Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Powervrouw in de zorg: Desiree Burger

'Ik ben veel gewend, maar wat ik zag, overtrof alles.' Ze staan er weer, de powervrouwen in de zorg, nu de tweede golf covid-19 besmettingen een feit is. Net als in het voorjaar beleven schrijnende eenzaamheid, intens verdriet én de ongekende kracht van collega’s. Tijdens de eerste golf spraken w...

Powervrouw in de zorg:  Desiree Burger

'Ik ben veel gewend, maar wat ik zag, overtrof alles.'

Ze staan er weer, de powervrouwen in de zorg, nu de tweede golf covid-19 besmettingen een feit is. Net als in het voorjaar beleven schrijnende eenzaamheid, intens verdriet én de ongekende kracht van collega’s. Tijdens de eerste golf spraken we drie van hen, nu lees je hun verhalen nogmaals, omdat ze jammer genoeg wéér relevant zijn. Vandaag: Desiree Burger, intensivist in het Elisabeth Twee Steden Ziekenhuis in het zwaar getroffen Tilburg.

'De planeet kan niet langer uitgewoond worden'

'Mijn kijk op het leven is niet veranderd, wel ben ik meer gaan nadenken over de maakbaarheid van de mens. Ik denk dat we anders moéten leven en ik vrees voor een emotionele recessie. We moeten milieubewuster worden en kunnen niet langer ongebreideld doen wat we willen, de planeet kan niet langer uitgewoond worden. Inderdaad, misschien is er een natuurlijke selectie gaande. Tegelijk wil ik daar niet te veel over nadenken. Ik ben liever actief, dan dat ik pieker.

'We leken wel een task­force in een oorlogssituatie'

Naast intensivist ben ik chirurg en in die hoedanigheid ben ik enkele jaren gele­den namens het ministerie van Defensie uitgezonden naar Afghanistan. De sfeer in het ziekenhuis deed me aan de oorlog denken. De adrenaline, het protocol en de efficiency: we leken wel een task­force in een oorlogssituatie. De intensive care was extreem goed voorbereid en toch wisten we niet wat ons te wachten stond toen in maart de eerste COVID-19-gevallen binnen kwamen. Al dagen stond de ic op scherp in afwachting, toen er plotseling tijdens een en dezelfde nacht, die van 20 op 21 maart, twaalf zieken werden binnengebracht. De leden van de medische staf belden elkaar wak­ker; het was zover. Iedereen die nodig was, kwam naar het ziekenhuis. Vanaf toen werd het druk, heel druk.

'COVID-19 leer je pas kennen als je ermee aan de slag gaat'

Het eerste wat ik dacht toen ik deze mensen zag, was: dit kan niet waar zijn. Zó slecht waren ze eraan toe. Ik ben veel gewend, maar wat ik zag, overtrof alles. Het waren veel patiënten, ze waren allemaal doodziek met buitengewoon ernstige longbeelden. COVID-19 leer je pas kennen als je ermee aan de slag gaat. Zo ontdekten we gaandeweg dat de ziekte verschillende verschijningsvormen heeft.

Het bizarre was dat ook fitte mensen het niet altijd redden. In dit vak leer je om je emoties af te schermen, maar het went nooit om familie, kinderen en dierbaren slecht nieuws te vertellen. Na die eerste nacht in maart volgden er snel meer patiënten. Die verbleven allemaal langdurig op de ic, terwijl we ook bedden moesten vrijhouden voor de storm die nog zou komen.

‘Het ziekenhuis veranderde in een familie met één, gezamenlijk doel'

Toch: hoe meer paniek en onrust, hoe rustiger, efficiënter en gestructureerder ik word. Je treedt buiten je comfortzone, we volgden een haast militaire structuur. Daar gedij ik goed in. Het klinkt misschien raar, maar ik vond het ook bijzonder en gaaf om met vereende krachten deze klus te klaren. Het had evengoed mooie kanten; het ziekenhuis veranderde van een geoliede machine in een familie met maar één, gezamenlijk doel voor ogen.

'Die verstilling van de lockdown vond ik wel prettig'

Ik was hyper, ik bleef maar oplossingen bedenken. Na elke dienst ging ik lopen of skaten, of ik las een flutboek. De eerste week keek ik bewust niet naar Het Journaal, ik was te intens bezig met mijn eigen oorlog tegen het virus. Intussen leek de wereld stil te staan. Die verstilling van de lockdown vond ik wel prettig, het hielp me om alles te verwerken. De afgelopen maanden leefde ik echt in een coronabubbel, ik had geen ruimte voor iets anders. Ik doe dit omdat ik graag mijn handen uit de mouwen steek. Iedere patiënt die de ic mag verlaten, geeft een kick. Alle positieve berichten uit de samenleving waren ook hartverwarmend. De witte T-shirts met rood hart voor de ramen, de boer die asperges kwam brengen. We werden gezien én gewaardeerd.’

Foto (c) iStock

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in