauwe verf Nederlandse vlaggen gemaakt.

Dan swipet Tijs op zijn iPad langs een foto van zijn collega met een kind in zijn armen ,,Als je daar staat en je hebt een kind in je armen en een radeloze moeder aan de andere kant van de poort… Dan kun je commando zijn, maar dat doet wel wat met je.” Hij weet niet of zij het hebben gered.

Wijgers: "Ik dacht: als ik tranen ga laten, kan ik niet meer doen waarvoor ik hier ben gekomen”

Wijgers noemt zichzelf ‘van nature heel emotioneel’. Maar op het vliegveld van Kaboel nam ze de focus die ze zag bij de commando’s over. ,,Ik dacht: als ik tranen ga laten, kan ik niet meer doen waarvoor ik hier ben gekomen.” Pas nu in Amsterdam, na haar ochtendritueel van rennen, oefeningen en yoga, komen de tranen. Maar die komen niet omdat ze denkt dat ze méér had kunnen doen. ,,Ik kan mezelf in de spiegel aankijken. We hebben met elkaar het maximale geleverd.” Ook Tijs is duidelijk, al kan hij ‘vanwege toekomstige operaties’ geen details geven: ,,We hebben echt alles gedaan wat kon en mocht.”

De ambassadeur krijgt dankbare appjes. ‘Thank you for saving my life’, leest ze dan. Maar ze heeft ook mensen moeten achterlaten. ,,Die appjes krijg ik ook nog steeds.”

Het is nu zaak, zegt Wijgers, om zo snel mogelijk een ‘extra inspanning’ te leveren om achterblijvers ‘te ondersteunen’. ,,Dat gebeurt ook.” Ook moet er snel weer een diplomatieke post komen, in de regio of weer in Kabul. Of ze zelf dan teruggaat naar de Afghaanse hoofdstad, in zo’n onveilige en onvoorspelbare situatie? ,,Sure, no problem. Ik ben klaar om te gaan.”

Foto (c) Rijksoverheid * Missies van het Korps Commandotroepen zijn geheim, de identiteit van commando’s ook. Om die reden wordt alleen de voornaam van de commandant vermeld.

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in