Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

TENTOONSTELLING: MANNEN MET LEF EN STIJL

Mannen met lef en stijl Een tentoonstelling waar wij als redactie meteen van zeggen: “Wanneer gaan we?!”, is de expositie Benno Premsela - Max Heymans. Mannen met lef en stijl  in het Joods Historisch Museum, die van 14 december 2015 tot en met 26 juni 2016 te zien is. De tentoonstelling is gewij...

TENTOONSTELLING: MANNEN MET LEF EN STIJL

Mannen met lef en stijl

Een tentoonstelling waar wij als redactie meteen van zeggen: “Wanneer gaan we?!”, is de expositie Benno Premsela - Max Heymans. Mannen met lef en stijl  in het Joods Historisch Museum, die van 14 december 2015 tot en met 26 juni 2016 te zien is. De tentoonstelling is gewijd aan leven en werk van vormgever en interieurarchitect Benno Premsela (1920-1997) en couturier Max Heymans (1918-1997). Beiden werden boegbeeld van een generatie kunstenaars en vormgevers die design en mode in naoorlogs Nederland met succes op de kaart zette.

Mannen lef stijl

Tijdens de looptijd van de expositie organiseert het museum verschillende evenementen, zoals een moulagewedstrijd voor jonge modeontwerpers, die resulteert in een modeshow, en een themamiddag over homo-emancipatie. Voor kinderen zijn er workshops hoeden en tassen maken à la Max en Benno.

Benno Premsela en Max Heymans

Premsela verwierf aanvankelijk faam met spectaculaire etalages die onder zijn leiding bij de Bijenkorf werden ingericht. Zijn carrière zette hij voort vanuit zijn ontwerpbureau BRS Premsela Vonk dat nauw samenwerkte met de industrie. Premsela’s katoenen lusjestapijt en Lotek lamp kregen eeuwigheidswaarde. Maar vooral was Premsela ook een bruggenbouwer, initiator en bestuurder die met het belang van (toegepaste) kunst en esthetiek voorop mensen bij elkaar bracht en zo nieuwe samenwerkingen initieerde. Als voorzitter van het COC verrichtte hij baanbrekend werk voor de homo-emancipatie in Nederland. De functionele en ‘less is more’ ontwerpen van Premsela contrasteren met de flamboyante wereld van couturier Max Heymans. Heymans keek vooral naar Parijs, waar de couture ver voor lag op die in Nederland, en in het bijzonder naar zijn grote voorbeeld Coco Chanel. Met een twist wist hij Franse couture geschikt te maken voor de Nederlandse vrouw. Bovendien gaf hij couture in Nederland een belangrijke nieuwe status door zich als kunstenaar-couturier te profileren. Zijn autobiografie Knal (1966) waarin hij openlijk schreef over zijn travestie en ‘zo-zijn’, werkte taboedoorbrekend. Premsela en Heymans’ paden kruisten elkaar regelmatig, ze onderhielden vriendschappelijk contact en hadden grote waardering voor elkaars talent. Hun nalatenschap is verbonden met het Joods Historisch Museum: tussen 1985-1987 gaf Premsela met zijn bureau BRS Premsela Vonk vorm aan het museum op zijn huidige locatie. Van Heymans verwierf het museum een aantal ontwerpen evenals persoonlijke stukken. In de tentoonstelling is een ruim overzicht van hun ontwerpen te zien naast persoonlijke documenten. Ook zijn er bijzonder stukken, zoals het zilveren speldenkussen van Heymans, een miniatuur prototype van een boekenmolen van Premsela en vroege schetsen uit Premsela’s Nieuwe Kunstschool periode.