Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

José Rozenbroek: ‘Waai ik met alle winden mee?’

José Rozenbroek is bladenmaker, journalist en coach. In Nouveau schrijft ze over haar drukke leven met dochters, vrienden en werk. "Ben ik een met alle winden meewaaiende, labiele figuur?" Wie kent ze niet: die vrouwen met een onwrikbare stijl? Die als ze eenmaal hebben gekozen voor strakke, knie...

José Rozenbroek: ‘Waai ik met alle winden mee?’

José Rozenbroek is bladenmaker, journalist en coach. In Nouveau schrijft ze over haar drukke leven met dochters, vrienden en werk. "Ben ik een met alle winden meewaaiende, labiele figuur?"

Wie kent ze niet: die vrouwen met een onwrikbare stijl?

Die als ze eenmaal hebben gekozen voor strakke, knielange jurkjes en hoge hakken, nooit zullen zwichten voor een boyfriend jeans en Stan Smith-gympen. Hun kast straalt een strakke voorkeur uit voor wit, zwart en blauw. Zij zullen nooit een rode kaftan kopen, zelfs niet als die zich met 70% korting aan hen opdringt.

Vriendinnen met een standvastige smaak kan ik zo benijden. Zoals Elma, altijd met een kort, witblond kapsel in een elegante, nauwsluitende jurk. Cornelie, met haar je ne sais quoi van een Parisienne, in haar casual jeans met een simpel overhemd, of Kyra met haar grijze opgestoken haar, kasjmieren vestjes en Chelsea boots. Nee, dan ik.

Lees ook: José Rozenbroek: 'Ma-am, je luistert niet!'

De - dit voorjaar in New York voor een klein ver­mogen aangeschafte - Roger Vivier-pumps heb ik zegge en schrijve één keer gedragen, net als de klassieke Diane von Fürstenberg-jurk. Voor beide ben ik gezwicht in een vlaag van Claire Underwood-navolgingsdrang; Claire is de onberispelijk geklede presidentsvrouw uit de serie House of Cards. Die bevlieging duurde maar kort. Deze zomer droeg ik bij voorkeur mijn Lois-jeans met gerafelde uitlopende pijpen en Gucci-loafers. Ook mijn interieur en zelfs mijn smaak in kunst zijn een mix & match.

Gisteren liep ik door het Stedelijk Museum met een vriend, die vroeg wat ik nou het mooist vond van wat daar hing. We bezochten de tentoonstelling De opwinding van Rudi Fuchs en wandelden langs de Dibbetsen en de Pencksen. Hoewel ik weigerde te kiezen, raakte ik enigszins in de war van zijn vraag. Hou ik meer van abstract of van figuratief? Van het geheimzinnige blauw van de Cathedra van Barnett Newman, of zo’n ijl geschilderd vrouwenportret van Marlene Dumas?
Hoe langer ik nadacht, hoe groter de identiteitscrisis. Wat zegt het over mij, dat ik van strak en uitbundig hou, van kleurrijk en ingetogen, flamboyant en minimalistisch? Waarom wil ik Claire zijn, en dan weer een coole Parisienne? Ben ik schizofreen? Een met alle winden meewaaiende, labiele figuur? “Welnee,” zei de vriend die mij langer kent dan vandaag. “Je bent gewoon een Tweeling: grillig, flexibel, rusteloos, open-minded.” En, na enig nadenken: “Eigenlijk maakt dat jou behoorlijk voorspelbaar.” 

Deze column is eerder gepubliceerd in Nouveau.