Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Alexander McQueen: kroniek van een gekwelde ontwerper

Alexander McQueen maakte van zijn shows grimmige spektakels en hulde zijn modellen in strijdlustige creaties. Over de controversiële en gekwelde ontwerper ging eind september een onthullende documentaire in première, simpelweg getiteld McQueen.  ‘Ik zoek de grens op van mijn duistere kant, trek a...

Alexander McQueen: kroniek van een gekwelde ontwerper

Alexander McQueen maakte van zijn shows grimmige spektakels en hulde zijn modellen in strijdlustige creaties. Over de controversiële en gekwelde ontwerper ging eind september een onthullende documentaire in première, simpelweg getiteld McQueen. 

‘Ik zoek de grens op van mijn duistere kant, trek alle verschrikkingen uit mijn ziel en zet ze op de catwalk’. Het citaat is van de Engelse modeontwerper Alexander McQueen (1969-2010).

McQueen was meer dan een couturier die prachtig gesneden, extravagante kledingstukken ontwierp. Hij was een kunstenaar, wiens shows grensden aan performancekunst.

Hij stuurde zijn modellen met wolfshonden de catwalk op, liet ze door gouden regen banjeren of zette ze in een glazen doos, waarin ze ronddoolden met hun hoofden in het verband.

Hij projecteerde Kate Moss in een golvend gewaad als hologram boven de catwalk en liet de witte strapless jurk van supermodel Shalom Harlow door robots met verf bespuiten. 

‘Mijn shows gaan over seks, drugs en rock-’n’-roll. Het gaat om opwinding en kippenvel. Ik wil hartaanvallen. Ik wil ambulances,’ zei hij erover. Maar meer nog ging zijn werk over zijn persoonlijke demonen, die hij losliet in zijn fantasierijke, maar ook macabere ontwerpen.

Voor McQueen was het leven een beetje als een sprookje van de gebroeders Grimm.

Getormenteerd

Over de Engelse ontwerper is nu een fascinerende documentaire gemaakt door Ian Bonhôte en Peter Ettedgui, getiteld McQueen. De film is opgebouwd rond vijf spectaculaire shows die een spilfunctie vervulden in zijn carrière.

Daarnaast komen familieleden en intimi van McQueen uitgebreid aan het woord, waarmee een compleet beeld ontstaat van deze gedreven, maar ook getormenteerde ontwerper. 

Toen Lee McQueen – pas later zou hij zijn tweede naam Alexander aannemen – opgegroeide in het Londense East End als zoon van een taxichauffeur, lag het niet voor de hand dat hij ooit een van de beroemdste modeontwerpers van zijn tijd zou worden.

Op school presteerde hij onder de maat, hij zat tijdens de les alleen maar kleren te tekenen. Op zijn zestiende zag hij op televisie dat kleermakers op Savile Row op zoek waren naar jongens die bij hen in de leer wilden.

Hij ging erop af, werd aangenomen bij het voorname maatkleermakersbedrijf Anderson & Sheppard en leerde daar de techniek die de kern zou worden van alles wat hij later zou doen.

Maar McQueen peinsde er niet over om zijn hele werkende leven in een kleermakersatelier door te brengen. Toen hij 21 was, vertrok hij zonder geld, kwalificaties en zonder dat hij een woord Italiaans sprak, naar Milaan.

Hij zag er niet uit in zijn sjofele kleren, maar bezat wel een enorme passie voor mode. Hij wist hoe je een perfect passend jasje maakte en werd in minder dan geen tijd aangenomen als assistent bij de bekende ontwerper Romeo Gigli.

Schandalen

Na dat Italiaanse avontuur werd hij toegelaten tot de vooraanstaande Londense kunst- en designacademie Central Saint Martins. Hij studeerde er af met een show met de provocerende titel: Jack the Ripper Stalks his Victims.

Het was zijn grote geluk dat mode-journaliste en styliste Isabella Blow in het publiek zat. Zij was wild enthousiast, kocht zijn hele collectie en deed alles wat ze kon om aandacht te genereren voor zijn werk.

‘De kleuren waren extreem,’ zei ze later over McQueens afstudeershow. ‘Hij had een zwarte jas gemaakt, gevoerd met menselijk haar, die van binnen bloedrood was, zodat het net een lichaam leek. En ik dacht: dit is het mooiste wat ik ooit heb gezien.’

Blow introduceerde hem bij al haar contacten in de modewereld, wat zijn carrière een impuls gaf.

Voor Givenchy

Als er iets was wat McQueen met zijn kleren wilde, dan was het wel vrouwen de kracht geven zich te verweren. Hij kleedde ze soms letterlijk in harnassen en rustte ze zelfs uit met horens. Hij zei: ‘Alles wat ik doe, is persoonlijk. Als je mij wilt kennen, kijk dan gewoon naar mijn werk.’

In zijn begintijd verrichtte hij wonderen zonder dat hij ook maar een cent te besteden had. Hij maakte creaties van vuilniszakken, huishoudfolie en plakband. Hij maakte afdrukken van autobanden op zijn ontwerpen, bij wijze van prints.

Hij leefde van een bijstandsuitkering die hij volledig besteedde aan materialen en had niet eens een atelier. Eten deed hij bij zijn ouders en met de voor hem typerende overtuigingskracht wist hij altijd weer talentvolle mensen over te halen gratis voor hem te werken.

Hij vertelde de pers dat hij zich na een succesvolle show soms afvroeg waar hij de volgende dag het geld vandaan zou halen om melk te kopen.

Zijn leven veranderde radicaal toen het beroemde Franse modehuis Givenchy hem in 1996 vroeg John Galliano op te volgen als creative director. Hij was pas 27 jaar en ineens had hij een geweldig salaris en een atelier aan de Places des Vosges.

Hij kon met schitterende materialen en wereldberoemde modellen werken. Maar het was geen gelukkig huwelijk tussen het Franse modehuis, dat stond voor de beschaafde chic van Audrey Hepburn, en de Engelsman op sportschoenen die conventies in de wind sloeg en geen woord Frans sprak.

In zijn shows voor Givenchy deed hij wel concessies aan de ingetogen, stijlvolle traditie van dat modehuis, maar hij bleef een provocateur. Zo liet hij tijdens een van zijn Givenchy-shows sportvrouw en model Aimee Mullins, wier beide benen waren geamputeerd, op fraai bewerkte houten benen over de catwalk lopen.

Ongelukkig

Hij was nooit echt op zijn plek in Parijs. Bovendien was de werkdruk onmenselijk. Hij leverde ten minste tien shows per jaar af; voor Givenchy, maar ook voor zijn eigen label. In 2001 trok hij de deur van het atelier aan de Place des Vosges voorgoed achter zich dicht en sloot hij een deal met de Gucci Group. Hij was daar creative director tot zijn tragische dood in 2010.  

Naarmate hij meer geld verdiende en meer succes had, werd Alexander McQueen alleen maar ongelukkiger. De druk om telkens weer met wervelende, vernieuwende ontwerpen te komen, ervoer hij als ondraaglijk zwaar.

Er waren problemen met cocaïnegebruik, waardoor hij aanvallen van achtervolgingswaan kreeg. De zelfmoord van zijn mecenas Isabella Blow betekende een harde klap voor hem, zeker doordat het tot een breuk met haar was gekomen na zijn overstap naar Givenchy.

Ook de dood van zijn moeder, van wie hij zielsveel hield, moet vernietigend voor hem zijn geweest. Vlak voor haar begrafenis pleegde hij zelfmoord.

Met Alexander McQueen stierf een couturier zoals er maar weinig zijn geweest. Hij was een enfant terrible in de modewereld en verklaarde: ‘Mode is een grote luchtbel en soms heb ik gewoon zin om die door te prikken’.

Hij bezat een uitzonderlijk talent als het puur om kleermaken ging, maar ook als het verbluffende experimenten en theatrale shows betrof. Hij wilde vrouwen prachtig kleden, maar niet zodat ze daarmee mannen konden behagen.

De ideale McQueen-vrouw was een strijdlustige amazone die zei: ‘Hier ben ik en ik ben een bitch. Nou en?’ 

McQueen draait nog in een paar geselecteerde filmhuizen. Bekijk de trailer:

Fotografie: Wiglius de Bie, Marc de Groot, Petrovsky&Ramone, Peter Stigter, getty images

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in.